100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kiezen voor het jonge kind H1, H2, H3, H5 en H6 $4.31   Add to cart

Summary

Samenvatting Kiezen voor het jonge kind H1, H2, H3, H5 en H6

 21 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van Kiezen voor het jonge kind H1, H2, H3, H5 en H6. Pedagogiek toets

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2, 3, 5 en 6
  • November 8, 2022
  • 16
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Kiezen voor het jonge kind H1, H2, H3, H5 en H6

H1 Het jonge kind
Friedrich Fröbel (1782-1852) is een van de grondleggers van het onderwijs aan kleuters. Hij meende
dat kinderen jonger dan zes jaar gericht zijn op de binnenwereld  ze worden beheerst door
impulsen van binnenuit. De buitenwereld geven ze vorm in overeenstemming met hun eigen natuur.
Groeien en ontwikkelen doen jonge kinderen van binnen naar buiten.
Vanaf zes jaar is het kind gericht op de buitenwereld. De ontwikkeling gaat vanaf de schoolkindfase
van buiten naar binnen. Nu is een kind in staat onderwijs te ontvangen waarbij een leerkracht (of een
boek) kennis overdraagt.

Geurtz  een jong kind staat nog dicht bij zijn ‘natuurlijke staat van zijn’: als het blij is lacht het, als
het verdriet heeft huilt het en als het boos is schreeuwt het. Later als een kind zich van zichzelf
bewust is, reageert het minder argeloos. Het gaat zichzelf beoordelen en merkt (of denkt) dat
anderen hem beoordelen. Wanneer het zich dan uit, komt het minder van binnenuit.

Kleuterkenmerken:
 Emotionele beleving
 Intuïtief
 Egocentrisme
 Hang naar gewoontes en routines
 Concentratievermogen
 Behoefte aan handelen en bewegen
 Magisch denken
 Geen scherp onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid

Emotionele beleving
Kleuters beleven hun werkelijkheid als een totaliteit waarbij hoofd en hart niet gescheiden zijn. Een
kleuter die zich bij jou veilig voelt, zal ook de school en de activiteiten op school als aangenaam
ervaren. Als je activiteiten die je met kinderen hebt ondernomen wilt evalueren, telt dus niet alleen
de kwaliteit van de activiteit, maar vooral de kwaliteit van de relatie die je met de kinderen hebt
opgebouwd.

Intuïtief
Kleuters voelen met hun haarscherpe intuïtie situaties en mensen aan. Ze letten minder op verbale
uitingen, maar des te meer op non-verbale signalen. Het is dus belangrijk dat je je best doet om van
elk kind te houden, want als dat bij een bepaald kind niet lukte, doe je zo’n kind tekort en zal het bij
jou niet tot zijn recht komen.

Egocentrisme
Het egocentrisme van jonge kinderen is een cognitieve kwestie: ze kunnen zich niet verplaatsen in
het perspectief van de ander.

Hang naar gewoontes en routines
De wereld wordt inzichtelijker en grijpbaar als je kunt terugvallen op hoe het hoort en als je vaste
regelmaat ervaart in de dagelijkse gang van zaken.

Concentratievermogen
Je zult alleen eenzelfde betrokkenheid bewerkstelligen als de activiteit voor kinderen evenveel
betekenis heeft als datgene wat ze zelf bedenken. Omdat we weten hoe intensief jonge kinderen
kunnen spelen en werken met wat ze zelf bedacht hebben, zullen we hun dus vooral veel
gelegenheid geven hun eigen plannen en ideeën uit te voeren.

,Kiezen voor het jonge kind H1, H2, H3, H5 en H6

Behoefte aan handelen en bewegen
In plaats van stil laten zitten en luisteren kun je kleuters beter dingen in handen geven waarmee ze
kunnen handelen en doen. Niet alleen hun oren en ogen, ook hun handen moeten iets te doen
hebben.

Magisch denken
De wetten van logica, zoals oorzaak/gevolg en middel/doel, zijn niet van toepassing. Vooral de
jongste kleuters hebben weinig behoefte aan logische verklaringen.

Geen scherp onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid
Kleuters kennen aan hun zelfbedachte realiteit werkelijkheidswaarde toe. Daarom hebben zij ook het
vermogen om te spelen. Je kunt pas spelen als je er zelf in gelooft  spel wordt pas interessant als je
het ernstig speelt. Kleuters gaan er helemaal in op.

, Kiezen voor het jonge kind H1, H2, H3, H5 en H6

H2 Ontwikkeling van jonge kinderen
De rol van de leerkracht in de onderbouw is niet die van onderwijzer, maar die van stimulator en
begeleider  je helpt kinderen ontwikkelingskansen optimaal te benutten.

Ontwikkelingsgebieden:
 Lichamelijke ontwikkeling
 Cognitieve ontwikkeling
 Persoonlijkheidsontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling
o Ontwikkeling van de hersenen
o Ontwikkeling van het lichaam
o Zintuigelijke ontwikkeling
o Ontwikkeling van de motoriek
In de schoolleeftijd groeien vooral de armen, de benen en de nek; de romp groeit veel minder snel.
Er ontstaat een taille en de borst wordt breder.
De jonge hersenen zijn uitermate vormbaar. Zowel positieve als negatieve ervaringen zetten zich vast
in het zich ontwikkelende kinderbrein en zijn medebepalend voor latere mogelijkheden of
belemmeringen. Ervaringen in vroege jaren vormen de architectuur van het latere volwassen brein.
Linkerhelft van het brein  verbale vaardigheden zoals praten, lezen, denken en redeneren.
Rechterhelft van het brein  specialisatie in non-verbale gebieden zoals ruimtelijk inzicht, het
herkennen van patronen en tekeningen, muziek en emotionele uitingen.
Daarnaast vindt ook de zintuigelijke ontwikkeling plaats en de ontwikkeling van de motoriek.

Cognitieve ontwikkeling
Fasen in denkontwikkeling volgens Jean Piaget:
1. Sensomotorische periode (0-24 maanden)
Het kind verzamelt informatie over de wereld door zijn zintuigen; aanvankelijk reflexmatig 
zuigreflex en grijpreflex. Later worden de acties complexer, intentioneler en gaan ze inspelen
op hoe de omgeving reageert. Rond 12 maanden gaan baby’s acties herhalen om te
onderzoeken wat de consequenties zijn. Aan het einde van de fase kunnen ze
objectpermanentie, mentaal representeren of symbolisch denken.
2. Stadium van het preoperationeel denken (2-7 jaar)
- Periode van de symbolische functie (2-4 jaar)
Het symboolgebruik groeit  kinderen kunnen een woord of object gebruiken om
iets weer te geven wat niet aanwezig is. Er zijn vorderingen in taalgebruik en er is
een begin van het symbolische spel. Het denken is nog egocentrisch en centratie (=
zich maar op een ding tegelijk kunnen richten) en er is nog geen conservatiebegrip (=
het begrip van behoud van hoeveelheid)
- Periode van het intuïtieve denken (4-7 jaar)
Kinderen krijgen inzicht in functionele verbanden, ze gaan verbanden beredeneren
en zoeken naar verklaringen. Aan het einde kunnen kinderen operaties (= logische,
georganiseerde mentale handelingen) uitvoeren.
3. Stadium van het concreet-operationeel denken (7-12 jaar)
Actief en juist gebruik van logica, maar het denken is nog gebonden aan concrete situaties.
Ze begrijpen dat je een proces kunt omkeren (reversibiliteit) en dat je op meerdere aspecten
tegelijk kunt letten (decentratie). Ze begrijpen de relatie tussen tijd, afstand en snelheid.
4. Stadium van het formele denken (vanaf 12 jaar)
Het kan hypothetisch-deductief denken (hypothetisch: bedenken wat er zou kunnen
gebeuren, deductief: kan een abstracte mogelijkheid als vertrekpunt nemen, en van daaruit
naar het concrete gaan). Kan problemen systematisch onderzoeken en oplossingen toetsen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellevandamme77. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31  4x  sold
  • (0)
  Add to cart