Dit document bevat een begrippenlijst van alle stof uit het boek 'psychology' van Peter Gray. Dit is een begrippenlijst voor het tentamen van het vak 'inleiding in de psychologie' voor het tentamen op 11 november voor de studie psychologie in Leiden.
TEST BANK -- SUMMARY INTRODUCTION TO PSYCHOLOGY, 8TH EDITION BY PETER O. GRAY (AUTHOR), DAVID BJORKLUND (AUTHOR)PART 1 (PB0014) -- SAMENVATTING INLEIDING TOT DE PSYCHOLOGIE, 8E EDITIE DOOR PETER O. GR...
Introduction to Psychology (Ch.1-16)
Samenvatting Psychology - Introductory Psychology and Brain & Cognition (7201702PXY)
All for this textbook (37)
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Psychologie
Inleiding In De Psychologie
All documents for this subject (71)
1
review
By: elsbethtimmenga • 2 year ago
Seller
Follow
socialewetenschappen
Reviews received
Content preview
Begrippenlijst met uitleg voor elk hoofdstuk van het boek
‘Psychology – Peter Gray’ 8e editie
Bij het begin van een nieuw hoofdstuk begint de andere kleur blauw.
begrip betekenis
dualisme Er bestaat een geest en materie
Materialisme Alles bestaat uit materie
Empirisme Kennis komt door ervaring
Association by contiguity Als twee dingen samen voorkomen zullen ze samen worden
geassocieerd
Nativisme Kennis is aangeboren
Within subject experiment Een persoon wordt op alle verschillende condities getest
Between-groups Verschillende groepen met mensen, verschillende condities worden
experiment toegeschreven aan verschillende groepen
Hawthorne effect Mensen gedragen zich anders als ze worden geobserveerd
Statistically significant Als de p waarde minder dan .05 is. Als iets statistisch significant is
zeg je dat er kleine kans is dat dit op toeval berust
Observer.expectancy effect De onderzoeker heeft een idee en brengt dit (on)bewust over op de
geobserveerde (Clever Hans)
Subject-expectancy effect Een persoon heeft al een idee en verwachting van het effect of wat er
van hen wordt verwacht
mitose Cellen delen zich om nieuwe lichaamscellen te maken
meiose Cellen delen zich om geslachtscellen aan te maken
epigenetica Verandering in genenfunctie die niet komt door het DNA maar door
genen die aan en uit worden gezet
Naturalistic fallacy Het verkeerde idee dat wat natuurlijk is ook gelijk goed of moreel
goed is
Distale verklaring Verklaring op basis van overleving en functie
(evolutie)
Proximale verklaring Verklaring op basis van mechanismen in plaats van functie:
(evolutie) statements over
Vestigial karakteristieken Eigenschappen die wij nu nog steeds wel hebben omdat ze een
functie voor onze voorouders hadden maar niet meer voor ons
homologie Gelijkenis omdat twee soorten dezelfde voorouders hadden
Polygyny 1 man meer vrouw
Polyandry 1 vrouw meer man
Monogamy 1 man 1 vrouw
promiscuity Meer man meer vrouw
cooperation Samenwerken omdat beide er profijt van hebben
altuïsme Iemand helpt iemand anders en verlaagd daarmee zij eigen kansen
om te overleven
Kin selection theory Altruïstische handelingen komen uit de evolutie omdat het meestal
familie helpt en daardoor de eigen genen nog steeds doorgeeft
Reciprocity theory Altruïstisch gedrag vormt een long-term samenwerking met anderen
wat functioneel is
Centrale zenuwstelsel Brein, ruggengraat die neurale informatie verwerkt
Peripheral zenuwstelsel Neuronen – brengt informatie van en naar het brein
nerve Bundel van meerdere neuronen
Sensory neuron Brengen info van zintuigen naar centrale zenuwstelsel
Motor neuron Brengen info van centrale zenuwstelsel naar spieren
interneuron Brengen informatie van het ene neuron naar het andere neuron.
Dendriet Ontvangen informatie van het neuron.
, axon Brengt informatie van het ene neuron naar het andere neuron
actiepotentiaal Neurale impulsen: het alles-of-niets elektrische signaal
rustpotentiaal De negatieve lading in een cel
Excitatory synaos Zet aan tot actie. Potentiaal wordt minder negatief omdat NA+
kanalen openen. Dit doet het aantal actiepotentialen toenemen.
Inhibitory synaps Potentiaal wordt negatiever omdat CL- of K+ kanalen open gaan.
Heeft een remmend effect op het actiepotentiaal
TMS (in)activeert tijdelijk bepaalde functies in de cerebrale cortex door
middel van een magnetisch veld
EEG legt de elektrische activiteiten in gebieden van het brein vast
PET/Fmri produceren afbeeldingen die verandering laten zien in neurale
activiteit in delen van het brein door veranderingen in bloedstroom te
meten
Cranial nerves Projecteren direct vanaf het brein
Spatial nerves Projecteren vanaf de ruggengraat
sympathisch Zorgt voor fight-or-flight
parasympathisch Zorgt voor rust, groei, verteren
Cerebellum Schade zorgt voor uitvoeren van geleerde en gecoördineerde
bewegingen
Schade aan cerebellum: snelle, goed getimede acties
(muziekinstrument spelen).
Gebruikt informatie op een feed-forward manier het gebruikt
informatie om de juiste kracht en timing om een actie uit te voeren
VOORDAT deze wordt uitgevoerd.
Basal ganglia Schade aan basale ganglia: langzame bewegingen (iets oppakken)
Gebruikt informatie op een feedback manier: informatie die
binnenkomt wordt bekeken en de bewegingen worden eventueel
aangepast als deze niet goed zijn
thalamus Zit in het midden van het brein – het functioneert als een sensorisch
station die sensorische tracts met sensorische hersendelen verbindt
Amygdala Emotie en drive
Hippocampus Ruimtelijke oriëntatie
hippothalamus Interne omgeving en hormonen
Prefrontale cortex Gaat over de executieve functies: wat te doen met de informatie
hormonen Chemische berichtgevers die in het bloed worden afgegeven die naar
target issues gaan
androgen De categorie hormonen die worden gezien als mannelijke hormonen
maar ook in lage dosis voorkomen bij vrouwen
Corpus callosum De twee hersenhelften worden door deze bundel axonen bij elkaar
gehouden
aphasia Het verlies van taalvaardigheden door hersenbeschadiging
Broca’s afasie Moeite met vloeiend articuleren en moeilijk grammaticaal opgestelde
zin begrijpen – “bread buy store”
Wernickes afasie Begrijpen van woorden die ze horen en moeilijkheden om gedachten
onder woorden te brengen
Long-term-potentiation een langdurige verhoging van doeltreffendheid van een synaps.
LTP impliceert een versterking van de synaptische verbinding tussen
twee neuronen door gelijktijdige activatie van het presynaptische en
postsynaptische neuron.
Encephalization quotient Een formule voor de ratio tussen lichaamsgewicht en het gewicht van
(EQ) de hersenen – groter brein dan verwacht voor lichaam is een EQ van
groter dan 1,0 – kleiner brein dan verwacht is onder de 1,0
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialewetenschappen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.