Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 t.e.m. hoofdstuk 5 van de cursus bedrijfseconomie. Dit vak wordt gegeven a.d.h.v. een geschreven cursus van de docent zelf, mijn samenvatting is dan ook op dezelfde manier gestructureerd. De docent dat ik voor dit vak had is: Julie Kaizen.
→ Private goederen bv: je huis, je auto, je gsm, kleding, voeding
→ Publieke / zuiver collectieve goederen bv: straatverlichting, lucht, leger
→ Clubgoederen bv: musea, onderwijs, nieuws website (betalend)
→ Gemeenschappelijke goederen bv: schelpen op strand, kastanjes in park
Uitsluitbaar (geld) Niet-uitsluitbaar
Rivaliteit Private goederen Quasi collectieve goederen:
Gemeenschappelijke
goederen
Geen rivaliteit Quasi collectieve goederen: Publieke / zuiver collectieve
Clubgoederen goederen
1
, Nisa Sen
3. Productiefactoren
→ Inputs v/h productieproces: middelen die nodig zijn voor de productie
- natuur: grondstoffen, energiebronnen
- arbeid: fysiek, intellectueel, ondernemend
- kapitaal: kapitaalgoederenvoorraad (vroeger geproduceerd)
4. Welvaart en welzijn
→ Welvaart: aan behoeften kunnen voldoen met beschikbare middelen
bv: d.m.v. geld een koelkast kopen, vrije tijd, parken
→ Welzijn: behoeften bevredigen zonder schaarse middelen
bv: gevoel van welbevinden, vriendschap
5. Micro - en macro-economie
→ Micro: individuele gezinnen en bedrijven
bv: studie van markten, relatie V&A van product
→ Macro: economische grootheden van hele natie, werelddeel, globaal
bv: economische verschijnselen, groei, inflatie, werkloosheid
6. Ceteris paribus clausule
→ Ceteris paribus clausule: als alle overige invloeden gelijk blijven
→ In het analyseren van een verband slechts 1 variabele veranderlijk houden,
de andere variabelen constant houden.
→ Bv: als boter duurder wordt, zal de consumptie van margarine toenemen
als alle overige invloeden gelijk blijven
⤷ Van alle factoren die invloed hebben op de consumptie van
margarine, wordt er maar 1 bekeken en alle andere worden geacht
hetzelfde te blijven
7. Opportunity cost en de PMC
→ Opportuniteitskost / alternatieve kost: waarde v/h beste alternatief
→ Make-or-buy-decision: keuze beslissing
→ Transformatiecurve / productiemogelijkhedencurve (PMC):
⤷ Toont je de mogelijkheden waartussen je kan kiezen &
opportunity cost van een verandering
→ Opportuniteitskost = verschil tussen (graanproductie) y-as op
bepaald punt op x-as
2
, Nisa Sen
HOOFDSTUK 2: CONSUMENTEN
1. Nut
→ Kiezen op basis van: preferenties, prijzen, inkomen
→ Nut: subjectief & niet meetbaar
→ Marginaal nut = bijkomend nut
→ Eerste wet van Gossen: dalend marginaal nut
→ Goederencombinaties die de consument eenzelfde nut geven wordt
voorgesteld als een indifferentiecurve
→ Indifferentiecurve worden voorgesteld in een preferentieschema
→ Even nuttig = indifferent → indifferentiekromme / iso-nutskromme
⤷ Alle combinaties v/d (2) goederen die op de lijn liggen, leveren de
consument een gelijk nut op.
→ Verder v/d oorsprong = meer nut
→ Eigenschappen indifferentiecurve:
- dalend
⤷ als het zou stijgen is het nut niet gelijk
- snijden elkaar niet
⤷ 2 lijnen hebben verschillend nutsniveau, elke lijn combinaties
verbindt met een gelijk nut
- hebben bolle (=convexe) kant naar de oorsprong
⤷ grensnut v/e eenheid v/e goed neemt toe als je er minder van hebt
2. Budget
→ Budgetrechte: alle combinaties die de consument net kan kopen met z’n
hele budget. → 𝑌 = (𝑃1 * 𝑄1) + (𝑃2 * 𝑄2)
→ Tweede wet van Gossen
⤷ Een consument maximaliseert zijn nut als de verhouding tussen het
marginaal nut en de prijzen uit zijn hele bestedingspakket dezelfde is.
→ Evenwicht / max. nut: raakpunt v/d budgetlijn aan de hoogst gelegen
𝑀𝑈1 𝑀𝑈2
indifferentiekromme → 𝑃 = 𝑃2
1
→ Nominale inkomensverandering: als het inkomen v/d consument verandert
→ Reële inkomensverandering: als bij eenzelfde inkomen v/d consument
de prijzen veranderen (koopkracht wijzigt)
→ Evenwijdige verschuiving: wanneer de prijzen van alle goederen in
dezelfde mate wijzigen (homogeen)
→ Niet-evenwijdige verplaatsing: wanneer de prijzen van alle goederen niet in
dezelfde mate wijzigen (heterogeen)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nisasen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.