1. KUNNEN OUDERS OF OPVOEDERS KINDEREN BEÏNVLOEDEN VIA
OPVOEDING?
1.1. STELLING 1: DE MENS IS VANAF ZIJN GEBOORTE VOLLEDIG BEPAALD =
NATURE
Erfelijke aanleg bepaalt de ontwikkeling van het kind
Pedagogisch pessimisme het kind is niet opvoedbaar
opvoeding = een natuurlijk proces, niet beïnvloedbaar van buitenaf
DUS:
Alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg.
Voorbeeld: genetisch materiaal (dus opvoeding heeft geen invloed)
1.2. STELLING 2: DE OPVOEDING MAAKT DE MENS TOT MENS = NURTURE
Invloed vanuit het milieu maakt de mens tot mens (milieu = omgeving van het kind) bv:
je ouders, je dorp, je cultuur, …)
Omgevingsfactoren zijn doorslaggevend
Opvoeding is almachtig. Het kind is product van omgeving.
Het kind wordt geboren als een onbeschreven blad en hoe het kind verder ontwikkelt is
afhankelijk van het milieu waarin het opgroeit.
DUS:
Alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding, met name door de
leefomgeving.
1.3. STELLING 3: DE MENS BEPAALT ZICHZELF (PERSOONLIJKE VRIJHEID)
= Existentialistische opvatting
Deze opvatting wordt vooral verwoord door Sartre
De mens maakt zichzelf, hij is niet opvoedbaar
Menselijke vrijheid staat centraal
De mens maakt zelf keuzes en kiest zijn eigen doelen
Beïnvloeding is onmogelijk
1
,2e jaar Orthopedagogie
Karel De Grote Hogeschool
1.4. STELLING 4: GENUANCEERDE, SYNTHETISCHE VISIE
Menselijke ontwikkeling is het resultaat van het dynamisch spel tussen:
1) Erfelijke aanleg: kinderen worden met een bepaalde aanleg geboren die het vele
ontwikkelingskansen geeft maar die ook grenzen aan stelt.
2) Milieu: bv: kinderen die opgroeien in een kansarm milieu krijgen ook vaker minder
mogelijkheden voor hun talenten te ontplooien.
3) Zelfbepaling: kinderen kunnen zelf bepaalde beslissingen nemen. Ze hebben een eigen wil.
Als Orthopedagogische begeleider hanteer je deze visie
Hoofdstuk 2: het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner
Bronfenbrenner gaat er van uit dat de omgeving waarin het kind zich opgroeit een grote invloed
heeft op zijn ontwikkeling.
- Hij beschrijft 4 niveaus die het kind gelijktijdig beïnvloeden: micro, meso, exo en
macroniveau
- Hij zegt dat je de ontwikkeling van een kind niet goed kan begrijpen als je niet bekijkt hoe
een kind in elk van die systemen past.
Er is een wederzijdse beïnvloeding tussen kind en omgeving (al vanaf de conceptie)
Het ecologisch model van Bronfenbrenner
2. 4 NIVEAUS DIE HET KIND GELIJKTIJDIG BEÏNVLOEDEN:
2
,2e jaar Orthopedagogie
Karel De Grote Hogeschool
2.1. MICROSYSTEEM
= De dagelijkse, directe omgeving waarin het kind leeft
- Het gezin in voor het kind het belangrijkste microsysteem.
- Eens het kind opgroeit komen er andere microsystemen in beeld
o Bv: de school met de leerkracht en medeleerlingen, de chréche met de
verzorgende en de andere kindjes, …
- Om van een microsysteem te kunnen spreken, is dat het kind met een vaste
gesprekspartner omgaat
- Het wordt gekenmerkt door een aantal aspecten:
o Sociale aspecten
De samenstelling van het systeem
De taakverdeling
Onderlinge relaties
Verwachtingen/eisen
Bv: in het microsysteem ‘gezin’ is het de gewoonte dat elke avond
de ouder een verhaaltje voorleest
Bv: in het microsysteem ‘school’ is er de verwachting dat de
kinderen luisteren naar de leerkracht en stil zitten.
o Fysische/materiële aspecten
De huisvesting
De buurt
Het gebouw
De setting
De locatie
Bv: in het microsysteem ‘turnclub’ sport het kind elke week in een
ouder sporthal met oud materiaal. In de winter is het daar erg
koud.
Bv: in het microsysteem ‘gezin’ woont een kind in een huis met een
grote tuin waarin een schommel staat.
Microsystemen vormen een dynamische context voor de ontwikkeling van het
kind wederzijdse beïnvloeding
Kinderen zijn GEEN passieve ontvangers van de invloeden binnen het microsysteem
o Zij oefenen ook zelf invloed uit.
o Zij bouwen mee aan hun microsysteem en geven er vorm aan.
Er is sprake van wederzijdse beïnvloeding
2.2. MESOSYSTEEM
= Het geheel van microsystemen van het kind en hun onderlinge relaties.
3
, 2e jaar Orthopedagogie
Karel De Grote Hogeschool
Voorbeeld: de thuissituatie heeft gevolgen voor de schoolsituatie en de school heeft ook invloed op
wat thuis gebeurd.
Kwaliteit relaties: kan variëren van zeer goed tot uiterst slecht
bv: de kwaliteit van de relatie tussen ouder en onthaalouder is goed. De moeder kan
haar vragen stellen en de onthaalmoeder neemt haar tijd ze te beantwoorden.
Frequentie van relaties: geeft aan hoe vaak er contact is tussen de verschillende
microsystemen
bv: ouders kunnen nauwelijks tot geen contact hebben met de trainer van de
voetbalploeg van hun dochter.
Waardering voor elkaar : kan verschillen van grote waardering tot afwijzing tot zelfs
overwaardering.
bv: afwijzing: ouders van een puber kunnen zeer afwijzend staan tegenover de
vriendengroep van hun kind.
Overgangen tussen microsystemen kunnen voor het kind vlot of minder vlot verlopen.
2.3. EXOSYSTEEM
= Systemen waarvan het kind niet direct deel uit maakt, maar het systeem
heeft wel een invloed op de ontwikkeling van het kind.
Fragmentarisering heeft te maken met de verschillende microsystemen
waarin kinderen verblijven en de exosystemen waarin ouders functioneren.
Hoofdstuk 3:Balansmodel van Bakker
Opvoedingstaken van de ouders moet in balans zijn met hun vaardigheden om de situatie aan te
kunnen!
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinedenie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.