17.1 Cashflow
Uitbereidingsinvesteringen Investeringen van een onderneming waarbij de voorraad vaste
kapitaalgoederen wordt uitgebreid. Hiermee neemt de productiecapaciteit (= maximale
productieomvang die een onderneming in een bepaalde periode kan realiseren) toe.
↳ VB: uitbreiding van 2 naar 3 machines.
Vaste kapitaalgoederen hebben last van:
- Technische veroudering → Vermindering van waarde door het gebruik en het verloop van
de tijd.
- Economische veroudering → Vermindering van waarde door nieuwe technische
veranderingen. (misschien stellen we ze buiten gebruik, terwijl ze nog niet versleten zijn).
Vervangingsinvesteringen Een versleten of verouderde machine moet worden vervangen
door een andere machine. Door deze investeringen blijft de productiecapaciteit van een
onderneming hetzelfde.
Risicoreductie Het zo klein mogelijk maken van een onzekerheid of risico.
↳ VB: Bij het aanschaffen van een nieuwe machine, die nieuwe producten kan maken zijn er
de volgende onzekerheden:
● Hoe hoog de aanvullende uitgaven zijn (Noodzakelijke onderzoeks- en
ontwikkelingskosten van het nieuwe product, de productiemethode, uitgaven
grondstof- en loonkosten tijdens de levensduur van de investering).
● Hoe hoog de ontvangsten zijn door verkoop van de met de investering gemaakte
producten.
Het verschil tussen de geldstroom die de onderneming door de investering ontvangt en de
geldstroom die zij uitgeeft = kasstroom/cashflow
↳ Cashflow van een investeringsproject bestaat uit alle ontvangsten en uitgaven ervan
Drie momenten waarop je de cashflow kan bepalen:
Aan het begin van de looptijd:
↳ Onderneming schaft de nodige vaste en vlottende activa aan. Op dat moment is er een
negatieve cashflow ten grootte van de uitgaven van de nodige investeringen.
(negatieve) cashflow begin looptijd = investeringen (in vaste en vlottende activa)
Tijdens de looptijd
↳ Cashflow gelijk aan de verwachte ontvangsten uit het investeringsproject, verminderd met
de verwachte uitgaven van het project.
Cashflow tijdens de looptijd = nettowinst + afschrijvingskosten
Aan het eind van de looptijd
↳ Activa is niet meer nodig, dus wanneer er nog waarde op zit kunnen deze verkocht
worden. De verwachte opbrengst bij verkoop na afloop van een project is de restwaarde.
Het afstoten van de vaste activa leidt tot desinvesteringen. Deze leiden vormen een
mogelijke extra ontvangst na of aan het eind van het laatste jaar van het
investeringsproject. Maar soms ook tot extra uitgaven.
Cashflow einde looptijd = desinvesteringen (restwaarde)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimberlygroen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.