Deze samenvatting helpt je om je goed voor te bereiden op het examen. ik heb kort alle belangrijke dingen opgeschreven die belangrijk zijn voor het examen. Ik slaagde ook voor dit vak.
Vergunning hebben NBB onderscheiden ≠ KI naar Belgisch recht
c Banken
onderscheiden actieradius grote, regionale/gespecialiseerde en kleine banken
onderscheiden distributiekanaal traditioneel (omnichannel) & onlinebanken ( - kosten)
c Spaarbanken/spaarkassen: verstrekken hypothecaire leningen
retail voor iedereen
wholesalebanking voor ondernemingen, vermogende particulieren
c Effectenbanken (EKI)
kan klassieke taken uitvoeren maar vooral effectenverrichtingen en vermogensbeheer
geen kredietverstrekkingen
beursvennootschappen voldoen aan dezelfde voorwaarden
KI in cijfers zie p.27 – 31
2 Betalingsinstellingen en EGI
Betalingsdiensten
= enkel betalingen (bij toestemming: verrichten diensten en exploiteren betalingssystemen)
vb: betalingstransacties, geldtransferten en uitgifte/aanvaarding betaalinstrumenten
GEEN deposito’s of kredieten
3 Monetaire overheid
= bepalen monetair beleid en uitvoeren
3.1 ECB, ESCB en het Eurosysteem
ESCB: ECB + nationale centrale banken (NCB’s) voorzitter: Christine Lagarde
Eurogebied + Eurosysteem: 1999 ontstaan
Taken: onafhankelijk monetair beleid, coördineren beleid eurozone en andere EU-landen,
valutareserves aanhouden, grensoverschrijdend betalingsverkeer
3.2 Nationale Bank van België (NBB)
= 1850 in Brussel hoofdzetel
Taken: algemeen (nationaal en internationaal) monetaire stabiliteit & financieel toezicht
andere taken: goud- en deviezenreserves beheren, uitgifte Europese biljetten & munten, studie- en
informatiecentrum (over economie en bedrijven, betalingsbalans, buitenlandse handel, jaarrekening)
, Hoofdstuk 1: Belgisch
financiewezen
, financieel toezicht met ECB, internationale opdrachten, dienstverlening staat (Rijkskassier),
dienstverlening financiële sector (RECOUR, TARGET 2, NBB-SSS)
4 Controlerende instellingen
4.1 Gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM)
= stelsel bankentoezicht Europa
Bevoegdheden: toezichtcontroles, bankvergunningen verlenen of intrekken, naleving regels EU,
buffers vaststellen,…
Theorie: toezichthouder banken in eurozone
Praktijk: onderscheid tss banken onder direct toezicht (rechtstreeks toezicht ECB)
indirect toezicht (kleine banken samenwerken ECB)
ECB: significante en probleembanken NBB: andere EBA: overkoepelt nationale toezichthouders
4.2 Nationale Bank van België (NBB)
Micro- & macr-prudentieel (stabiele sector) toezicht
vb: KI, verzekeringsondernemingen, beursvennootschappen, bewaring, betalinginstellingen
Compliance: via CFI
4.3 Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA)
Bevoegdheden: financiële markten, producttoezicht, gedragsregels, dienstverleners tussenpersonen,
financiële educatie, 2e pijler, onrechtmatige activiteiten
4.4 FOD financiën
= bevoegd voor financiële en banksector & tussenkomen bij controlerende instellingen
4.5 Hoge Raad van financiën (HRF)
Door minister van Financiën, studie- en adviesorgaan, analyseren en bestuderen problemen
vb: fiscaliteit, begroting, staatsschuld, e.a.,…
4.6 FOD economie, KMO, Middenstand en Energie
= Algemene Directie Economische Inspectie
Enkele (toezicht)taken: naleving economische wetgeving, bestrijden fraude, witwassen tegengaan,
consumentenkrediet goed leiden, misleiding consumenten voorkomen,…
4.7 Cel voor Financiële Informatieverschaffing (CFI)
= opsporen witwassen geld, zwartgeld of misdaadgeld
Preventief: toepassingsgebied (notarissen, gerechtsdeurwaarders, sector geld en kansspelen,…)
Repressief: sanctioneren
Anti-money laundering regels: identificatie client, cliënt-acceptatiebeleid, waakzaamheid op rare
verrichtingen, meldingsplicht, bewaren bewijsstukken > 10j
Cel Compliance: kijken alles volgens de regels gebeurd & nodig erkenningsplicht
activiteiten: handel met voorkennis, privacywetgeving, deontologische code, witwassen stoppen
4.8 Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA)
= naleving privacywet kijken wat doen met gegevens en klanten informeren erover
, Hoofdstuk 1: Belgisch
financiewezen
5 Centrales
5.1 Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen (CKO)
= registratie kredieten en wanbetalingen maandelijks melden KI
5.2 Centrale voor Kredieten aan Particulieren
= vermijden teveel schulden particulieren
vb: voor verkopen op leningen, leasingovereenkomsten, woonkredieten, kredietopeningen,…
Wat doen: iedere kredietovereenkomst (binnen 2 werkdagen) en betalingsachterstand min. €25
(binnen 8 dagen) melden aan Centrale alle info over klant komt in bestand
Enkele personen toegang tot bestand: advocaten, notarissen, controleurs, consument zelf
beroepsgeheim & enkel voor inlichtingen kredieten en niet marketingdoeleinden
Opvragen positieve en negatieve info (zwarte lijst)
GEEN krediet verstrekken: schuldenlast niet in verhouding tot inkomen & > €1000
betalingsachterstand uitleg wrm weigeren
WEL krediet verstrekken: achterstand < €1000 maar motiveren
Niet naleven verplichtingen = nietig verklaren krediet door rechter
Bewaringstermijn: 3 maanden en 8 dagen na overeenkomst
5.3 Centraal Aanspreekpunt (CAP)
= alle Belgische rekeningnummers, contracten en buitenlandse rekeningen Belgen
1x/jaar info doorspelen naar CAP om fiscale bankgeheim te behouden
Raadpleging door: FOD Financiën, fiscus (bij fraude vermoeden), notarissen, gerechtsdeurwaarders
en persoon zelf
6 Beroepsverenigingen en overlegorgaan
6.1 Belgische Federatie van het Financiewezen (FEBELFIN)
= overkoepelende beroepsfederatie financiële sector
Taken: standpunt innemen, lobbyen, diensten aanbieden leden en communicatie stakeholders
Goede Bankrelatie: gedragscode rond 7 pijlers als standaard voor bank in hun relatie met klanten
FEBELFIN academy, opleiding en examens & attest kredietbemiddelaar
6.2 Assuralia
= vertegenwoordigen Belgische en buitenlandse verzekeringen & behartigen beroepsbelang klanten
Taken: opleiding, studie en overleg, informatie en bewustmaking (preventie)
Andere beroepsverenigingen p.68
7 Ombudsdiensten
7.1 Ombudsfin
= klachten bemiddelen tussen klant en financiële instelling & zelfstandigen max. €50000
schriftelijk advies geven binnen enkele maanden
Voordelen: gratis, niet-bindend, ev. schadevergoeding, onpartijdig
7.2 Ombudsman van de verzekeringen
, Hoofdstuk 1: Belgisch
financiewezen
= hetzelfde als ombudsfin
8 Garantiefonds en beschermingsfonds
= financiële instrumenten beschermen tegen faillissement van KI
Max. €100 000/persoon en per KI voor deposito’s, beleggingstegoeden en levensverzekeringen
Deposito’s: zicht/spaar/termijnrekeningen, kasbons op naam, obligaties uitgegeven voor juli 2014
Beleggingstegoeden: uitkeren binnen 3 maanden als onderneming niet meer kan betalen
Levensverzekeringen: €100 000/persoon & onderneming TAK 21 & na 3 maanden betalen
Beschermingsfonds: financiële instrumenten van klant tot €20 000/persoon/instelling
9 Bemiddelaars of tussenpersonen
Iedereen moet zich laten registreren tegen betaling jaarlijks inschrijvingsrecht bij FSMA & is wettelijk
geregeld (beroepskennis)
9.1 Bemiddelaars in de bank- en beleggingsdiensten
= spaarders & beleggers en ondernemingen in contact brengen met elkaar om activiteiten uit te
voeren
Wet Willems: onderworpen aan wet betreffende bank- en beleggingsdiensten
bankagent/gevolmachtigd agent: zelfstandige die handelt voor 1 KI
bankmakelaars: producten meerdere banken aanbieden & cashless
Verantwoordelijken voor de distributie (VDD) & personen in contact met publiek (PCP)
Voorwaarden erkenning: beroepskennis beschikken, bijscholingsplicht, ervaring hebben,…
9.2 (Neven)verzekeringstussenpersonen
= geen bemiddelende functie maar brengt partijen in contact met elkaar
Taken: verzekeraar zoeken + info, contract in orde brengen, afhandelen schadegeval en
mededelingsplicht opvolgen & wijzigingen
Wet Cauwenberghs: geregeld bij wet over verzekeringsbemiddeling en distributie
geldt voor zelfstandige verzekeringstussenpersonen, directe verzekeraars en banken,…
Onderscheidt: onafhankelijke tussenpersonen zonder contract, niet-afhankelijke tussenpersonen
zonder vrije keuze onderneming en VVD & PCP
Voldoen aan voorwaarden voor inschrijving: theoretisch en praktische beroepskennis,
examenplicht, bijscholingsplicht, professionele betrouwbaarheid, voldoende financiële draagkracht,
beroepsaansprakelijkheidsverzekering
9.3 Kredietgever en kredietbemiddelaars
Kredietgever: vergunning FSMA
Kredietnemer: attest kredietbemiddeling FSMA
WER: kredietbemiddelaar is natuurlijk of rechtspersoon die niet optreedt als kredietgever maar
tegen een vergoeding kredietovereenkomsten aanbiedt of kredietovereenkomsten sluit
Onderscheidt: bemiddelaars in hypothecaire kredieten (kredietmakelaars, -agenten) & bemiddelaars
in consumentenkredieten (makelaars, agenten al dan niet in nevenfunctie)
10 Andere instellingen
c Onafhankelijke financiële planners
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller arteveldestudente. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.30. You're not tied to anything after your purchase.