H1 t/m H4 van het boek Moresprudentie: Ethiek en beroepscode in het sociaal werk. Eerste druk, vijfde oplage. Geschreven door J. Buitink, J. Ebskamp, R. Groothoff. Afgerond met een 8.4 bij de eerste kans.
Sociaal Pedagogische Hulpverlening / Social Work / MWD
Ethiek
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
larossah
Content preview
Moresprudentie
Hst 1: Herkennen van morele keuzes
Verschillende manieren om naar een probleem te kijken:
- Methodisch perspectief = wat is de gebruikte methode?
- Empirische perspectief = hoe valt de beslissing feitelijk uit?
- Ethisch perspectief
Morele sensitiviteit
Cognitieve flexibiliteit = de bereidheid je kennis te herzien op grond van nieuwe feiten
Normatieve professionaliteit = het in staat zijn om moreel relevante situaties te herkennen en ervan
te leren
Lia van Doorn: ‘hulpverlening mist moraal’
Verbetering door:
- aandacht moraal in supervisie/intervisie.
-’moresprudentie’
-maatschappelijke betrokkenheid van hulpverleningsinstellingen en beroepsgroep
Victor Bersselaar: belang van normatieve professionaliteit = Hulpverleners moeten stilstaan bij eigen
ideeën inzake het goede leven
Moreel beraad/morele oordeelsvorming/moreel forum = discussie over morele situaties
Moresprudentie = het vastleggen vd uitkomsten van die discussie (dit is een voortdurend verversend
en aangroeiend bestand)
Moreel dilemma = de meest urgente vorm van een moreel relevante situatie. Er is hier ook de
grootste kans tot spijt
Benjamin Barber: Jihad versus McWorld: de hedendaagse wereld wordt verscheurd door twee
tegenovergestelde krachten die de democratie ondermijnen. 'McWorld' staat voor globalisering,
kapitalisme en consumentisme en 'Jihad' voor de traditionele, religieuze respons hierop
3 wereldenmodel van Habermans:
Belang =
- Te voorkomen dat je te snel en eenzijdig over een gebeurtenis oordeelt
- Inzicht te geven in wat voor soort kwestie het gaat (en wat voor soort argumentatie vereist
is).
3 perspectieven die ieder een ander deel vd werkelijkheid in kaart brengen
Cognitief perspectief:
- Omschrijvend
, - Rol van observator
- Perspectief kan gedeeld worden met anderen, maar anderen kunnen ook andere dingen
zien, jou corrigeren of jou aanvullen
- Observatietermen = termen die voor iedereen hetzelfde betekenen en een directe relatie
hebben met de zintuigelijk waarneembare feiten
- Doel = een beschrijving vd geobserveerde waar iedereen zich in kan vinden
- Vb. iemand zit voorovergebogen, tranen lopen langs de wangen, snikt, etc.
- Beschrijvende of descriptieve ethiek = een keuze of mening beschrijven zonder er een oordeel
over te vellen. Normen en waarden van verschillende culturen worden geïnverstariseerd
Subjectief perspectief:
- Gaat om de beleving van het geobserveerde
- Wat voelden de mensen in de omgeving?
- Kan niet gedeeld worden met anderen en anderen kunnen het niet corrigeren
- Theorie vd analogie = mensen vergelijken hun eigen ervaringen uit het verleden met die van
een ander en projecteren hierdoor hun eigen gevoelens uit het verleden op een ander. Als je
iemand ziet huilen en je voelt daar iets bij dan voel je niet wat diegene voelt maar wat je
denkt dat diegene voelt (en dat is iets wat jij ooit voelde toen je verdrietig was)
- Expressieve beweringen = beweringen over gevoelens en over het innerlijk, valt niet te
toetsen
Normatief perspectief:
- Gaat om waardeoordelen over de werkelijkheid
- Perspectief kan gedeeld worden met anderen
- Vb. je hoort niet te huilen, je moet sterk zijn
- Normatieve of prescriptieve ethiek = het vinden van morele principes op grond waarvan we
menselijk handelen kunnen beoordelen. Verschillende soorten oordelen:
1. Waardeoordeel = vanuit normatief perspectief
2. Functie oordeel = bv over de effectiviteit van een bepaalde methode = cognitief
perspectief
3. Smaakoordeel = vanuit subjectief perspectief
Basis primaire emoties = emoties die aangeven dat er in moreel opzicht iets aan de hand is
Specifieke primaire signalen = emoties die uiteindelijk verwijzen naar de waarden die in het geding
zijn; zij geven aan wat er in moreel opzicht aan de hand is
Secundaire signalen = Emoties die opkomen nadat er in de moreel relevante situatie is gehandeld
Perspectief Onderwerp Soort bewering Geldigheidsclaim
Cognitief Feiten Feitelijke bewering Waarheid
Normatief (sociaal) Normen en waarden Normatieve bewering Juistheid
Subjectief Gevoelens Expressieve bewering Waarachtigheid
Tussen de 3 perspectieven bestaat een duidelijke samenhang
Postmodernen: zeggen dat een objectieve kijk op de werkelijkheid niet mogelijk is
, Modernen: keerden zich tegen deze opvatting en probeerden een kennistheorie te ontwikkelen
waarin feiten en waarden van elkaar te onderscheidden zijn (vb Habermans)
Met iedere taalhandeling doen we 3 dingen: we zeggen iets over de werkelijkheid (cognitief), wat we
willen (normatief?) en wat wel voelen (subjectief).
Als sociaal werker moet je de interpretatie van alle aanwezige bekijken. De sorteermachine(van
cognitieve, normatieve en subjectieve beweringen) moet opengeklapt worden tot een ‘double
screen’
Cultuur = cognitief perspectief
Instituties = normatief perspectief
Persoonlijkheid = subjectief perspectief
3 soorten vergissingen bij het morele onderzoek:
- Emotivisme
- Naturalisme
- Moralisme
Perspectief Onderwerp Soort vergissing
Cognitief Feiten Naturalisme (naturalistic fallacy)
Normatief (sociaal) Normen en waarden Moralisme
Subjectief Gevoelens Emotivisme
Emotivisme = wat goed voelt = goed. Wat niet goed voelt = moreel verwerpelijk
Naturalisme = het feitelijke wordt voor moreel juist aangenomen. Morele kwesties worden
teruggebracht tot wetenschappelijke inzichten en ingrepen
Moralisme = er wordt een wil toegekend aan zaken die geen wil hebben. vb abortus door goddeloos
handelen
Moreel relevante situatie = situatie met wilsvrijheid, aanwezigheid van normen en waarden waaraan
wij ons verbonden voelen en een mogelijkheid tot anders handelen
Moraal = het geheel aan normen en waarden waar wij ons gebonden aan achten = een stand van
zaken
Ethiek = het bestuderen van het moraal = een activiteit
Meta ethiek = richt zich op de ethiek zelf. Verder onderzoekt zij de status van morele zaken en de
achtergronden van onze overtuigingen
Fases van gewetensontwikkeling (Kohlberg)
Nb. Mensen zijn opvoedbaar
- Preconventionele stadium: straf en beloning staan centraal/ keuzes worden gemaakt o.b.v.
voor wat hoort wat
- Conventionele stadium: de mening vd groep staat voorop. Ze willen voldoen aan de
verwachtingen van anderen. Er is een groeiend besef vh belang vd regels. De keuze wordt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larossah. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.55. You're not tied to anything after your purchase.