Met deze samenvatting behaalde ik een 16/20 op het vak medische vorming 2/1-2 bij mevrouw nele Michels.
Volgende onderwerpen worden besproken:
Homeostase
Functie van de bloedsomloop
Plaats van het hart in het bloedvatenstelsel
Anatomie en organisatie van het hart
Hartslag
ECG
Hartdyna...
Medische vorming 2: Cardiologie en Hematologie
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
robinepaquay
Content preview
CARDIOLOGIE
Doodsoorzaak van hart- en vaatziekten: dichtslibben van bloedvaten
• 25% van de mannen
• 30 % van de vrouwen
➔ Sterft aan hart-of vaatziekten
➔ We leven langer, dus onze levensverwachting neemt toe (niet verwonderlijk dat er hart- en vaatziekten
optreden)
1 HET HART – ANATOMIE EN FYSOLOGIE
1.1 HOMEOSTASE
= Terug naar de evenwichtstoestand, alle organen in evenwicht houden (bloeddruk, hartritme, ademhaling,
lichaamstemperatuur, …)
Bloedsomloop = stromen van het bloed door het bloedvatenstelsel
• Wordt op gang gehouden door het hart die het bloed rondpompt
• Bloed in directe nabijheid brengen van alle cellen
• Uitwisseling van stoffen tussen intra- en intercellulaire ruimte (samenstelling intercellulaire ruimte
bedreigd) → constant houden intercellulair milieu = homeostase
Wat hebben we nodig?
• Zuurstof
• Voedingstoffen
Wat geven we af/voeren we af?
• Afvalstoffen
Bloedsomloop en bloedsomloop: centrale rol
We eten iets → we krijgen een toename van de suikerspiegel → suiker wordt omgezet in vet → vet wordt omgezet
in voedingstoffen (continu evenwicht)
Hart is de motor: pompt en stuurt bloed rond (iets hoger: het zenuwstelsel, hart kan autonoom blijven kloppen:
oneindig laten kloppen zonder dat het in een element zit)
1.2 FUNCTIE VAN DE BLOED(SOMLOOP)
11.1 Pearson
1. Transport voedingsstoffen en afvalstoffen/transport van onopgeloste gassen, voedingstoffen,
hormonen en afvalproducten van de stofwisseling
a. Bloed transporteert zuurs tof naar de longen
b. Bloed transporteert koolstofdioxide van de weefsels naar het hart
c. Bloed transporteert hormonen uit de endocriene klieren naar de doelcellen
d. Bloed transporteert voedingsstoffen van het spijsverteringskanaal zijn opgenomen
e. Bloed transporteert afvalstoffen van de actieve cellen naar de nieren waar ze worden
uitgescheiden
1
, 2. Warmtedistributie/stabilisering lichaamstemperatuur
a. Te warm: we worden rood, je bloedvaten gaan openstaan
b. Te koud: je wordt bleek, je haren gaan omhoog staan, je bloedvaten gaan vernauwen
3. Transport beschermende stoffen/ verdediging tegen gifstoffen en andere ziekteverwekkers
a. Leukocyten in het bloed vechten om infecties te bestrijden
b. Bloed voert antistoffen aan: speciale eiwitten die lichaamsvreemde verbindingen aanvallen
1.3 PLAATS VAN HET HART IN HET BLOEDVATENSTELSE L
Bloedvatenstelsel = gesloten buizensysteem, met het hart als pomp van deze circulatie
Op 1 minuut tijd is al je bloed door je hart gepasseerd (dit hangt af van je
lichaamsactiviteit)
➔ Je bloed stroomt sneller bij een hogere activiteit (spierarbeid)
➔ Bij een volledige circulatie passeert het bloed het hart 2 keer (2
bloedomlopen)
➔ Grote bloedsomloop: lichaamscirculatie =
systeemcirculatie
▪ Linker hart: hoge bloeddruk
▪ Naar en vanuit heel het lichaam:
celmetabolisme
▪ Zuurstof naar de cellen en afvalstoffen terug
meenemen
▪ Linkerhart: zuurstofrijk bloed: saturatie 96-
100%
➔ Kleine bloedsomloop: longcirculatie = pulmonaire circulatie → rechterhart
▪ Rechterhart: lage bloeddruk
▪ Naar en van de longen: gasuitwisseling (zuurstofopname en koolstofdioxide-afgave:
ademhaling)
▪ NIET voeding longweefsel (gebeurt door kleine takjes van de grote bloedsomloop)
▪ Rechterhart: zuurstofsaturatie 70%
▪ Lage druk: tijdens systole 25 millimeter quick in rechter ventrikel en arteria pulmonalis
Hartfrequentie = hoe vaak klopt je hart (fh)
• Hart pompt heel de dag door: ongeveer 100 800 hartslagen per dag (gemiddeld 70 slagen per minuut)
Slagvolume = hoeveel ml bloed je rondpompt met 1 hartslag (vs)
• 70 ml per hartslag
Vs * fh = 70 * 70 = +/- 5 liter (al het bloed dat we hebben wordt elke minuut door ons hart gepompt)
Vernauwing in de aorta: meer druk zetten om evenveel bloed erdoor te krijgen (linker ventrikel gaat groeien door
harder te pompen → kleppen sluiten niet meer goed, terugvloed van het bloed, kranslagaders kunnen minder
zuurstof afgeven → hartinfarct door hoge bloeddruk)
Als je ouder wordt dan gaat je elasticiteit in de bloedvaten verliezen → bloeddruk gaat hoger zijn
2
,4 compartimenten van het hart
1. Rechteratrium (RA): ontvangt zuurstofarm bloed uit de grote
bloedsomloop
2. Rechterventrikel (RV): stuwt zuurstofarm bloed naar de longen
(kleine bloedsomloop)
3. Linkeratrium (LA): ontvangt zuurstofrijk bloed uit de longen
4. Linkerventrikel (LV): stuwt zuurstofrijk bloed naar de orgaanstelsels
(grote bloedsomsloop)
Bloed stroomt van slagaders (arteriën) → capillairnetten (haarvaten netten) → via grote venen terug naar het
hart → vanuit het hart → arteria pulmonalis → longen → venae pulmonales terug naar het hart
Apex = hartpunt (naar links georiënteerd) → achter de ribben
(aorta zit achter het sternum in mediastinum: ruimte/holte tussen de longen)
Je voelt het hart kloppen aan de linkerkant: eerst trekken de atria samen en dan de ventrikels (duwen het terug
naar boven) → de tweede klop: ventrikels meest gespierde deel van het hart, daarom voelen we het links harder
• Bovenkant van het hart is de basis
• Onderkant is de punt/apex
Overlopen les 1
- Waarom noemen we een slagader een slagader? Hartslag, een hart trekt samen en het bloed in het
bloedvat gaat zorgen voor een uitzetting van het bloedvat = pulsatie die zich verplaatst door het
lichaam. Pulsaties is voorsturen van het bloed (kan je voelen in je hals en pols)
- Wat zijn de onderdelen van het lichaam? Ventrikels en atria (rechterkant bevat zuurstofarm bloed,
links is zuurstofrijk)
- Wat zijn de 2 bloedsomlopen
o Grote of systeemcirculaire bloedsomloop
o Kleine of pulmonaire bloedsomloop
- Hoe noemt de holte tussen de longen? Mediastinum
- Wat is de basis van het hart, de bovenkant (atria), we hebben ook een hartpunt = apex
- Waar is je bloeddruk het hoogste: in de linker ventrikel, die heeft veel kracht nodig om bloed in de
aorta te pompen
Zuurstofsaturatie = verzadiging van het bloed (linkerkant: saturatie tussen 96 en 100%, rechterkant ongeveer
70%), maar ongeveer 30% wordt afgegeven in het lichaam → Als je een saturatie hebt van onder 95%, dan krijgen
mensen het gevoel dat ze kortademig zijn
Saturatie = verzadiging
In het ziekenhuis kan je een klepje op je vinger zetten en die meet de zuurstof in je bloed
3
, 1.4 ANATOMIE EN ORGANISATIE VAN HET HART
Plaats van het hart: nabij de centrale borstwand, bijna direct achter het sternum = in het mediastinum = ruimte
in de borstholte die de borstholte in 2 longholten verdeelt
• bevat ook grote arteriën
• oesophagus
• tranchea
• thymus
Pericard = hartzakje
1. buitenste vlezig pericardium: dicht netwerk van collageenvezels
a. stabiliseren positie van het hart en verbonden bloedvaten
2. binnenste sereus pericardium
a. = bekleding van het pericardium
b. Pericardiale vloeistof zorgt ervoor dat de 2 vliezen niet tegen elkaar schuren
c. Membraan met twee lagen
i. we hebben een binnenste laagje dat het dichtste tegen het hart = viscerale pericard
ii. pariëtale pericard: buitenste laag = epicardium
relatie tussen hart en pericardiale holte: vuist dit tegen een opgeblazen ballon duwt (zie foto hierboven)
Onthouden voor pathologie: verkalken = pantserhart (pericarditis calculosa), het hart kan niet meer uitzetten en
terug naar eigen vorm bewegen (ontsteking van het hartzakje: ontsteking komt doordat er meer vocht wordt
afgegeven, hoe meer vocht hoe minder bewegingsvrijheid van het hart)
→ pericardpunctie: met een scherpe punt in het hart of hartzakje prikken om het vocht eruit te laten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinepaquay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.