Een uitgebreide samenvatting van het boek systeem aarde van de methode de geo. Geschikt voor zowel havo en vwo, gebaseerd op het vwo boek. Bevat alle vier de hoofdstukken behandelt in het boek. Ideaal voor examenleerlingen.
Aardrijkskunde: Systeem aarde
Hoofdstuk 1: De actieve aarde
Paragraaf 1: Ontstaan en opbouw van de aarde
De aarde is ongeveer 4.6 miljard jaar oud. Door samentrekking en zwaartekracht
ontstonden er in een kleine nevel van heet gas en stof concentraties van deeltjes: de
grootste massa hiervan werd een ster, nu de zon. In de nevel vormden zich rondom
de protozon planeetachtige lichamen, die groeiden door onderlinge botsingen,
waarna acht grote planeten ontstonden. Uiteindelijk vormt zich een sterrenstelsel:
ons Melkwegstelsel.
De Schotse geoloog Hutton ontwikkelde het actualiteitsbeginsel: processen die we
nu op aarde zien, hebben vroeger op dezelfde manier gewerkt. Processen herhalen
zich gedurende de tijd.
Twee eigenschappen op aarde spelen een grote rol in de vorming van landschap:
- Op het aardoppervlak is vloeibaar water aanwezig
- De aarde is inwendig gelaagd: er zijn verschillende schillen met specifieke
eigenschappen
De chemische samenstelling ging als volgt: in de eerste honderden miljoenen jaren
van het aards bestaan zorgen meteorietinslagen voor ophopingen van veel warmte,
waardoor zware metalen naar beneden zakten en een aardkern vormden. De
buitenkant van de mantel bestond uit lichter gesteente. Bij botsing met een
hemellichaam werd een deel van de aarde de ruimte in geslingerd, waaruit later de
maan ontstond. Door de vrijgekomen warmte van de klap smolt de aarde en trad het
proces van scheiding van mineralen bij afkoeling opnieuw op.
De aarde is als volgt samengesteld:
- Het binnenste van de aarde wordt gevormd door de aardkern (voornamelijk
ijzer), met temperaturen tussen de 5000 en 6000 graden
- De daaropvolgende aardmantel bestaat vooral uit magnesium en ijzer met
temperaturen tussen 2800 bij de kern en 1800 graden
- De buitenste, dunne laag van de aarde is de aardkorst in twee vormen:
continentale korst (30 tot 70 km dik, vrij licht gesteente (graniet)) en
oceanische korst (dikte vanaf 7 km, zwaar gesteende (basalt))
De harde, vaste buitenste laag van de aarde is de lithosfeer (harde (door hoge druk)
bovengedeelte van de mantel minus de korst, 60 tot 150 km dik). Hieronder bevindt
zich de asthenosfeer (zachter, vooral plastisch gesteente, 60 tot 400 km dik).
De aarde verkrijgt warmte van inwendige en uitwendige bronnen:
- Inwendig: warmte via ontstaan uit nevelgassen, opgehoopte warmte van
meteorietinslagen en radioactiviteit van sommige gesteenten
- Uitwendig: warmte van de zon
, Paragraaf 2: Het verhaal van gesteenten
- Een gesteente is een mengsel van mineralen of organische stoffen
- Een mineraal is een natuurlijke verbinding met chemische eigenschappen
→ organische stoffen zijn altijd ontstaan uit levende organismen
Er bestaan drie hoofdgroepen om gesteenten in op te delen:
1. Stollingsgesteenten: ontstaan door afkoeling en de daaropvolgende stolling
van magma. Stollingsgesteenten zijn op te delen in twee groepen:
- Dieptegesteenten: het vloeibare magma stolt langzaam ver onder de korst,
waardoor zich grote kristallen vormen → graniet
- Uitvloeiingsgesteenten: heet magma stroomt als lava uit de krater over de
helling van een vulkaan en stolt snel → basalt (veel op oceaanbodem)
2. Sedimentgesteenten: ontstaan als afzettingen van o.a. zand of klei in lagen
worden neergelegd en samengeperst. Er bestaan twee groepen:
- Klastische sedimenten: zand en klei worden in wateroppervlak
gesedimenteerd tot dikke lagen, en via hoge druk van nieuwe lagen wordt een
eerdere laag samengeperst tot hard gesteente → zandsteen/kleisteen/schalie
- Organische sedimenten: ontstaan door opeenhoping van organisch
materiaal, door druk wordt sediment samengeperst tot gesteente → kalksteen
(ontstaat altijd in water)
3. Metamorfe gesteenten: ontstaan wanneer een gesteente langere tijd onder
invloed van hoge druk en hoge temperatuur staat, waardoor mineralen
uiteenvallen en de moleculen zich herorganiseren. De processen vinden voor
de juiste condities diep in de aardbodem plaats, maar ook bij gebergtevorming
of bij binnendringend magma kan de metamorfose plaatsvinden → uit
kalksteen ontstaat marmer, uit kleisteen/schalie ontstaat leisteen
Geschiedenis bepalen kan door te kijken naar de soort steen: marmer bijvoorbeeld is
eerst als kalksteen in zee gevormd als sedimentgesteenten en is later diep in de
grond een metamorfose ondergaan. Om aan het oppervlak te verschijnen moet een
gebied dus enkele duizenden meters omhooggekomen zijn. Als het marmer niet
gewonnen wordt, zal het door verwering en erosie uit elkaar vallent. De soorten
gesteenten kunnen zo dus in elkaar overgaan in de gesteentekringloop.
Paragraaf 3: Schuivende continenten:
In de negentiende eeuw kwam men tot twee conclusies rondom de aardse leeftijd:
- Alle sedimenten worden in horizontale beddingen afgezet: als deze geplooid
zijn, zijn deze dus door druk vervormd
- Het principe van superpositie: als lagen sedimenten op elkaar liggen is de
onderste laag het oudst
Op deze manier kon men een geologische tijdschaal opstellen waarbij elke periode
overeenkwam met een serie gesteente en kenmerkende fossielen. Via radioactief
verval konden wetenschappers uiteindelijk de absolute ouderdom van gesteenten
bepalen. De oudste gevonden is 4.4 biljoen jaar oud, in Australië.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavellekoop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.83. You're not tied to anything after your purchase.