Alle college's voor het tentamen: 'thorax en infectiepreventie' zijn samengevat. Deze samenvatting bevat de vakken AFP, CT, echo, PCP, NG, MRI, RD en RT. In deze samenvatting krijg je meer inzicht over de thorax.
Medisch Beeldvormende En Radiotherapeutische Technieken
Thorax En Infectiepreventie
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
Jannekestuvia
Content preview
MBRT
MBRT jaar 1 Thorax &
infectiepreventie
Witterholt J, Janneke
,Inhoud
Anatomie, Fysiologie & Pathologie (AFP) ......................................................................................................... 2
THI coAFP1: thorax met focus op tractus respiratorius ...................................................................... 2
THI coAFP2: tractus respiratorius pathologie...................................................................................... 9
THI coAFP3: oncologie en oncogenese (over het bestaan en ontstaan van kanker) ........................ 17
THI coAFP4: afweer en lymfestelsel .................................................................................................. 26
THI coAFP5: Infectieziekten............................................................................................................... 36
Computer Tomografie (CT): ............................................................................................................................ 42
THI coCT1: CT thorax techniek .......................................................................................................... 42
THI coCT2: CT thorax – beeldherkenning .......................................................................................... 48
Echografie (EC): .............................................................................................................................................. 56
THI coEC1: Echografisch onderzoek van de aorta abdominalis en vena cava inferior (normale
bevindingen) ...................................................................................................................................... 56
THI coEC2: echofysica transducers: ................................................................................................... 62
Magnetic Resonance Imaging (MRI) ............................................................................................................... 69
THI coMRI1: werking en beeldvorming op de MRI ........................................................................... 69
THI coMRI2: T1, T2 en PD relaxatie + klinische toepassingen ........................................................... 74
Nucleaire Geneeskunde (NG) ......................................................................................................................... 82
THI coNG1: thorax in de nucleaire geneeskunde .............................................................................. 82
BB-Toetsvragen behorende bij het onderdeel THI coNG2 Kwantificeren in de Nucleaire
Geneeskunde ..................................................................................................................................... 87
THI coNG3: radiofarmacie ................................................................................................................. 89
THI coNG4: SPECT CT ......................................................................................................................... 93
THI coNG5: Good Manufacturing Practice-ziekenhuis (GMPz) ....................................................... 100
THI coNG6: PET-CT beeldfusie en artefacten .................................................................................. 103
Professionalisering, communicatie & patiëntbegeleiding (PCP) ................................................................... 109
THI PCP tentamenstof ..................................................................................................................... 109
Radiodiagnostiek (RD) .................................................................................................................................. 112
THI coRD1: instelkunde thorax ........................................................................................................ 112
THI coRD2: thorax 2 ......................................................................................................................... 116
THI coRD4: instelkunde RD onderwijs ............................................................................................. 125
Radiotherapie (RT) ....................................................................................................................................... 128
THI coRT1: Behandeling van het bronchuscarcinoom .................................................................... 128
THI coRT2: eenvoudige dosisberekeningen .................................................................................... 133
Zelfstudietaak THI zs RT2................................................................................................................. 140
Zelfstudietaak THI zsRT3 ME berekeningen I .................................................................................. 144
1
,Anatomie, Fysiologie & Pathologie (AFP)
THI coAFP1: thorax met focus op tractus respiratorius
Longen:
In het plaatje hieronder zie je longen, met het strottenhoofd, de slokdarm en de luchtpijp.
De romp kan je indelen in 3 verschillende onderdelen: de thorax, de abdomen en de pelvis. Zie het
plaatje hieronder.
Het doel van de ademhaling is dat we zuurstof krijgen in bijv. onze spieren en de organen. In het
plaatje hieronder zie je de thorax en de afgrenzing hiervan. De afgrenzing van de thorax zijn de
ribben (sternum) en het wervelkolom en de diafragma (middenrif). Dus het is niet alleen botweefsel
wat de thorax afsluit, maar ook spierweefsel, want het diafragma is gespierd. Er lopen een aantal
structuren door het diafragma heen, zoals de aorta en de vena cava en de slokdarm.
Thorax bescherming:
De ribben beschermen de organen die in de thorax liggen. Het hart word mooi beschermd door de
ribben. Ook de longen worden beschermd door de ribben, de longen lopen best wel ver door, tot
boven de clavicula (sleutelbeen) en de longen lopen ook tot best wel laag door. En de longen
beschermen ook de slokdarm, luchtpijp (trachea) en de grote vaten.
2
,In de thorax zitten onder ander het hart en longen in, maar ook het mediastinum, dat is de ruimte
tussen de beide longen, daarin ligt het hart en de luchtpijp en de slokdarm en een aantal grote vaten.
Het volume van de thorax kan vergroten door het diafragma, bij inademing zetten de longen uit en
gaat het diafragma naar beneden. De volume van de thorax word dus groter. Bij uitademing zal het
diafragma weer omhoog gaan en word de volume van de thorax weer kleiner. Zie het plaatje
hieronder.
De tractus respiratorius:
Het ademhalingsstelsel is essentieel voor ieder mens, het verplaatst lucht het lichaam in en de lucht
er ook weer uit. De afgifte van koolstofdioxide is ook heel belangrijk tijdens de ademhaling.
Functies van het ademhalingsstelsel:
- Het verplaatsen van lucht van en naar het gaswisselingsoppervlak
- Oppervlak voor de gaswisseling
- Bescherming gaswisselingsoppervlak
- Vorming van geluiden (stembanden)
- Reukzin bevorderen
anatomie:
3
,Voor de geleiding van lucht gebruik je deze dingen: cavum nasi, pharynx, larynx, trachea, pulmones
en bronchi.
Voor de opname van zuurstof en de afgifte van koolstofdioxide gebruik je de bronchioli en de alveoli.
Dus vooral in de longblaasjes (bronchioli en de alveoli) vind gaswisseling plaats.
Cavum nasi: neusholte. Je hebt 3 neusschelpen, de conchae nasalis superior, de conchae nasalis
media en de conchae nasalis inferior. Het zijn een soort van werfeltjes in je neus en die zorgen ervoor
dat de lucht daar heel vaak langskomt. Bijv. het is koud buiten en je haalt ademt door je mond, dan
moet je hoesten, maar als je adem haalt via je neus dan heb je daar geen last van. Dat komt door die
neusschelpen, want die verwarmen eigenlijks de lucht die daar langskomt. Dan komt de lucht
warmer je longen in. Dus die conchaes zijn voornamelijk belangrijke voor opwarming van de lucht.
Zie het plaatje hieronder.
Pharynx: je hebt er 3, de nasopharynx, die zit achter de neus. Dan heb je de oropharynx, achter de
mond. En je hebt de laryngopharynx, want de pharynx gaat uiteindelijk over in de larynx en dat
overgangsstukje noem je de laryngopharynx. Zie het plaatje hierboven.
Larynx: is het strottenhoofd. En heeft als hoofdfunctie de stembanden. Links is een open
stembanden en rechts is een gesloten stembanden. Dus die stembanden zitten in de larynx.
Trachea: dat is de luchtpijp en je ziet heel goed de c-vormige kraakbeenringen daar omheen. En
achter de trachea zit de oesophagus (de slokdarm) die heeft een bobbelige structuur. Die
kraakbeenringen hebben een bepaalde flexibiliteit en dat is ook belangrijk met eten. En het
beschermt goed de luchtpijp en de ademhaling. Zie het plaatje hieronder.
4
, Bronchiën en de grootste bronchiolen: je hebt de primaire bronchi (biffurcatio trachea), dat zijn de 2
afsplitsingen van de trachea. Hij vertakt naar links en rechts. En dan heb je nog de secundaire
bronchus, dat zijn de vertakkingen van de primaire bronchus en je hebt de tertiaire bronchus en dat
zijn weer de vertakkingen van de secundaire bronchus. Zie het plaatje hierboven.
Oppervlakte trachea en bronchi:
Er zitten een aantal structuren in de inhoud van de trachea en de bronchi. Er zitten trilhaarepitheel
die zorgen ervoor dat stofjes daaraan blijven plakken en die worden verplaatst via het slijm. En dan
moet je hoesten en dan komt de slijm eruit. Er zitten ook slijmbekercellen en daar word dus slijm
aangemaakt. En het is ook belangrijk dat er witte bloedcellen zitten, want de witte bloedcellen weren
infecties en bacteriën af.
De kleinste bronchiolen en de alveoli in de longen vormen het gaswisselingsgedeelte van de
luchtwegen: met name in de alveoli (dat zijn de longblaasjes) daar vind het meeste gaswisseling
plaats. Zie het linker plaatje. In het rechter plaatje zie je de arterie (=slagader) (gaat van het hart af)
en de vena (=ader) (gaat naar het hart toe). Een arterie bevat zuurstofrijk bloed en de vena
zuurstofarm bloed, maar niet bij de longen. daar is het namelijk omgekeerd. De arterie bevat
zuurstofarm bloed en de vena zuurstofrijk bloed.
De blauwe kleur in plaatjes betekent zuurstofarm bloed en rood in plaatjes betekent zuurstof rijk
bloed.
Pneumocyten (=longcellen): die maken surfactant aan, en die surfactant zorgt ervoor dat er een
bepaalde oppervlaktespanning is binnen de longcellen. En die zorgen ervoor dat die longblaasjes een
beetje open gaan staan. Die maak je aan rond de 28 weken ongeveer. Onder druk kan je de
longblaasjes ook wel een beetje open krijgen.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jannekestuvia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.