100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting module 2 (1.2.3 opvoeden en opgroeien) $4.81
Add to cart

Summary

Samenvatting module 2 (1.2.3 opvoeden en opgroeien)

 25 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting heb ik alle literatuur + de aantekeningen uit de les samengevoegd. Voor de verduidelijking heb ik ook gebruik gemaakt van plaatjes en foto's. Ik heb hier een 8,6 mee gehaald.

Last document update: 2 year ago

Preview 3 out of 29  pages

  • November 5, 2022
  • November 5, 2022
  • 29
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Psychologie een inleiding
Hoofdstuk 2 tot 2.1.3
Biopsychologie: specialisme die zich richt op een combinatie van biologie, gedrag en
psychologische processen. Ze werken vaak samen met anderen wetenschappers die zich
bezighouden met de relatie tussen hersenen en geest. Deze beroepen samen vormen de
neurowetenschappen.


Genen en gedrag
 De mens heeft aangeboren capaciteiten. Bij de geboorte zijn mensen al
geprogrammeerd voor taal, sociale interacties, zelfbehoud en vele andere functies.
 Evolutie: het geleidelijke proces van biologische verandering van een soort doordat
die zich succesvol aanpast aan zijn omgeving.
Evolutie en natuurlijke selectie
 Creationisme: de religieus geïnspireerde opvatting dat het universum en al het leven
op aarde hun ontstaan te danken hebben aan een bijzondere scheppingsdaad (god).
 Natuurlijke selectie: drijvende kracht achter de evolutie, waardoor de omgeving de
beste aangepaste organismen selecteert (t sterkste overleefd verhaal)
 Adaptieve kenmerken: kenmerk van een soort dat is ontstaan gebaseerd op
aanpassing aan een specifieke omgeving. Voor de mens betekende dit ontwikkelen
van grote hersenen die aan taal zijn aangepast.


Genen en erfelijkheid
 Genotype: kenmerken van een organisme zoals die genetisch zijn vastgelegd.
(99.9% van ons genetisch materiaal is allemaal hetzelfde.)
 Fenotype: waarneembare fysieke kenmerken van een organisme. Dus als het
genotype de ‘blauwdruk’ is, zijn de daaruit voortkomende fysieke eigenschappen het
fenotype.
 Het fenotype wordt beïnvloed door de omgeving waarin je opgroeit.
 Genoom: het genoom van een organisme bevat één complete set van
chromosomen.
 DNA: lang, complex molecuul dat informatie bevat over alle genetische
eigenschappen. De volledige naam voor DNA is desoxyribonucleïnezuur.
 Genen: stukjes van een chromosoom waarin de codes voor de erfelijke lichamelijke
en psychische eigenschappen van een organisme zijn opgeslagen. Ze vormen de
functionele elementen van een chromosoom. Elk gen draagt bij aan de werking van
een organisme door voor één enkel eiwit te coderen. Duizenden van die eiwitten bij
elkaar dienen vervolgens als bouwstenen voor de lichamelijke eigenschappen van
het organisme en reguleren de interne werking van het lichaam.
 Chromosoom: lange, dunne spiraalvormige draad waarlangs de genen zijn
gerangschikt als kralen van een ketting. Chromosomen bestaan voornamelijk uit
DNA.
 Genen bestaan uit nucleotiden, de ‘letters’ in het genetische ‘woord’. Er zijn slechts
vier verschillende soorten nucleotiden, daarom bestaan genen soms wel uit

, honderden nucleotiden om toch een unieke code te maken. Ze helpen met het maken
van eiwitten.
 Geslachtschromosoom: een chromosoom dat onze lichamelijke
geslachtskenmerken bepaald. X en y chromosomen. Dit zijn twee van de 46
chromosomen (23 paar)
 Autosoom: een chromosoom dat geen geslachtschromosoom is, dus de overige 22
paar.
 Alle organismen volgen dezelfde basale erfelijkheidswetten. De verschillen tussen
soorten ontstaan dus door verschillende genetische ‘woorden’-de genen zelf- die met
dezelfde vier letters van het universele vier-letteralfabet van het leven worden
‘gespeld’.
 Onze genen hebben invloed op onze psychologische eigenschappen, net als onze
lichamelijke kenmerken.
 Onderzoek naar de relatie tussen genen en gedrag levert veel stof tot discussie over
‘vrije wil’ versus ‘determinisme’ oftewel, in hoeverre is het gedrag van mensen een
vrije keuze en in hoeverre wordt het bepaald door onder meer genetische
eigenschappen.



Blz. 66-78
Hoe produceren de hersenen gedrag en psychische processen?
 Hersenstam= meest primitieve van de drie hersenlagen. Hij bestaat uit de medulla
oblongata, de pons en de formatio reticularis. Hier worden de instinctieve reacties
geregeld. Hij voert de meest elementaire functies uit.
 Wij en andere zoogdieren hebben boven de hersenstam nog twee lagen ontwikkeld:
het limbische systeem en het cerebrum.
 De hersenstam verbindt ook allerlei belangrijke gebieden waar informatie wordt
verwerkt. Drie daarvan zitten in de hersenstam zelf (de medulla, de pons en de
formatio reticularis) en twee grenzen eraan (de thalamus en het cerebellum)
 Medulla (oblongata)= gebied in de hersenstam dat de ademhaling en de hartslag
controleert. De sensorische en motorische zenuwbanen die de hersenen met het
lichaam verbinden, kruisen elkaar in de medulla. Medulla oblongata betekent letterlijk
‘verlengd (ruggen)merg.
 Pons= gebied in de hersenstam dat de hersenactiviteit tijdens de slaap en dromen
reguleer. Pons is het Latijnse woord voor brug.
 Formatio reticularis= potloodvormige structuur in de hersenstam die betrokken is bij
het slapen en waken.
 Thalamus= dit centrale koppelstation van de hersenen ligt recht boven de
hersenstam. Bijna alle boodschappen die de hersenen bereiken of verlaten, passeren
de thalamus.
 Cerebellum= deze ‘kleine hersenen’ zijn verbonden met de hersenstam. Het
cerebellum is verantwoordelijk voor gecoördineerde bewegingen.
 Samen reguleren het cerebellum, de thalamus en de hersenstam de meest
elementaire functies van beweging en van het leven zelf.

, Het limbische systeem: emoties, herinneringen en meer
 Definitie: de middelste laag van de hersenen, betrokken bij emotie en herinnering.
Het limbische systeem omvat het corpus amygdaloideum (de amygdala), de
hippocampus, de hypothalamus en andere structuren.
 Alleen zoogdieren hebben een volledig ontwikkeld limbisch systeem, een diverse
verzameling structuren die rond de thalamus diep in de hersenhelften zijn gewikkeld.
Hierdoor hebben we een sterk uitgebreid vermogen wat betreft emoties en geheugen:
vaardigheden die ons een groot voordeel van psychische flexibiliteit geven.
 Omdat we een limbisch systeem hebben hoeven we niet uitsluitend te vertrouwen op
instincten en reflexen.
 Globaal kun je het systeem beschouwen als het centrale commando van de
hersenen, dat vele taken tegelijk uitvoert met betrekking tot emoties, motieven,
geheugen en het handhaven van een evenwichtige toestand in het lichaam.
 De hippocampus maakt ons geheugensysteem mogelijk. De hippocampus heeft
onder meer de taak om ons de locatie van voorwerpen te helpen herinneren,
bijvoorbeeld waar je auto staat.
 De hippocampus blijkt te groeien door ervaring
 De amygdala dankt zijn naam aan zijn vorm, betekent amandel in het Grieks. Je
hersenen hebben twee amygdala’s, aan elke zijde één. De amygdala’s bevinden zich
voor de hippocampus.
 Speelt een rol bij emoties, onder meer bij angst en agressie. Ook gebruikt de
amygdala herinneringen voor de regulering van emotionele responsen. Iemand die bv
een ernstig auto-ongeluk heeft gehad, reageert heftiger op kleine bedreigingen van
andere bestuurders.
 De hypothalamus voert verschillende taken uit in het proces van handhaving van
een stabiele, evenwichtige toestand in het lichaam. Onder meer het versturen van
‘endocriene berichten’
 Door constant het bloed te controleren. Registreert deze structuur kleine
veranderingen van de lichaamstemperatuur, de hoeveelheid vloeistof en de
concentratie voedingsstoffen. Als een verstoring van het evenwicht wordt vastgesteld,

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IsaVerkruyssen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added