2.3 Aandachtspunten: .......................................................................................................................................... 3
2.3.1 Het ontwikkelingsperspectief .................................................................................................................. 4
2.3.2 De continuümgedachte: .......................................................................................................................... 4
2.3.3 De context................................................................................................................................................ 4
2.3.4 De informant............................................................................................................................................ 4
2.4 Etiologie: ......................................................................................................................................................... 4
2.4.1 Monocausale verklaringsmodellen: ........................................................................................................ 4
2.4.1.1 Biologisch: ......................................................................................................................................... 4
2.4.2 Psychologisch:.......................................................................................................................................... 5
2.4.2.1 Psychodynamisch model .................................................................................................................. 5
2.4.2.2 Ontwikkelingspsychologisch model ................................................................................................. 6
2.4.2.3 Leertheoretisch model ..................................................................................................................... 7
2.4.3 Systematisch verklaringsmodel ............................................................................................................. 11
2.4.4 Orthopedagogisch verklaringsmodel .................................................................................................... 11
2.3 Multicausaal ................................................................................................................................................. 11
2.4 Diagnostiek: .................................................................................................................................................. 15
2.5 Interventies ................................................................................................................................................... 15
2.5.1 Interventies vanuit verschillende theoretische perspectieven (zie verklarinsmoddelen/interventies):
....................................................................................................................................................................... 15
2.5.2 Wanneer interventies? .......................................................................................................................... 15
2.6 ID model ........................................................................................................................................................ 15
1
,2020-2021 Ondersteuningsmodellen en praktijken
HOOFDSTUK 2: JONGEREN MET GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN:
2.1 INLEIDING:
Wanneer moeten we gedrag als een probleem beschouwen?
Probleemgedrag in het licht van 3 gangbare aanduidingen:
è Normaal-abnormaal:
- Normaal = gedrag dat veel voorkomt
- Abnormaal = gedrag dat heel uitzonderlijk voorkomt
è Aangepast-onaangepast:
- Vertelt iets over de omgeving (je niet aanpassen is niet altijd slecht)
è Gezond-ziek
Indicatoren voor de aanwezigheid van problemen:
• Lijden
• Disfunctioneren = Je kan op bepaalde domeinen niet meet functioneren
• Onvoorspelbaar gedrag
• Irrationeel gedrag = gedrag dat we niet begrijpen van waar het juist komt.
• Onconventioneel gedrag = gedrag dat niet werd aangepast
• Aantasting van de geldende moreel
Men kan hieruit bepalen of er sprake is van een psychosociale problematiek.
Probleemgedrag is te beschouwen als een subjectief en normatief begrip:
• Subjectief = afhankelijk van de beoordelende persoon
• Normatief = Afhankelijk van de geldende normen en waarden
2.2 WAT?
2.2.1 DEFENITIE GEDRAGSPROBLEMEN:
• Het overschrijden van de op dat moment heersende normen en geldende regels
• De ernst wordt bepaald a.d.h.v.:
è Frequentie = hoe vaak het gebeurt?
è Duur = hoe lang?
è Omvang = is het gedrag enkel thuis of ook ergens anders?
è De mate waarin betrokkene zichzelf en/of de omgeving psychische schade berokkent
• Tijdelijk-frequent: enkel op eerste schooldag of blijvend?
• Situationeel-crosstituationeel: bij 1 bepaalde leerkracht of bij alle leerkrachten?
• Leeftijdsgebonden-niet leeftijdsgebonden
• Beperkte schade kind/omgeving-ernstige schade kind/omgeving: mate van psychosch
lijden kind/omgeving
2.2.3 GEDRAGSSTOORNISSEN:
• Ernstige gedragsproblemen:
è Langdurig of blijvend
è Ernstig lijden bij kind en/of directe omgeving
è Symptomen komen in specifieke combinaties voor (zoals beschreven in de DSM-V)
Bv. Oppositionele-opstandige stoornis, normoverschrijvende gedragsstoornis,
periodiek explosieve stoornis
2.3 AANDACHTSPUNTEN:
Hellinckx en Grietens
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller OrthoStudent21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.