1.1
Begrippen:
- Schaarste: producten die op kunnen raken
- Behoeften: dingen die je graag wilt hebben
- Middelen: dingen die je nodig hebt om je behoeften te voorzien
- Alternatief aanwendbaar: met hetzelfde middel verschillende behoeften
kunnen voorzien
- Aanwendingsrichting: de manier waarop middelen worden gebruikt
- Baten: kosten en opbrengsten
- Nettobaten: baten- kosten
Hoe onstaat schaarse?
Doordat we een oneindig aantal behoeften hebben, maar slechts maar een
paar kunnen voorzien
1.2
Begrippen:
- Budget:de optelsom van alle middelen die iemand heeft
- Productcombinaties: de combinaties van de middelen waar je het
budget aan uitgeeft
- Budgetlijn: de lijn geeft alle mogelijke productcombinaties die je
maximaal kunt kopen met een bepaald budget
B= bedrag, budget
P= prijs
Q= aantal, hoeveelheid
Rekenkundige budgetlijn:
Budget=(P1 x Q1) + (P2 x Q2)
Bij een rekenkundige budgetlijn hoef je de Q niet in te vullen.
2.1
Begrippen:
- Wederzijds voordeel: bij een ruil waarbij beide partijen voordeel
hebben
- Autarkie: een economie zonder ruil
- Ruilverhouding: de waarde van het ene middel uitgedrukt
in het aantal eenheden van het andere middel, je schrijft
dit op als bijv (1:5)
, 2.2
Begrippen:
- Eigendomsrecht: dit is waar de wettige eigenaar van een middel in
is vastgelegd
- Patent/octrooi: het bewijs dat jij iets hebt bedacht
- Intellectuele eigendomsrechten: hier worden creatieve uitingen
zoals muziek en kunst beschermd door vast te leggen wie de wettige
eigenaar is
- Auteursrecht: dat je word beschermd door de intellectuele
eigendomsrechten dat jij de eigenaar bent.
- Transactiekosten: kosten die gemaakt worden voor het maken
van een ruil
- Instituties: organisaties die een ruil vermakelijken door de
transactiekosten te verlagen ( voorbeeld is marktplaats)
- Contract: een overeenkomst
Wat is de rol van eigendomsrechten bij een ruil?
De eigendomsrechten worden overgedragen
Hoe verlagen instituties de transactiekosten?
Afhankelijk van de soort transactiekosten, als je bijvoorbeeld een
nieuwe fiets nodig hebt kun je die op marktplaats sneller zoeken.
Voorbeelden van transactiekosten:
- Zoekkosten
- Menukosten
- Transportkosten
Het nadeel van patent: de prijzen zijn relatief hoog
2.3
Begrippen:
- Arbeid: werken
- Producent: iemand die zijn dienst of product levert
- Consument: iemand die goederen of diensten koopt, zonder de
intentie heeft die te verkopen of verwerken voor de verkoop.
- Arbeidsproductiviteit: de productie per werknemener, per
tijdseenheid
- Organisatievorm: de manier waarop alle activiteiten van een
institutie onderling georganiseerd zijn
Hoe kun je arbeidsproductiviteit verhogen:
- Schaling: leren hoe je beter in je werk word
- Specialisme: heel erg gespecialiseerd zijn in 1 ding
- Arbeidsdeling: iedereen vervult een taak
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michaelapas0510. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.