Lecture 1. From origin to education across countries
Een belangrijk model die leidend is in dit vak
From origin to education across countries. We bespreken dit in vier stappen:
1. Ongelijkheid
2. Ongelijkheid in opleidingskansen
3. Een grensoverscheidend perspectief
4. Kan onderwijs gezien worden als de grote gelijkmaker?
1. Ongelijkheid → het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen ongelijkheid van
uitkomst vs ongelijkheid van kansen
a. Inequality of outcome
i. Ongelijkheid van uitkomsten treedt op wanneer individuen niet hetzelfde
niveau van materiële rijkdom of algemene economische
levensomstandigheden hebben. De ene heeft bijvoorbeeld een betere baan
dan de ander. Dit zijn de ‘uitkomsten’.
b. inequality of opportunity
i. De huidige mondiale ongelijkheid van kansen betekent dat het
allerbelangrijkste voor uw levensomstandigheden het geluk of de pech van
uw geboorteplaats is. Het zijn eigenlijk de middelen die je aangereikt hebt
gekregen om kansen te kunnen rijpen of niet.
Als we willen kijken naar ongelijkheden van uitkomsten tussen mensen. Dan moeten we eerst kijken
of er ongelijkheden van kansen waren tussen die mensen. Op die manier kan er bepaald worden of
die ‘uitkomsten’ wel eerlijk zijn geweest. Want als het inderdaad zo is dat de uitkomsten van een
bepaald persoon te danken zijn alleen maar aan zijn harde werk, dan is het logisch dat hij meer
verdient. Maar komen zijn uitkomsten slechts doordat hij simpelweg meer kansen heeft gekregen en
uit een privileges huishouden komt. Dan kan je na gaan of zijn uitkomsten wel eerlijk zijn.
Dit staat in verband met het idee van meritocratie
● Meritocratie is een maatschappijmodel waarin de sociaal-economische positie van elk
individu is gebaseerd op zijn of haar verdiensten. Hierbij gaat het dus niet direct om de aanleg
die men heeft, maar wat men met die aanleg doet.
● Het meritocratische idee is dat wanneer je talent hebt en je moeite in iets steekt dat je dan
succes krijgt. Dus iedereen zou omhoog kunnen klimmen op de sociaal-economische ladder.
1
,Sociale achtergrond heeft effect op opleidings uitkomsten. Deze grafiek hieronder laat zien dat
wanneer je uit een gezin komt met een hoog inkomen dat je dan eerder naar de universiteit gaat. Je
kan ook in de grafiek zien dat naarmate de jaren het gat tussen mensen die uit een privileges
huishouden kwamen en een hoge opleiding gingen doen en de mensen die uit een huishouden
kwamen die niet zo veel inkomsten had een niet hoge opleiding gingen volgen. Dit komt doordat
mensen die uit een huishouden kwamen die veel inkomsten hadden naarmate de jaren steeds vaker
een hoge opleiding gingen volgen.
Er zijn twee componenten in ongelijkheid van opleidingskansen:
1. Kinderen van laagopgeleiden ouders:
a. Scoren gemiddeld lager op toetsen
b. Behalen lagere diploma’s (bijv. voltooiing van een tertiaire graad)
2. Primaire en secundaire effecten van sociale achtergronden op opleiding
a. Primaire effecten op onderwijs → test scores
b. Secundaire effecten op onderwijs → dit gaat meer over de keuzes die studenten
maken. Dus stel je voor dat twee studenten allebei dezelfde cijfers halen ongeacht
hun achtergrond. Uit resultaten is gebleken dat jongeren die uit een meer privileges
huishouden komen een meer ambitieuze keuze maken.
Primaire effecten van sociale achtergrond op onderwijs:
● Primaire effecten gaat dus meer over de resultaten die studenten behalen.
● Deze primaire effecten zijn gerelateerd op verschillen in voorschoolse cognitieve
ontwikkeling.
● Uitleg hiervan:
○ Verschillende gewoontes, zoals het lezen van boeken, buitenschoolse activiteiten →
als je hoogopgeleide ouders hebt dan zullen ze je vaak meer aansporen om
bijvoorbeeld boeken te lezen.
○ Motivatie, role modelling → als al jouw ouders naar de universiteit zijn geweest dan is
dit een standaard die je wil behalen.
○ Tutoring, ‘shadow education’ → als je ouders hoogopgeleid zijn dan kunnen ze je ook
vaker helpen met schoolwerk.
Secundaire effecten van sociale achtergrond op opleiding
Geven een bepaald schoolresultaat wat zijn vervolgens de keuzes die gemaakt worden in verhouding
met sociale achtergrond. Uit resultaten is gebleken dat jongeren die uit een meer privileges
huishouden komen een meer ambitieuze keuze maken.
2
, ● Ouders met een lagere SES (sociaal-economische status) maken verschillende
onderwijskeuzes (bij dezelfde prestatie van hun kinderen). Maar waarom?
● Dit heeft te maken met → verwachtingen en referentiekader: relatieve risico vermijding →
○ Rationele actiebenadering van ouderlijke besluitvorming: ouders nemen beslissingen
om resultaten optimaliseren ten opzichte van hun eigen positie. Ouders willen liever
niet dat hun kind een lagere opleiding geniet dan dat zij hebben gehad.
■ Ouders willen neerwaartse mobiliteit voorkomen. Hierdoor miken ze niet te
hoog op de opleiding van hun kinderen. Want als ze naar de uni gaan terwijl
ze dit eigenlijk niet aan kunnen dan is er een grotere kans dat ze met de
studie stoppen en helemaal geen opleiding hebben.
■ Minder investering door lager opgeleide ouders = rationeel
■ Het volgen van hetzelfde of een iets hoger niveau 'succesvol'
■ Kinderen van hoogopgeleide ouders moeten hoog scoren om hun sociale
status te behouden
Primaire vs secundaire effecten → Welk effect is sterker?
● Primaire effecten zijn ongeveer 3x sterker
● Maar de verhouding kan afhankelijk zijn van het onderwijssysteem: op keuze gebaseerd of
prestatie gebaseerd, leeftijd selectie etc →Vd Werfhorst & Mijs (2010)
● Waarom belangrijk om te ontrafelen?
○ Verschillende mechanismen: prestatie verbeteren van leerlingen met lagere sociale
achtergrond, of ingrijpen in keuzes?
Educational systems. Van de Werfhorst & Mijs (2010)
● De taken van onderwijs
○ Vaardigheden aanreiken en voorbereiden op de arbeidsmarkt
■ Cognitieve vaardigheden bijbrengen.
○ Actieve burgers opvoeden
■ Sociale-emotionele ontwikkeling.
Kinderen gaan naar scholen met verschillende ontwikkelingsniveaus, afhankelijk van: hun sociale
achtergrond
Landen verschillen op bepaalde aspecten van educatie systemen:
● Beginleeftijd van de leerplicht
● Duur van schooldag & jaar
● Inhoud curriculum & standaardisatie
● Organisatiestructuur: wie beslist over curriculum & eindtermen
● Leeftijd van selectie
● Aantal en soorten tracks
● Mobiliteit tussen tracks
Meest belangrijke verschillen in educatie systemen voor sociale ongelijkheid:
1. Educatie systemen die meer gestandaardiseerd zijn hebben minder grote ongelijkheden
tussen leerlingen.
a. Duidelijke en transparante beoordelingsnorm
2. Tracking: heeft de neiging om de ongelijkheid te vergroten
a. Gerelateerd aan educatieve besluitvorming – relatieve risico aversie
b. Tracking is het scheiden van studenten op academische vaardigheid in groepen voor
alle vakken of bepaalde klassen en curriculum binnen een school.
Waarom is sociale achtergrond belangrijker in landen met vroege selectie? → Dus tracking
● Levensloop hypothese
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noorhagenbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.58. You're not tied to anything after your purchase.