Ik heb een 8 gehaald voor dit tentamen (oktober 2022)
Alles vertaald in het Nederlands
Volledige begrippenlijst H1 t/m 12 & H14 + H15
Alle begrippen in volgorde van het boek i.p.v. alfabetisch. Zo sluit het goed aan op elkaar.
Begrippenlijst ter ondersteuning van aantekeningen en kennisclips!
Pre-positivist: Pre-positivisme
Het doel van onderzoek observeren en begrijpen. Ze gingen uit van hun eigen
denken, op basis van hun gedachten zochten ze naar antwoorden op vragen. Vragen
die je niet goed wetenschappelijk kan beantwoorden.
Beschrijvend
Positivist approach: Positivistische benadering
Volgde na pre-positivisme. Overgang van beschrijving naar actieve pogingen om
resultaten te veranderen. Naarmate wetenschap belangrijker werd, werden
onderzoeksresultaten gebruikt om benaderingen te generaliseren in dingen te doen
als verandering te creëren, levens te verbeteren en vrijheid/veiligheid te
vergroten.
Post-positivism: Na-positivisme (ook wel het positivisme genoemd)
Na de tweede wereldoorlog kregen onderzoekers inzicht op het feit dat meerdere
theorieën mogelijk zijn in een onderzoek. Theorieën werden pas vastgesteld
wanneer ze verfijnd of vervangen waren.
Ingrijpen
Causal laws: Causale wetten
Causale wetten die gebeurtenissen verklaren en voorspellen en die interventies
ontwikkelen om verandering te creëren en resultaten te wijzigen. Dit wordt niet
universeel als wenselijk beschouwd.
Post-positivists: na-positivisten
Herziening van het positivisme. Het erkennen dat er meer waarheden zijn.
Meerdere theorieën in enkele settingen toepassen en beschouwende theorieën
voorlopig inzetten tot dat meer verfijnde theorieën ze vervangen. Kwantitatief
onderzoek.
Constructivists or interpretivists: Constructivisten en interpretivisten
Tegenreactie op het positivisme. Hierbij gingen ze uit van het perspectief van de
deelnemers die meedoen aan een onderzoek. Zij zeiden ook dat je geen algemene
wetten zoals in de natuurwetenschappen kon toepassen, omdat ieder mens een
ander individu is. Zij waren vooral bezig met een theorie vormen tijdens het
verzamelen van data. De nadruk op het voorspellen en te controleren, beperkt de
wetenschap. Men was meer geïnteresseerd in de beschrijving van mensen.
Mixed methods: Gemixte methodes
Voorzien onderzoekers van rijkere gegevens die hun helpen nauwkeurigere
conclusies te trekken
Naïve psychology: Naïve psychologie
Hoe de sociale wetenschappen verschilt van toevallige/gewone/causale observaties
wordt ook wel naïeve psychologie genoemd.
1
,Objective: Objectief
Niet bevooroordeeld door iemands standpunt. Het idee dat volledig objectief is, is
twijfelachtig en controversieel.
Values: Waarden
Onderzoekers hebben perspectieven en waarden die een standpunt
vertegenwoordigen. Een oordeel van ‘dit is goed en dat is slecht’ dat iemand
anders zou kunnen betwisten. Het belangrijkste voor deze discussie is dat waarden
van onderzoekers van invloed zijn op hoe ze dingen zien en wat ze verwachten.
Waarden beïnvloeden wat onderzoekers kiezen om te bestuderen. Onderzoekers
moet zich bewust zijn van de waarden die de benadering en de implicaties van de
waarden voor het welzijn van verschillende individuen en groepen beïnvloeden.
Covariation principle: Covariatieprincipe
Het covariatieprincipe zegt dat de sociale processen die in het dagelijks leven
worden gebruikt de onderzoeker associeert met zijn bevinding. Ondanks hun
bedoelingen om onpartijdig onderzoeker te zijn, ze toch geïdentificeerd raken met
de bevinding.
Threats to validity: Bedreigingen voor de validiteit
Problemen die zich voor zouden doen bij het beoordelen van artikel worden
bedreigingen voor de validiteit genoemd.
Dingen zoals: waren gegevens onjuist gecodeerd, waren analyses verkeerd
geïnterpreteerd, waren variabelen onjuist geoperationaliseerd, zijn er
verkeerde conclusies getrokken etc.
Onderzoekers die verrast waren door deze bevindingen, zouden ze in detail
onderzoeken om te zien of ze bestand zijn tegen nauwkeurig onderzoek en ze
zouden ze repliceren (zie definitie) en uitbreiden met behulp van een reeks
verschillende methoden.
Casual observation: Causale observatie
Het observeren van sociaal gedrag is nuttig voor het plannen van ons eigen gedrag;
om onze doelen, doelstellingen of gewenste resultaten te bereiken.
Naïve hypotheses: Naïeve hypotheses
De meeste aforismen (korte/bondige uitspraken) of clichés over menselijk sociaal
gedrag worden naïeve hypotheses genoemd.
Construct: Construct
Een construct is een abstract begrip dat wij willen meten.
Zoals: Liefde, intelligentie, agressie en succes.
Dit zijn allemaal constructen. Hoewel deze ‘dingen’ echt zijn en ons leven op
verschillende manieren beïnvloeden, bestaan deze ‘dingen’ niet als fysieke
objecten.
Operational definition: Operationele definitie
We kunnen constructen alleen indirect en niet perfect meten door middel van een
operationele definitie. De operationele definitie van een construct is de reeks
procedures die we gebruiken om het te meten of te manipuleren.
2
, Een operationele definitie van intelligente is bijvoorbeeld een score van een
persoon op een standaard IQ test.
Hypothesis: Hypothese
Een falsifieerbare verklaring van de relatie tussen twee of meer constructen die te
maken hebben met elkaar. Dit kan zowel causaal als niet causaal zijn.
Causal associations: Causale associatie
Een oorzaak-gevolg verband. Wanneer een hypothese een causaal verband heeft,
worden sommige constructen geïdentificeerd als oorzaken en de andere als gevolg.
Theory: Theorie
Een reeks onderling gerelateerde hypothesen die worden gebruikt om een
fenomeen/verschijnsel (een observeerbare gebeurtenis) te verklaren. En
voorspellingen te doen over associaties tussen de constructen die relevant zijn voor
het fenomeen.
Logic analysis: Logische analyse
Het beslissen of een hypothese nauwkeurig/juist is door te onderzoeken of ze
logisch consistent zijn met de andere hypotheses die we hebben. Een hypothese
toetsen/analyseren op het logisch afleiden van de andere hypotheses.
Authority: Autoriteit
We raadplegen verschillende autoriteiten/experts/deskundigen om te bepalen of
onze hypotheses logisch zijn. Zolang we vertrouwen hebben in de deskundigen,
kunnen we de mening van de deskundige als voldoende rechtvaardig beschouwen
voor een hypothese.
Bijvoorbeeld: om te begrijpen waarom er rellen plaatsvinden in grote steden
kunnen we een socioloog raadplegen of een specialist op het gebied van ras en
sociale klassen.
Consensus: Overeenstemming
Een beroep doen op de wijsheid van onze collega’s, waarin we opzoek gaan naar
een consensus over onze hypothesen. In het proces beslissen we wat goede of
slechte hypothesen zijn door erachter te komen wat onze collega’s erover denken
en of ze het met ons eens zijn.
In beide gevallen met autoriteiten en consensus helpen anderen ons te beslissen
wat we wel of niet moeten geloven.
Observation: Observatie
Om te bepalen of onze naïeve hypothesen correct zijn, vergelijken we ze
routinematig met het observeren van ons eigen gedrag en het gedrag van anderen.
Als onze hypotheses niet samenhangen met onze observaties, passen we het aan of
stoppen we er mee.
Empirical research: Empirisch onderzoek
Het verzamelen van informatie door middel van observatie en andere methoden die
systematisch vooroordelen (bias) proberen te vermijden.
3
, Operationism: Operationalisme
De aanname van sociale wetenschappers dat alle relevante constructen kunnen
worden gemeten of waargenomen. Hierbij wordt aangenomen dat niet alles perfect
gemeten kan worden.
Replication: Replicatie/herhaalbaar
Omdat elke observatie ter ondersteuning van een hypothese bevooroordeeld (bias)
of onjuist kan zijn, vereist de wetenschap replicatie/herhaling. Dit houdt in dat als
andere onderzoekers het onderzoek opnieuw uitvoeren, zij op dezelfde conclusies
uitkomen. Alleen op deze manier kunnen de vooroordelen van een onderzoeker of
procedure worden overwonnen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannaheinen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.