Het onderhavige document bevat alle onderwijsgroepen voor de module 'arbeidsrecht' (PUB4014). Per leertaak zijn de vragen uitgewerkt en vanuit meerdere invalshoeken beantwoord door gebruik te maken van voorgeschreven literatuur (samengevat), (niet-)aanbevolen literatuur en jurisprudentie. Voorts zi...
ONDERWIJSGROEPEN:
ARBEIDSRECHT
Incluis samenvatting literatuur, jurisprudentie en oefententamen
LexRosa 2022 - Verspreiden niet toegestaan.
,Inhoudsopgave
Bijeenkomst I. De arbeidsovereenkomst en atypische arbeidsrelaties ................. 2
Bijeenkomst II. Bijzondere bedingen en wijziging van de arbeidsovereenkomst.
............................................................................................................................. 29
Bijeenkomst III. Arbeid, loon en verlof .............................................................. 56
Bijeenkomst IV. Ontslagrecht I........................................................................... 75
Bijeenkomst V. Ontslagrecht II ........................................................................... 95
Bijeenkomst VI. De cao .................................................................................... 123
Bijeenkomst VII. Herstructurering .................................................................... 149
, Bijeenkomst 1: De arbeidsovereenkomst en
atypische arbeidsrelaties
Literatuur
- A.R. Houweling (red.) e.a., Loonstra en Zondag. Arbeidsrechtelijke themata, Hoofdstuk 4,
hoofdstuk 5
- Implementatiewetgeving van de Richtlijn betreffende transparante en voorspelbare Arbeids-
voorwaarden (Canvas)
Aanvullend
- D. de Wolff, Implementatie van de Richtlijn betreffende transparante en voorspelbare
Arbeidsvoorwaarden, TRA 2022/12
Jurisprudentie
- HR 14 november 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2495 (Groen/Schoevers)
- HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746 (X/Amsterdam)
Nieuwe wetgeving (mogelijk nog niet in je wettenbundel opgenomen)
- Implementatiewetgeving (NL) betreffende de Richtlijn betreffende transparante en voorspel-
bare arbeidsvoorwaarden https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2022-277.html
2
LexRosa 2022 - Verspreiden niet toegestaan.
, Argumentatietaak
In Arbeidsrechtelijke Themata stellen Houweling c.s. in par. 4.3.2: dat zij sterke bedenkingen hebben
bij de twee in dat stuk besproken arresten van de Hoge Raad. Het begrip “essentialia” zou door de HR
verkeerd zijn ingevuld en de opvatting zou uitdrukkelijk geen navolging verdienen.
Wat vind je van die stelling?
Beantwoording: de stelling kan op twee manieren benaderd worden mijnentwege. Ten eerste kan
tegen de stelling ingebracht worden dat de uitleg van de HR over het begrip ‘essentialia’ geen
aanvullende elementen teweegbrengt. Een onderscheid kan mijns inziens gemaakt worden, navenant
advocaat-generaal Keus, tussen de totstandkoming van de overeenkomst die ontstaat middels
aanbod en aanvaarding (wilsovereenstemming, art. 3:33-3:35 en 6:217 e.v. BW) en nadien van de
kwalificatie van deze overeenkomst zijnde een arbeidsovereenkomst. De kwalificatievraag blijft
ingevuld worden door te kijken naar de elementen uit art. 7:610 BW, maar de
totstandkomingsvraag van een overeenkomst an sich wordt (mede) bepaald door de essentialia
van de overeenkomst, waarbij de subjectieve partijbedoeling meespeelt. Sprekend over de
subjectieve partijbedoeling, kan ten tweede voor de stelling van de auteurs ingebracht worden dat er
een uitholling plaatsvindt van de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst alsmede de
dwingendrechtelijke definitie uit art. 7:610 BW door de subjectieve partijbedoeling te laten meewegen
in het kader van de essentialia van de overeenkomst.
De Hoge Raad is van mening dat een overeenkomst pas tot stand komt, indien over de essentialia
van de overeenkomst overeenstemming is bereikt. Wat essentialia zijn is afhankelijk van de
(subjectieve) bedoeling van partijen. Volgens de auteurs impliceert de leer van de essentialia dat
naast de vier elementen van art. 7:610 BW er kennelijk nog meer en andere elementen tussen partijen
kunnen gelden die aan het aangaan van de arbeidsovereenkomst in de weg staan, zoals
overeenstemming over een concurrentiebeding. Volgens de auteurs verzet het dwingendrechtelijke
karakter van art. 7:610 BW zich hiertegen.
Aan de ene kant ben ik het eens met de stelling van de auteurs dat de Hoge Raad de essentialia
verkeerd invult en daarom uitdrukkelijk geen navolging interpreteert. De Hoge Raad wijkt namelijk
deels af van het bepaalde in art. 7:610 BW door meer ‘elementen’ voor een overeenkomst te stellen
dan in de wet zijn opgenomen. Naast de bestaande elementen van art. 7:610 lid 1 BW wordt er in het
arrest een voorwaarde toegevoegd, namelijk de essentialia van de arbeidsovereenkomst. Als je gaat
eisen dat overeenstemming moet zijn over andere aspecten voeg je een element toe.
Er zijn drie (of: vier) elementen. Er moet ook wilsovereenstemming zijn, maar niet ten aanzien
van alles. Wellicht dat de arresten vrij uitzonderlijke situaties betreffen. Blijft ad hoc-benadering. Niet
duidelijk waar de grens ligt. Je kunt hierbij diverse invalshoeken kiezen. Uit arresten
(Groen/Schoevers, ABN Amro/Malhi) komen stappen naar voren:
- Wat is de bedoeling van partijen? (Lees: partijbedoeling)
- Wat is de tekst van de arbeidsovereenkomst?
- Hoe hebben partijen er (feitelijk) uitvoering aangegeven?
Aantekeningen literatuur
(p. 184) Essentialia van de (arbeids)overeenkomst. In het algemeen geldt – als uitgangspunt –
volledige contractsvrijheid. Partijen kunnen binnen zekere grenzen overeenkomen wat ze willen.
Doorgaans doet één partij een voorstel, waarop de andere partij reageert en alzo ontstaan
onderhandelingen tussen partijen. Dit ‘spel’ wordt door middel van aanbod en aanvaarding (art. 3:33-
3:35 en 6:217 e.v. BW) gespeeld. De vraag doet zich dan voor wanneer er een overeenkomst tot
stand is gekomen. (p. 185) Zeker bij wat meer complexe contracten kan men het over een aantal
details wellicht nog niet helemaal eens zijn, maar is de overeenkomst als zodanig wel tot stand
gekomen omdat partijen over de essentiële elementen overeenstemming hebben bereikt. Deze
benadering van ‘essentialia van de overeenkomst’ is vrij gebruikelijk in het algemeen vermogensrecht.
3
LexRosa 2022 - Verspreiden niet toegestaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LexRosa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.