100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Mens en Recht hoofdstuk 2 uitgebreid $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Mens en Recht hoofdstuk 2 uitgebreid

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 2 uit het boek Mens en Recht

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2
  • November 7, 2022
  • 6
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 2: Indeling van het recht
§2.1 Publiekrecht en privaatrecht
2.1.1 Publiekrecht
Het publiekrecht is de relatie tussen de overheid en burgers. Met het gezag van de overheid oefent
zij macht uit op de burger. Het is een verticale verhouding. Het publiekrecht is in drie delen verdeeld:
1. Staatsrecht
Het straatrecht beschrijft hoe de wetgeving tot stand is gekomen en de diverse organen van de
overheid en hun bevoegdheden; ‘In elke gemeente is een raad, een college en een burgermeester.’
Een bevoegdheid is het stellen van regels voor zijn burgers.
2. Bestuursrecht
Bevat regels voor organen van de overheid en andere organen met openbaar gezag (UWV, DUO). De
organen heten bestuursorganen. Onder het besturen valt ook het nemen van besluiten, waardoor
aan burgers bepaalde rechten worden verleend of plichten worden opgelegd (betalen boete bijv.).
Al die besluiten worden beschikkingen genoemd, omdat zij in individuele gevallen recht verlenen of
een plicht opleggen.

Beschikkingen hebben vaak ingrijpende gevolgen; iemand die geen uitkering krijgt zit zonder geld,
het verlagen van subsidie van het buurthuis betekend minder activiteiten enz. Voor de
bestuursorganen gelden daarom algemene beginselen van behoorlijk bestuur, om zich ten opzichte
van de burger behoorlijk te gedragen. Het is opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht. De
meest belangrijkste:

1. Zorgvuldigheidsbeginsel: het besluit wordt zorgvuldig voorbereidt en de belangen zijn
zorgvuldig afgewogen. Voorbeeld; verkeerd lezen, gevolgen zonder onderzoek, niet gekeken
naar belangen van het tegenpartij enz.
2. Rechtszekerheidsbeginsel: -> vereist dat burgers moeten vertrouwen dat hun rechten en
plichten niet zomaar veranderen. De rechtszekerheid en gelijkheid moeten gewaarborgd zijn.
voorbeeld; wanneer er zonder aankondiging ineens geen subsidie meer verleend wordt.
3. Gelijkheidsbeginsel: dwingt het bestuursorgaan gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk te
behandelen. Of iets gelijk is, is moeilijk te bepalen. Wat tot een verschil kan leiden: financiële
situatie, tijd en duur enz.
4. Verbod van misbruik van bevoegdheid: verbied dat een bestuursorgaan zijn bevoegdheid
voor een ander doel gebruikt. Voorbeeld: iets afwijzen om een andere, verkeerde reden.
5. Motiveringsbeginsel: het bestuursorgaan moet aangeven wat de reden is en hoe ze daartoe
gekomen zijn.

De burger moet zich kunnen verweren voor de overheid d.m.v. rechtsbescherming. Voorbeeld; de
mogelijkheid van bezwaar en in hoger beroep gaan. Ook wanneer een burger onheus is behandeld
door een rechtsorgaan kan deze een klacht indienen. Wanneer dat geen oplossing biedt kan de
klager een onderzoek aanvragen bij de Nationale ombudsman, hier luisteren ze vrijwel altijd naar.

3. Strafrecht
Hieronder vallen gedragingen die strafbaar zijn, de straf die de rechter kan opleggen en de manier
waarop de daders berecht moeten worden. Het belangrijkste staat in het Wetboek van Strafrecht (Sr)
en het Wetboek van Strafvordering (Sv).
Het tuchtrecht is feitelijk bedoelt om bepaald gedrag af te dwingen binnen een bepaalde
beroepsgroep, zoals artsen en verpleegkundigen, door het opleggen van (straf)maatregelen. ->
vastgelegd in wet BIG.

, 2.1.2 Privaatrecht = burgerlijkrecht/civielrecht
Het is een rechtsverhouding tussen burgers, dit ontstaat bijvoorbeeld wanneer je een
huurovereenkomst aangaat of een geregistreerd partnerschap (=verbintenissen). Je krijgt hierdoor
bepaalde rechten en plichten ten opzichte van elkaar. Een uitgangspunt is de gelijkwaardigheid van
personen of rechtspersonen; horizontale verhouding.

Personen zijn mensen van vlees en bloed, rechtspersonen zijn organisaties dezelfde rechten en
plichten als personen hebben. Een vereniging en een stichting vallen ook onder rechtspersonen.
De gemeente bezit ook rechtspersoonlijkheid. De burgermeester kan, namens de rechtspersoon
‘gemeente’, koop- en huurovereenkomsten sluiten. Bij het huren van een pand komt immers geen
overheidsgezag kijken.

We spreken van privaatrechtelijke of civielrechtelijke geschillen, en van civiele of burgerlijke zaken.
De rechter heet burgerlijke rechter of civiele rechter. Het privaatrecht is te vinden in BW en het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)

2.1.3 Publiekrecht en privaatrecht in de functionele rechtsgebieden
Veel wetten bevatten regels over een bepaald onderwerp zoals werk, huur, jeugd, gezondheid enz. =
functionele rechtsgebieden. Dit kan zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk van aard zijn.
Personen- en familierecht en het arbeidsrecht zal voornamelijk privaatrecht zijn. Af en toe vind je in
het arbeidsrecht wel publiekrecht; De vrouwelijke werknemer heeft bijvoorbeeld recht op
zwangerschapsverlof -> de overheid vult als het ware een deel van de arbeidsovereenkomst in.

Het sociaalzekerheidsrecht en het vreemdelingenrecht bestaat hoofdzakelijk uit publiekrecht.
Het gezondheidsrecht en het jeugdrecht bevatten een mix van publiek- en privaatrecht.

§2.2 Materieel recht en formeel recht
Materieel recht = de inhoud van rechten en plichten.
Formeel recht = procesrecht = de manier waarop iemand zijn recht kan halen en de wijze waarop
recht gehandhaafd moet worden; processen.
Materieel recht en formeel recht behoort ook tot het publiekrecht óf privaatrecht.

De procedureregels in het formele strafrecht geven aan hoe de opsporing van strafbare feiten
plaatsvindt, waardoor overtreders berecht en gestraft kunnen worden. ook waarborgt het strafrecht
een eerlijk strafrecht proces voor de verdachte.

Vordering = eisen. -> regels voor de manier waarop het recht of plicht gevorderd kan worden voor de
rechter.

§2.3 Beginselen van het procesrecht
2.3.1 geschillenbeslechting in twee instanties door onafhankelijke rechters
Geschillenbeslechting in twee instanties = een geschil mag op verzoek twee keer inhoudelijk worden
beoordeeld door een andere rechter. De Nederlandse Rechterlijke macht bestaat uit 3 lagen:
1. Onderste laag; (arrondissementen)rechtbank met kamer voor kantonzaken (11);
arrondissement is het gebied bij een bepaalde rechtbank. Elke rechtbank heeft burgerlijke
rechters, bestuursrechter en strafrechter. Bijna elk geschil komt eerst bij de rechtbank.
2. Gerechtshof (4); wanneer de mensen in hoger beroep gaan. De zaak wordt helemaal
opnieuw beoordeeld. Voor bestuursrechtelijke geschillen zijn er aparte instanties. Deze
horen niet bij de rechterlijke macht. Voorbeeld; Centrale Raad van Beroep, Raad van State.
3. Hoge Raad; partijen die het niet eens zijn in hoger beroep kunnen in cassatie bij de Hoge
Raad. Deze beoordeeld niet de inhoud maar of de lagere rechter het recht goed hebben

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IrisCarolina. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart