Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan (art. 6:217 BW) de
aanbieder kan zijn bos nog intrekken als het aanbod nog niet aanvaard is (art. 6:219 BW) en de
aanbieder mag zijn aanbod nog niet onherroepelijk gemaakt hebben.
De vraag wanneer een overeenkomst tot stand komt kan ook nog bekeken worden vanuit art. 3:33
BW, hierin wil de wetgever tot uitdrukking brengen dat voor het tot stand komen van een
overeenkomst vereist dat de wilsverklaringen van beide partijen overeenstemmen.
2.3
Bij een wilsdefect wordt gesteld: wat ik verklaard heb wilde ik eigenlijk niet, daarom kan er ook geen
overeenkomst ontstaan. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn als iemand 25-euro overmaakt aan een goed
doel, maar per ongeluk 250-euro overmaakt. Of wanneer iemand die geestelijk in de war is iets koopt
van 2000-euro terwijl dit helemaal niet nodig was.
In art. 3:34 BW heeft de wetgever een speciale regeling getroffen voor de persoon die zijn wil tijdens
een geestelijke stoornis heeft verklaard. Als iemand tijdens een geestelijke stoornis iets heeft
verklaard dan wordt aangenomen dat de verklaring niet overeenkomt met de wil is.
Als iemand zijn of haar wil gebrekkig is gevormd is er een beroep op een wilsgebrek, er zijn 4
categorieën wilsgebreken:
1. Dwaling
2. Bedrog
3. Bedreiging
4. Misbruik van omstandigheden
Dwaling art. 6:228 BW
Dwaling doet zich voor wanneer iemand een overeenkomst heeft gesloten terwijl hij die
overeenkomst als hij van de werkelijke situatie op de hoogte was geweest niet had gesloten.
Bedrog art. 3:44 BW
Van bedrog is er sprake als iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling
beweegt door opzettelijk een onjuiste mededeling te doen.
Bedreiging art. 3:44 BW
Van bedreiging is er sprake als iemand met ongewone pressiemiddelen een ander beweegt tot het
aangaan van een rechtshandeling.
Misbruik van omstandigheden art 3:44 BW
,Misbruik van omstandigheden doet zich voor als iemand behendig gebruik maakt van een bijzondere
situatie waarin een ander zich verkeert, bijvoorbeeld een abnormale geestestoestand.
Een gesloten overeenkomst kan ook niet rechtsgeldig zijn als deze in strijd is met de goede zeden of
de openbare orde, dan kan een overeenkomst nietig zijn volgens art. 3:40 lid 1 BW houdt in dat de
overeenkomst nooit heeft bestaan. Een overeenkomst kan ook vernietigbaar zijn art. 3:40 lid 2 BW.
Een rechtshandeling is een rechtsfeit met een gewild rechtsgevolg. Een meerzijdige rechtshandeling
is een rechtshandeling die pas geldig is wanneer twee of meer rechtssubjecten hun aansluitende
wilsverklaring kenbaar maken, een voorbeeld is een overeenkomst. Een eenzijdige rechtshandeling is
een rechtshandeling die pas geldig is als het wordt verricht door één persoon, een voorbeeld is het
testament.
Naast rechtshandelingen zijn er ook feitelijke handelingen, daarbij ontstaat er een rechtsgevolg
waarbij volkomen onverschillig is of dit rechtsgevolg wel of niet gewild is. De meest voorkomende
feitelijke handeling is de onrechtmatige daad.
Ook zijn er blote rechtsfeiten, dit is een feit waaruit rechtsgevolgen voortkomen zonder dat de
betrokkene in staat is daarop wezenlijke invloed uit te oefenen, een voorbeeld hiervan is geboorte of
overlijden.
2.4
Als een aanbod en een aanvaarding tot een overeenkomst hebben geleid dan luid de vraag weke in
houdt heeft de overeenkomst. Sluiten partijen een overeenkomst dan kunnen daaruit ook rechten en
plichten ontstaan.
Art. 6:248 lid 1 BW geeft aan dat ook redelijkheid en billijkheid invloed kunnen hebben op de inhoud
van een overeenkomst, hierbij hoort een aanvullende of een beperkende werking.
De aanvullende werking van de redelijkheid en de billijkheid doet zich voor als partijen een geschil
hebben over iets waarover ze geen expliciete afspraken hebben gemaakt, terwijl de wet ook geen
uitsluiting geeft over wat het standpunt is. Er zijn dus geen aanknopingspunten, de aanvullende
werking van de redelijkheid en de billijkheid brengt met zich mee dat de overeenkomst dus moet
worden uitgebreid.
Bij de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid hebben de partijen bijvoorbeeld clausule
A in hun contract opgenomen, maar neemt de rechter als standpunt in dat deze clausule niet tussen
de partijen van kracht is. Dat wat partijen hebben afgesproken wordt niet voorgeschreven gehouden.
2.5
Als iemand zijn plichten niet nakomt is er sprake van een wanprestatie art. 6:74 lid 1 BW. Als iemand
hiermee geconfronteerd wordt heeft deze persoon zeven rechten.
1. Nakoming
2. Ontbinding van de overeenkomst
3. Vervangende schadevergoeding
4. Aanvullende schadevergoeding
, 5. Nakoming ( of ontbinding) in combinatie met schadevergoeding
6. Vervangende en aanvullende schadevergoeding
2.6
Er zijn bepaalde situaties waarin één van de contracterende partijen zijn verplichtingen mag
opschorten omdat de ander zijn verplichtingen ook niet nakomt, dit zijn opschortingsrechten.
De exceptio non adimpleti contractus enac is geregeld in art. 6:262 BW. Dit houdt in ik presteer pas
weer wanneer u ook presteert.
De onzekerheid exceptie is geregeld in art 6:263 BW. Omdat ik terecht mag menen dat u wellicht niet
presteert, wacht ik totdat ik daarover zekerheid heb gekregen.
Het recht van retentie vind je in art. 3:290 BW. Ik geef de roerende zaak pas terug, als u hebt
gepresteerd.
Hoofdstuk 3
3.2
De beschrijving van een arbeidsovereenkomst is te vinden in art. 7:610 BW. De arbeidsovereenkomst
is de waarbij de ene partij, de werknemer zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever,
tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
3.3
De meest gesloten overeenkomst is de koopovereenkomst, deze staat als bijzondere overeenkomst
in het BW (Art. 7:1 BW) Koop is de overeenkomst waarbij de ene zich verbindt een zaak te geven en
de ander om daarvoor een prijs in geld te betalen.
Er is een onderscheid tussen handelskoop en consumentenkoop, art. 7:5 lid 1 BW omschrijft de
consumentenkoop: de koop met betrekking tot een roerende zaak, die wordt gesloten door een
verkoper die handelt in de uitoefening van een beroep die niet handelt in de uitvoering van een
beroep of van een bedrijf.
Een verkoper heeft een aantal hoofdverplichtingen:
1. De verkoper is verplicht om de verkochte zaak met toebehoren in eigendom over te dragen
en af te leveren. Art. 7:9 lid 1 BW
2. De afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden. Art. 7:17 lid 1 BW
De koper heeft één verplichting en dat is het betalen van de koopprijs Art. 7:26 lid 1 BW het
belangrijkste is waar en wanneer de koper moet betalen. De wet bepaald dat er betaald moet
worden ten tijde en ter plaatse van de aflevering. Van deze regel mogen partijen afwijken, het betreft
aanvullend recht, vooruitbetaling mag maar tot 50% van de koopprijs.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisajela. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.