Een onmisbaar boek voor iedereen die in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs te maken krijgt met kinderen met een trauma. Het boek behandelt de theorie en de achtergrond van trauma en het gevolg ervan op de hersenen van kinderen. daarnaast is het ook een praktisch boek dat scholen en l...
,De traumasensitieve school
Een andere kijk op gedragsproblemen op school
Anton Horeweg
Inleiding
Onder traumasensitief wordt verstaan dat een leerkracht zich bewust is van de mogelijke impact van
aangrijpende gebeurtenissen op het dagelijkse leven van kinderen, stressklachten die het gevolg van
ingrijpende ervaringen zijn herkent en op een goede, ondersteunende manier met kinderen omgaat, zodat
hun stressniveau gedurende het contact kan dalen en hun natuurlijke veerkracht kan groeien.
Door op bovenstaande wijze om te gaan met gedragsproblemen kunnen deze problemen afnemen, niet
alleen bij getraumatiseerde, maar bij alle kinderen. De school kan de negatieve impact van trauma
verkleinen en een positievere schoolomgeving scheppen. In feite komt het neer op een verschuiving van en
op cognitieve prestaties gerichte omgeving naar een aanpak die relatievorming centraal stelt. Een goede
relatie is immers een belangrijke voorwaarde om tot leren te komen.
1. Trauma
In 1998 werd in de Verenigde Staten de zogenaamde ‘ACE-study’ (Adverse Childhood Experience)
uitgevoerd. ACE’s zijn ingrijpende jeugdervaringen. Dit kunnen zijn:
• Fysieke mishandeling
• Fysieke verwaarlozing
• Emotionele mishandeling
• Emotionele verwaarlozing
• Seksueel misbruik
• Getuige zijn van partnergeweld
• Opgroeien in een gezin met een probleemdrinker, alcoholist of drugsgebruiker
• Samenleven met een psychiatrisch ziek of suïcidaal gezinslid
• Een vechtscheiding
• Het ontvallen van een naast familielid
• Uithuisplaatsing, detentie van een gezinslid
Uit een onderzoek in Nederland uit 2010 bleek dat 44% van de volwassenen één of meerdere ACE’s te
hebben meegemaakt en 10% zelf meer dan vier. Een onderzoek uit 2016 bij leerlingen uit groep 7 en 8 wees
uit dat 45,4% van de leerlingen één zo’n ingrijpende jeugdervaring heeft ervaren, 11% twee en 11,4% zelfs
drie of meer.
1.1 Wat is een trauma?
Trauma komt uit de geneeskunde en betekent wond. Het is een gevolg van ‘iets’, van een beschadiging.
Psychotrauma kan vergeleken worden met een lichamelijke wond, omdat bij beide tijd nodig is om te
herstellen van wat tot verwonding en pijn heeft geleid. Hiervoor is rust nodig, maar ook activering, het kind
moet geholpen worden om weer de vroegere activiteiten op te pakken.
Een trauma heb je in verschillende vormen:
• Enkelvoudig trauma (trauma type 1)
Het gevolg van een overweldigende gebeurtenis, meestal eenmalig en kortdurend (verkeersongeluk,
natuurramp, meemaken van aanranding, etc.)
• Chronisch trauma (trauma type 2)
Chronisch trauma kan ontstaan als er meerdere overweldigende gebeurtenissen achter elkaar
plaatsvinden. Het kind is nog niet hersteld van de vorige overweldigende gebeurtenis, waardoor het
nieuwe overweldigende gebeurtenissen niet of minder goed kan verwerken. Dit type trauma is op
lange termijn vaak schadelijker.
• Vroegkinderlijk trauma
Als chronische trauma in de vroege kindjaren plaatsvinden heeft dit een grote negatieve impact op
de ontwikkeling van het kinderbrein, het brein gaat zich er letterlijk door anders ontwikkelen.
, Het Kennis Centrum Kinder en Jeugd Psychiatrie (KC-KJP) geeft als definitie voor chronische traumatisering
bij jeugdigen:
De schadelijke biologische, psychologische en sociale gevolgen van (een combinatie van) stressvolle
en potentieel traumatische gebeurtenissen tijdens de kind- en jeugdjaren, zoals:
o Aanhoudende en langdurige mishandeling (emotioneel, fysiek, seksueel)
o Getuige zijn van aanhoudend en langdurig geweld in het gezin
o Aanhoudende en langdurige verwaarlozing (emotioneel, fysiek, seksueel)
o Verkeren in een oorlogssituatie en/of hebben moeten vluchten
o Langdurig moeten ondergaan van pijnlijke medische handelingen en veelvuldige
traumatische verliezen
1.2 Wat zijn de gevolgen?
Kinderen die een traumatische gebeurtenis meemaken raken soms zo overstuur bij herinneringen aan de
gebeurtenissen dat ze alles proberen om zich er niets meer van te herinneren. Ze doen vaak alsof er niets is
gebeurd en proberen hun leven weer op te pakken. Dit kost ze erg veel energie, omdat het kind de
herinnering, de angst en vaak ook de schaamte met zich mee blijft dragen.
Kinderen die een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt hebben beoordelen hun ‘kwaliteit van leven’
significant lager in dan kinderen die zulke gebeurtenissen niet mee hebben gemaakt.
1.3 Ontwikkelen kinderen die een ACE meemaken altijd een trauma?
Of een kind dat een ingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt een trauma ontwikkelt is veel meer
afhankelijk van hoe het kind met de gebeurtenis omgaat, dan met de gebeurtenis zelf. Hoe het kind met
ingrijpende gebeurtenis omgaat hangt af van verschillende factoren, zoals:
• Het kind heeft een voorgeschiedenis van emotionele en/of gedragsmoeilijkheden of een gedrags- of
ontwikkelingsstoornis.
• In de voorgeschiedenis van het gezin zijn al problemen, zoals echtscheiding, gezondheids- of
financiële problemen
• Er waren al leerproblemen
• Problemen in het gezin met broer of zus
• Het kind heeft al meerdere traumatische gebeurtenissen meegemaakt
• De gebeurtenis wordt veroorzaakt door een hechtingsfiguur (vader, moeder, verzorgen, etc)
• Het kind is nog erg jong
• Het kind heeft geen steunende omgeving
• Het kind heeft een lage natuurlijke veerkracht.
Gelukkig zijn er ook enkele beschermende factoren, zoals een goede relatie tussen ouders en kind, het
hebben van ouders die zelf kalm reageren op de gebeurtenissen, het ontvangen van consequente zorg en
het hebben van een steunende volwassene in het leven van het kind.
1.4 Veelvoorkomende reacties op een traumatische gebeurtenis
De meeste kinderen laten in de weken na de ingrijpende gebeurtenis stressreacties zien. Ze zijn vaak
angstiger en sneller boos. De vaak voorkomende reacties zijn herbeleving en het vermijden van zaken die
aan de gebeurtenis herinneren. Als er een steunende omgeving is zullen deze reacties langzaam
verminderen. Soms ontstaan bovenstaande reacties pas na een paar weken of maanden.
Belangrijk is om te beseffen dat op school heel ander gedrag vertoond kan worden dan thuis.
1.5 Hoe herken je een trauma?
Er zijn verschillende symptomen waaraan een trauma bij kinderen is te herkennen.
Herbelevingen
Het kind lijkt de gebeurtenis opnieuw mee te maken, het heeft last van flashbacks, het ruikt, hoort, proeft en
voelt alles weer zoals het toen gebeurde.
Vermijding
Het kind ontwijkt situaties die het aan de traumatische ervaring doen denken
Verhoogde waakzaamheid
Het kind staat continu op scherp, schrikt snel en is continu gespannen en opgefokt
Emotionele klachten
Denk hierbij aan snel verlies van geduld, slechte concentratie, hyperactiviteit, plotselinge huilbuien, etc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rbeek73. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.