100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologische Determinanten van Leren en Ontwikkeling $7.79
Add to cart

Case

Biologische Determinanten van Leren en Ontwikkeling

1 review
 15 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting op basis van PGO-onderwijs. De volgende boeken zijn tijdens PGO geraadpleegd: Carlson, N.R. (2010). Physiology of Behavior (10th ed.). Boston: Allyn & Bacon. Kalat, J.W. (2019). Biological Psychology (13th ed.). Boston: Cengage Learning. Pinel, J.P.J. & Barnes, S.J. (2018). Bi...

[Show more]

Preview 4 out of 97  pages

  • November 7, 2022
  • 97
  • 2022/2023
  • Case
  • Michelle achterberg
  • 8-9

1  review

review-writer-avatar

By: charlotte_joosen • 1 year ago

avatar-seller
PGO – Probleem 1 – Naturally! Selection!
In 1831 begon de jonge Charles Darwin aan een 5-jarige reis op het schip 'The Beagle'.
Gedurende deze 5 jaar deed hij enkele interessante ontdekkingen, die onze kijk op de wereld
drastisch zouden veranderen (zie figuur 1 & 2).




Helaas werd en wordt zijn theorie, die uitblinkt in zijn eenvoud, niet door iedereen goed
begrepen. De meeste misvattingen komen voort uit het verkeerd begrijpen van de
uitdrukking 'Survival of the fittest', wat eigenlijk niet was hoe Darwin het uitdrukte. Hoe zou
bijvoorbeeld de staart van een pauw helpen in zijn strijd om te overleven? Anderen denken
dat evolutie een doel of doel heeft, of dat de theorie genetisch determinisme impliceert.
Toegegeven, Darwin begreep het proces van overerving niet goed, maar Gregor Mendel
kwam te hulp! Want dingen die je tijdens je leven leert, worden niet in je genen
opgeslagen… toch?
“Het is niet de sterkste van de soort die overleeft, noch de intelligentste die overleeft. Het
is degene die zich het meest aanpast aan veranderingen.”
~ Charles Darwin ~

,Algemeen
Uitleg van de begrippen
Evolutie
Geleidelijke verandering in de kenmerken van organismen of populaties die van
generatie op generatie zijn ontwikkeld.
Genetisch determinisme
Denkrichting waarin men ervan uitgaat dat de mens bepaald is door materiele
omstandigheden, waarvan de belangrijkste factoren erfelijkheid en omgeving zijn.
Homologie
Overeenkomstige bouw op een overeenkomstige plaats in een organisme en in
samenhang met overeenkomstige organen, die voortkomt uit een vergelijkbare
ontwikkeling.

Theorie van Cuvier – catastrofisme (soorten ontstaan door rampen)
Volgens Cuvier getuigden de aardlagen juist van een catastrofale vorming: er is een
opeenvolging van verschillende prehistorische "werelden", ieder met zijn eigen flora
en fauna - een scheppende goddelijke macht vult de aarde steeds weer opnieuw,
nadat die geheel of per continent door een catastrofe ontvolkt is.


Leerdoel 1 – Evolutietheorie volgens Darwin
Wat is de evolutietheorie volgens Darwin?
Darwin wilde niet alleen uitleggen waarom veranderingen in soorten plaatsvonden
gedurende de tijd vorderde. Hij wilde ook rekening houden met de specifieke manier
waarop dit gebeurde. Hij wilde vaststellen hoe nieuwe soorten ontstaan terwijl anderen
verdwijnen. Hij wilde de specifieke vormen van dieren (nekken, vleugels, slurven) kunnen
verklaren. Hij wilde verklaren wat het doel was van deze specifieke vormen. Darwin vond het
woord ‘evolutie’ niet passend genoeg en sprak liever van ‘afstamming met modificatie’. De
betekenis van deze term is dat soorten in de loop van tijd veranderen, aanleiding geven tot
nieuwe soorten en een gemeenschappelijke voorouder delen. De verandering die zich
voortdoet gedurende de tijd, hoeft hierbij niet per se een ‘verbetering’ van de soort te zijn.

De kern van de evolutietheorie volgens Darwin is dat een organisme diens eigenschappen
moet doorgeven middels voortplanting. Onderscheidend reproductief succes veroorzaakt
door het bezit van erfelijke varianten die de kansen van een individu om te overleven
vergroten of verkleinen is de kerngedachte. Dit betekent dat de ene individu bepaalde
erfelijke eigenschappen doorgeeft die een ander individu niet kan doorgeven omdat deze dit
niet bezit. Darwin ging hierbij uit van natuurlijke selectie.

Darwin ging uit van drie basisprincipes:
1. Variatie
Twee individuen kunnen sterk op elkaar lijken maar zijn nooit precies hetzelfde
(behalve eeneiige tweelingen)
2. Selectie
Deze variaties geven aanleiding tot selectie. Afhankelijk waarin de soort leeft, zijn
bepaalde eigenschappen gunstiger dan anderen. Hierbij zal de meest aangepaste

, op de omgeving een grotere kans hebben om te overleven en om zijn genen door
te geven. Dit is survival of the fittest. Verbetering van de ‘fitste’ betekent hier dat
iemands genen gedurende langere periode blijven.
3. Erfelijkheid
Eigenschappen worden doorgegeven aan nakomelingen.
Dit is overerving.

Producten van evolutie (korte artikel – Buss hoofdstuk 2)
1. Aanpassingen (adaptaties)
Sommige zijn bij de geboorte niet aanwezig maar komen later
Voorbeeld: Mensen kunnen niet lopen wanneer zij geboren worden. Zij
bezitten wel twee benen. Je wordt dus geboren, voorbereid op het feit
dat je later zal gaan lopen.
Een adaptatie heet pas een adaptatie wanneer het voorkomt bij de gehele
populatie.
2. Bijproducten
Voorbeeld: de navel. Je hebt aan met de navelstreng vastgezeten aan de placenta
van je moeder voor voeding. Deze navelstreng is na de geboorte afgestorven en
als bij product is er een deuk in je buik ontstaan. Een bijproduct zelf heeft geen
functie.
3. Random effecten (noise)
Vorm van de navel is een voorbeeld van een willekeurig effect. Een random effect
is een verandering in het DNA. Hier hoeft niet per se een bijproduct bij te horen.

Wat is natuurlijke selectie?
Natuurlijke selectie is dat bepaalde erfelijke eigenschappen van een bepaald individu
worden doorgegeven omdat ze gunstig zijn voor de omgeving waarin een populatie leeft.

Darwin had het idee dat soorten veranderden over tijd, nieuwe soorten ontwikkelden en dat
een gemeenschappelijke voorouder was. Dit gebeurt door natuurlijke selectie. Hulpbronnen
zijn van nature beperkt. Hierdoor zullen organismen met erfelijke eigenschappen die
overleving en voortplanting bevorderen, de neiging hebben meer nakomelingen na te laten
dan soortgenoten. De eigenschappen zullen in de loop van de generaties toenemen. Dit
zorgt ervoor dat populaties zich na verloop van tijd steeds meer/beter aanpassen aan hun
omgeving.

Seksuele selectie
Sommigen individuen hadden hele vreemde eigenschappen die niks te maken leken te
hebben met het overleven. Denk hierbij aan de staart van een pauw. Het kost veel energie
om zo’n staart mee te dragen en je valt erg op bij roofdieren. Hier komt seksuele selectie bij
kijken. Het houdt in dat deze bepaalde eigenschappen bijdragen aan de voortplanting.
Ten eerste is er interseksuele competitie. Dit houdt in dat twee leden van een
geslacht competitie hebben. Degene die wint mag voortplanten met een vrouwtje. Hierbij
kan je denken aan twee vechtende herten. De kwaliteiten die hier aan bijdragen zijn dat de
winnaar groter, sterker of atletischer is. Deze eigenschappen worden doorgegeven aan de
volgende generatie.

, Ook is er intraseksuele selectie. Hierbij draait het om de voorkeur voor een
partnerkeuze. Degene die de verlangde eigenschappen (bepaalde kwaliteiten) wel heeft wint
het van degene die de verlangde eigenschappen niet heeft. De interseksuele selectie wordt
meestal door vrouwen gedaan, daarom noemde hij het ook wel de vrouwelijke
selectiekeuze.

Theorie van Hamilton (Buss – lange artikel)
Inclusive fitness (Hamilton)
De mogelijkheid van een organisme om te overleven en genen door te geven
aan de volgende generatie. Voorbeeld inclusive fitness: het gaat om familie of
een volgende generatie. Indirecte voortplanting. Roedel wolven die leven
samen. Zorgt voor elkaar. Zorgt dat ze kunnen voortplanten. Je vergroot de
overleving van jouw nageslacht.
Classical fitness
Genen worden een op een doorgegeven aan het nageslacht. Directe
voortplanting.

Welk bewijs is er voor de evolutietheorie?
1. Fossielen
2. Structurele overeenkomsten
I. Homologieën
II. Analogieën
Voorbeeld: bijen en vogels hebben allebei vleugels maar hebben niet
dezelfde voorouder.
Analogieën kunnen worden verklaard door convergente evolutie. Het
betekent dat soorten dezelfde kenmerken of eigenschappen zouden
hebben omdat ze uit eenzelfde omgeving komen.
3. Adaptaties
4. Directe observatie
5. Selective breeding (voorbeeld: hondenrassen vanuit de wolf. Dit is gemanipuleerd
door de mens)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnaLotte. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.79  2x  sold
  • (1)
Add to cart
Added