100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege rechtseconomie $6.47   Add to cart

Class notes

Hoorcollege rechtseconomie

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Hoorcollege aantekeningen rechtseconomie week 1-7

Preview 3 out of 17  pages

  • November 5, 2022
  • 17
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Dr. weishaar
  • All classes
avatar-seller
Rechtseconomie HC

Week 1-A – Welvaart, Markten en economie
Voorkeuren
 Volledige voorkeursordening
 Transitief; als F wordt geprefereerd boven D en D boven B, dan wordt F geprefereerd
boven B
 Meer boven minder
 Indifferentiecurven brengen voorkeuren van een individu in beeld
o Meer van alles geeft de hoogst bereikbare indifferentiecurve
o Wel kijken wat het hoogst mogelijke is voor iemand -> bijv. iemand heeft een
budget
o Helling van indifferentiecurven; verandering van X tegenover Y
 Is iemand bereid meer van het een op te offeren om meer van het ander
te krijgen
o Optimale keuze; hoogst bereikbare indifferentiecurve
 Helling van de indifferentiecurve = helling van de budgetlijn
o Pareto verbetering; nut van A wordt groter zonder dat het nut van B kleiner
wordt -> Oog van verbetering
 Interpersonele nutsvergelijking; hulpmiddel om te onderzoeken welke
invloed een bepaalde verandering heeft op de gezamenlijke maatschappij
 Pareto optimum; wanneer de indifferentiecurven van A en B elkaar raken
kan er sprake zijn van een situatie van een gezamenlijk
welvaartsoptimum als er geen Pareto verbeteringen meer mogelijk zijn
 De contractcurve is een weergave van de verzameling van Pareto opima,
en bestaat uit de verzameling van punten waarin de indifferentiecurven
van de betrokken individuen elkaar raken
o Hicks-Kaldor criterium; een verbetering van de gezamenlijke welvaart wordt
gerealiseerd indien er sprake is van een verandering waarbij alle betrokkenen
erop vooruit zouden kunnen gaan
 De in geld uitgedrukte nutswinst van de winnaars overtreft het geld in
uitgedrukte nutsverlies van de verliezers
 Toepassing; kosten-batenanalyse
 Uitdagingen;
 Geldwaarde op een bepaald moment
 Geldwaarde voor rijk en arm verschilt
 Kwalitatieve en kwantitatieve elementen

Marktfalen
 Externe effecten
 Collectieve goederen
o Non-exclusief
o Non-rivaliserend
 Onvolledige mededinging/monopolies
 Onzekerheid/informatiegebreken

,Week 1-B – Welvaart, markten en overheid
Waarom zijn er markten
 Specialisatie -> hogere productiviteit -> ruilen om hier van te profiteren
 Transactiekosten;
o Hindernis in het ruilproces;
 Zoeken van informatie over prijzen en kwaliteiten
 Het voeren van onderhandelingen over de verkoopvoorwaarden
 Het afsluiten van overeenkomsten
 Het controleren van de naleving van overeenkomsten
 Het zo nodig afdwingen van de naleving van overeenkomsten
o Zijn afhankelijk van;
 De mate waarin er investeringen nodig zijn die specifieke voor de
desbetreffende transactie worden gedaan
 Frequentie waarmee de transacties plaatsvinden
 Complexiteit van de transactie en de onzekerheid over de kwaliteiten van
de goederen
 Ingewikkeldheid van het meten van de kwaliteiten
 De mate waarin een partij afhankelijk is van derden

Consequenties van markten voor de maatschappelijke welvaart
 Vraagcurve -> naar beneden hellend
 Aanbodcurve -> naar boven hellend
 Winstmaximalisatie bij MO = MK
 Evenwicht van de markt; kopers en verkopers zijn tevreden met hun hoeveelheden
respectievelijk de marktprijs -> bij snijpunt vraag en aanbod
o Tegen prijzen boven de evenwichtsprijs wordt minder verkocht
o Tegen prijzen onder de evenwichtsprijs kunnen consumenten niet het aantal
producten krijgen dat ze willen

Week 2-A
Certification of licesing
 Algemene regels m.b.t. informatievoorziening
o Een verbod op foutieve en misleidende informatie
o Verplichte openbaarmaking van informatie (bijv. labels)
 Certification (=certificering, keurmerken)
o Risico; te hoge investering in opleiding (en signaleringseffecten)
o Vaak in de vorm van private regulering, maar kan ook ondersteunend worden
door publieke handhaving
 Licensing (=vergunningenstelsel);
o Geen discriminatie op basis van opleiding of intelligentie consument
o Bepaalde producten of diensten worden van de markt geweerd
o Risico; substitutie effect
 > heterogeniteit van consumentenvoorkeuren is een belangrijk criterium in het maken
van de keuze tussen certification en licensing

, Marktfalen vs. overheidsfalen
 Private interest benadering;
o Belangengroepen theorie
 Economische reguleringstheorie (Chicago School)
 Markt voor regulering; aanbod en vraag
 Stigler, Peltzman, Posner, Becker
o Toetredingsbelemmeringen (wettelijk vs. traditioneel)
o Industrie vs. andere belangengroepen
o Ook; grandfather clauses en shadow interest groups
 Public choiche (Virginia School)
 Economische analyse van het gedrag van politici / bestuurders
 Tullock, Buchanan, Krueger etc.
 Rent seeking gedrag; focus op kosten van lobbying
 Gemeenschappelijk; passieve rol van de bestuurder
o Olson’s criteria voor succesvolle lobbying
 Lage transactiekosten;
 Relatief kleine groepen
 Die goed georganiseerd zijn -> maakt het gemakkelijker om bij
elkaar te komen om in de politiek te bekijken hoe je erop vooruit
gaat
 En die een duidelijk doel hebben (single-issue oriented)
 Hoge informatiekosten voor ‘public at large’ – hoe complexer de
regulering, hoe meer voordelen er worden doorgespeeld naar
belangengroepen i.p.v. de samenleving in het algeheel
o Tollbooth theorie;
 Bestuurders als monopolist
 Bewust inefficiënte regulering met het doel rents te behalen via
bijv. omkoperij en campagnebijdragen
 Corruptie
 Actieve rol van bestuurders
 Kan worden beschouwd als onderdeel van public choice
 Publieke en private regulering omvat o.a.;
o Private regulering omvat o.a.;
 Private certificering
 Private normen en standaarden
 Zelfregulering
 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
o Soms ondersteund door de wetgever
 Criteria voor zelfregulering (Miller, 1985)
 Specifieke kennis
 Flexibiliteit van zelfregulerende instanties
 Lagere kosten bijv. naleving van zelfregulering (compliance costs)
 Criteria gelden ook voor andere vormen van private regulering?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leontiencombee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.47
  • (0)
  Add to cart