Soorten interviews:
- Kwalitatief:
o Ongestructureerd
o Semi-gestructureerd
- Survey:
o Gestructureerd
Gebruik je bij onderzoeken naar ervaringen en/of individuele visies
Verschillende vormen van interviews:
- Face to face: non-verbale communicatie
- Telefonisch: minder controle, geen non-verbale communicatie
- Online: minder controle, minder non-verbale communicatie
- Go-along: naast echt alleen praten, gebeurt er iets (bijvoorbeeld een
rondje lopen), lastig te managen
- Etnografisch
Model van Tourangeau (vraag-antwoordmodel): fases waar respondent
doorheen gaan wanneer aan hem een vraag wordt gesteld:
1. Comprehension: respondent is bezig met begrijpen van de vragen
2. Retrieval: ophalen van informatie
3. Judgement: gedachten, ideeën, meningen, ervaringen,
herinneringen in het hoofd van de respondent
4. Response: gedachten worden geverbaliseerd tot antwoorden
In elke fase kan iets fout gaan
Onderdelen, stages van een interview:
1. Aankomst en introductie
2. Introductie onderzoek -> onderzoek uitleggen, uitleggen wat je gaat
doen, informed consent
3. Begin van het interview -> rapport opbouwen, start met
feitelijkheden en achtergrondinformatie, laten zien dat je kundig
interviewer bent, langzaam toewerken naar persoonlijke vragen
4. Tijdens het interview -> persoonlijke dingen vragen
5. Einde interview -> rustig afsluiten, eindigen met positieve noot
6. Na het interview -> voorkom doorknob effect (wanneer iemand na
afloop van een gesprek met nieuwe informatie komt), dus zet
opname niet te vroeg stop
Focusgroepen
,“A focus group study is a carefully planned series of discussions designed
to obtain perceptions on a defined area of interest in a permissive
nonthreatening environment”
Data wordt gegenereerd door interactie
Laat participanten luisteren, reflecteren, en over hun standpunt
nadenken
NIET een groepsinterview
Als moderator zit je er puur om het gesprek op het onderwerp te
houden en om een
veilige sfeer te creëren
Voorbeelden van wanneer focusgroepen:
- Potentieel veel stakeholders -> veel verschillende ideeën
- Discussie mogelijk over rol en invloed
- Leren van gesprekken/discussies
Stakeholders: iedereen die betrokken is bij het onderwerp, maar vanuit
verschillende aspecten
Soort groep (heterogeen of homogeen; vreemden, bekenden of bestaande
groepen) hangt af van:
- Onderwerp
- Sensitiviteit en complexiteit
- Breedte en diepte interview
- Populatie betrokken bij interview
5 fasen van focusgroep volgens Tuckman and Jenson:
1. Forming: testing and depedence, de groep komt fysiek bij elkaar
2. Storming: intragroup conflict, criticism, hiërarchie, normen en
waarden moeten bepaald worden -> dit leidt tot conflict
3. Norming: development of group cohesion, optimism, normen worden
(non)expliciet samen gesteld
4. Performing: functional role relatedness, cohesiveness, discussiëren
over de stellingen -> wanneer dit niet lukt moeten fasen 2 en 3
opnieuw worden uitgevoerd
5. Adjourning: termination, separation, death of the group
Taken van moderator zodat fasen van Tuckman en Janson doorlopen
kunnen worden:
1. Introductie en basisregels vaststellen (storming/ norming fasen)
2. Individuele introducties (kan ik de vorige fase al plaats vinden)
3. Openingstopic
4. Discussie
5. Afronding discussie
Vormen focusgroepen:
- Two way -> je hebt twee focusgroepen tegelijkertijd, 1 van de
groepen moet stil zijn en luisteren naar hoe de andere focusgroep
aan het discussiëren is -> na afgestelde tijd draait dit om
, - Dual moderator -> twee moderatoren, ze ondersteunen elkaar. 1
moderator let op de inhoud en stelt goede vragen. De andere
moderator zorgt ervoor dat alle technische en praktische zaken zijn
geregeld
- Dueling moderator -> twee moderatoren die allebei een ander
standpunt aannemen, dit brengt de focusgroep op gang
- Respondent moderator -> je geeft een paar stellingen en laat de
respondent de rest zelf doen -> je past dit toe als je erachter wilt
komen hoe de groepen samenwerken en zo kun je letten op hoe ze
op antwoorden komen
- Twee online focusgroep vormen:
o Chat room focus groups -> tegelijk aanwezig en reageren op
elkaar
o Bulletin board focus groups -> over een aantal dagen heen
kunnen mensen op elkaar reageren, soort chatroom waar ze
door de dagen heen ook kunnen reageren
Eliciteren
Eliciterende responses: dit krijg je door gebruik te maken van probes of
prompts
Eliciterende vraag -> je lokt een antwoord uit
Eliciterende methode -> je lokt goede antwoorden uit
Probes: elicitatiemethode: manier om respondent duidelijk te maken dat je
meer wilt horen
- Stiltes laten vallen
- Gezichtsuitdrukking
- Ongericht aanmoedigen -> mhmm, yes, ok, and so on
- Vraag naar uitweiding
- Vraag naar uitleg
- Reflectie, interpretatie, samenvatten -> pas op dat het niet lijkt alsof
je niet hebt geluisterd
Prompts: aansnijden van een nieuw onderwerp
Eliciterende materialen:
- Vignetten
- Bestaande data
- Gemaakte data
- Foto’s
Topic list
Topic list -> outline van hoofdvragen, subonderwerpen en prompts
Bij ontwerpen van topic list zorg je voor:
- Mate van consistentie in data-verzameling
- Flexibiliteit om in te gaan op individuele details
, - Consultatie en discussie met stakeholders
Inhoud, structuur, lengte:
- Baseer je op onderzoeksdoel, literatuur, etc
- Groepeer zonder herhaling
- Voorkom ‘scope creep’ -> ongewild verleggen van focus
Hoe zorg ik ervoor dat we het hebben over wat ik wil hebben en
voorkom ik scope creep
Observaties
Soorten observaties:
- Participerend vs niet-
participerend
- Overt vs covert
- Systematisch vs niet-
systematisch
Wanneer?: bijvoorbeeld:
- Onderzoek naar gewoontes/ gedrag
- Onderzoek naar toegankelijke situaties
Reactiviteit (Hawthorne effect): participanten vertonen niet hun normale
gedrag, vanwege aanwezigheid onderzoeker
Je moet wachten tot naturalisatie totdat je observaties daadwerkelijk
opschrijft
Naturalisatie: participanten gaan na verloop van tijd weer over op hun
normale gedrag, ondanks de aanwezigheid van de onderzoeker
Twee posities van onderzoeker:
1. Fixed position: positie die je niet kan veranderen -> bijv. opvoeding,
vroeger jaren gevoetbald
2. Subjective position: veranderbaarder -> bijv. mening over dingen
Wat te observeren:
- Primary observaties: dag, tijd, locatie, actoren, gebeurtenissen
- Secundary observaties: opmerking over gedane observaties door
anderen, je laat iemand anders kijken naar jouw observatie, field
notes
- Experiental data: data over eigen gevoelen, emoties, reflecties
- Circumstancial and background data: over de organisatie en (niet
direct observeerbare) normen
Pas op je ziet en weet niet alles
Bestaande data
A document can be defined as data that consist of words and/ or images
that have become without intervention of the researcher
Deze data is er al, of jij er nou onderzoek naar doet of niet
Wanneer bestaande data:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annelindejunte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.