100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting farmacologie $7.49   Add to cart

Summary

Samenvatting farmacologie

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van farmacologie in het jaar 2021-22 voor het vak verpleegkundig redeneren en handelen 2 (nu verpleegkundige zorg en communicatie 2)

Preview 4 out of 42  pages

  • November 8, 2022
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Farmacologie
1. Inleiding in de farmacologie
Oorsprong van de farmaca:
 Verleden
o Extractie uit planten (bv morfine)
o Afgescheiden door schimmels (bv penicilline)
o Extractie uit dierlijke organen (bv insuline)
 Heden
o Synthetisch design: nieuwe geneesmiddelen en structurele modificaties

1.1. Ontdekking van geneesmiddelen
Vaak per toeval ontdekt (zoals Penicilline)

Trial and error: nieuwe molecule worden tijdens het testen op cellen/dieren willekeurig
gescreend en zo therapeutische effecten ontdekt

Targeted therapie: doordat goede kennis van structuur van receptor of eiwit waarop het
geneesmiddel moet aangrijpen (voor specifieke aandoeningen zoals reumatoïde artritis)

Me-too geneesmiddelen: doordat kleine wijzigingen aanbrengen aan chemische structuur
van gekende werkzame stof  geneesmiddel ontwikkelen met licht gewijzigde
farmacokinetische en/of farmacodynamische eigenschppane

Biologicals of biologische geneesmiddelen: afkomstig van levende organismen en worden
door biotechnologische technieken aangepast

Biosimilars: generieken van bestaande biologicals maar zijn niet altijd identiek aan het
originaal

Soms ook geneesmiddelen met interessante bijwerkingen (bv: sulfonamiden zijn antibiotica
maar hebben ook een bloedsuikerverlagende werking  aanpassing van molecule  orale
antidiabetica)

1.2. Ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel
 Dierexperimenten
o Toxiciteit
o Werkingsmechanisme
o Farmacokinetische aspecten
 Humaan farmacologisch onderzoek
o Preklinische fase
o Fase 1 = lage dosis aan gezonde vrijwilligers
o Fase 2 = therapeutische werkzaamheid in vergelijking met placebo
o Fase 3 = op grote schaal – statische analyse
o (Fase 4 = opvolgen nevenwerkingen – farmacovigilantie via elektronisch
meldingsformulier)




1

,1.2.1. Preklinische fase
Onderzoeken op cellen (in vitro) en in een volgende fase op dieren

Wordt gelet op toxiciteit, orgaanafwijkingen en oncogene eigenschappen bij eenmalig
gebruik of bij chronisch gebruik

Als voordelen opwegen tegenover de risico’s: begin klinische fase


1.2.2. Klinische fase
Fase I = onderzochte geneesmiddel toedienen aan kleine groep gezonde proefpersoenen
om werking, bijwerkingen en toxiciteit te onderzoeken

Als om zeer specifieke aandoening gaat: patiënten zoeken

= IS HET GENEESMIDDEL VEILIG?

Fase 2 = testgeneesmiddel toedienen aan 100-tal patiënten die bepaalde aandoening/ziekte
hebben waarvoor het geneesmiddel bedoeld is
Als het om een vaccin gaat: aan vrijwilligers toedienen
Onderzoek naar doeltreffendheid en bijwerkingen + bepaling optimale dosering

= WERKT HET GENEESMIDDEL EN WAT IS DE OPTIMALE DOSERING?

Fase 3 = optimale dosis toedienen aan grote groep patiënten in verschillende ziekenhuizen
in verschillende landen
=> Van belang om risico-batenverhouding te bevestigen en werking te onderzoeken in
vergelijking met reeds bestaande geneesmiddelen of placebo
Vaccin: 1000 vrijwilligers die risico lopen op bewuste infectie

Als blijkt dat veilig is  registratie

= WERKT HET GENEESMIDDEL BETER, EVEN GOED OF MINDER DAN AL BESTAANDE
MIDDELEN OF PLACEBO?

Fase 4 = middel mag al voorgeschreven en toegediend worden aan een grotere groep
patiënten, nieuwe of lange termijneffecten worden nauwgezet gevolgd + onderzoek naar
interacties met andere medicijnen

= WAT ZIJN NIEUWE OF ZELDZAME BIJWERKINGEN OF LANGETERMIJNEFFECTEN?

Off-label gebruik = geneesmiddel wordt voor een andere indicatie, doelgroep of
toedieningsweg of in een andere dosering gebruikt dan waarvoor het middel is goedgekeurd
(vaak bij behandeling van oncologische of pediatrische zorgontvangers)
=> Arts mag voorschrijven




2

,2. Het geneesmiddel
2.3. Toedieningsvormen van geneesmiddelen
2.3.1. Poeder
Moeten opgelost worden in water

Strooipoeder = voor uitwendig gebruik
Poeder voor inhalatie (apparaat prikt gaatje in een capsule of patroon)

2.3.2. Tablet en dragee
Tablet = een poedermengsel die samengeperst wordt
Doorslikken met water
Meest gebruikte toedieningsvorm

Smelttabletten: smelten op tong

Bruistabletten: oplossen in water
Opletten bij zorgvragers met hypertensie die streng zoutbeperkt dieet volgen want
bruistabletten bevatten veel natrium

Orodispergeerbare tabletten: vallen uiteen in water, maar mag je ook gewoon inslikken
Voordeel: kan ook ingenomen worden zonder water (in mond oplossen vooraleer
inslikken)

Zuigtabletten: opzuigen waardoor tablet oplost
Langzame afgifte  gedurende bepaalde tijd een zekere concentratie in mond
verkregen
Bedoeld voor lokale werking in mond- en keelholte

Sublinguale tabletten: onder tong houden
Buccale tabletten: tussen de tanden en wangen houden
=> Mondslijmvlies neemt werkzame stof op  snelle werking van geneesmiddel en/of
omzeiling van maag en eerste passage in de lever

Kauwtablet = eerst kauwen en daarna doorslikken

Dragee = een tablet met een coating van polymeer, suiker of was = omhulde tablet

Enteric coated of maagsapresistente tablet = wanneer het geneesmiddel omgeven is door
een zuurbestendig laagje
Valt niet uiteen in de maag en zo wordt het vermeden dat het geneesmiddel door het
maagzuur wordt afgebroken of dat maagmucosa wordt aangetast

Retardtabletten = tabletten met vertraagde afgifte
Voordeel: minder vaak moet ingenomen worden (dosis bedoeld voor 24 uur

Maagsapresistente en retardtabletten NOOIT pletten

2.3.3. Capsule of gelule
Capsule = bestaat uit omhulsel van gelatine met daarin het werkzame bestanddeel en een
vulstof
Kapsel lost op in de maag en zo komt geneesmiddel vrij in de maag
Soms kan als poeder innemen


3

, Kan ook enterisch omhuld zijn of enterisch gecoate microkorreltjes kan bevatten  mogen
soms geopend worden, maar niet gekauwd of geplet worden

2.3.4. Oplossing, suspensie en emulsie
Oplossing = werkzame stof wordt opgelost in een oplosmiddel, meestal water
Geneesmiddel is homogeen verdeeld over vloeistoffase

Siroop = een oplossing die veel suiker bevat en vooral als hoestdrank wordt gebruikt
Nu ook zonder suiker zodat diabetespatiënt dit ook kunnen gebruiken

Suspensie = geneesmiddel kan niet opgelost worden in vloeistof zodat het er fijn en
vermalen in verdeeld wordt (zal naar bodem zakken)
Voor gebruik schudden

Emulsie = een niet-mengbare vloeistof
Om te voorkomen dat olie en waterlaag scheiden: emulgator aan toegevoegd

2.3.5. Druppels
Druppels = oplossingen waarin het geneesmiddel sterk geconcentreerd is
Kunnen op verschillende wijzen worden toegediend (oraal, lokaal)

Spray = bestaat uit een groot aantal microscopisch kleine druppeltjes die via inhalatie,
intranasaal of op de huid worden gebruikt
Via dosisaerosol of vernevelaar: druppels geïnhaleerd

2.3.6. Infuus en infusievloeistof
Infuus = grote hoeveelheid vloeistof (vanaf 50-100 mL) die in een bloedvat van de
zorgontvanger wordt gebracht
Via pompsysteem worden toegediend

Injecties = variëren van 0,1 mL tot enkele mL
Zit meestal in opgeloste vorm in een ampul of in een spuit

2.3.7. Zalf, crème en pasta
Zalf = een bepaalde hoeveelheid vet of olie waar een geneesmiddel doorheen is gemengd

Pasta = een zalf maar de hoeveelheid van het poeder is 50% of meer van het totale gewicht

Crème = een mengsel van olie en water waaraan een stabilisator is toegevoegd
Bij aanbrengen: watergedeelte zal verdampen en de olie en GM blijft achter

Gel = vaak verkoelend effect

2.3.8. Transdermaal therapeutisch systeem (TTS)
Transdermale toediening = wanneer een stof via de huid wordt toegediend voor systemische
werking

Transdermale therapeutische systemen = huidpleisters = om geneesmiddel continu met
dezelfde snelheid aan de bloedbaan af te geven
Bevatten kleine hoeveelheden van de werkzame stof

Best toedienen op bovenlichaam of arm, 30 seconden aandrukken en voldoende wisselen
van toedieningsplaats

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofiecoutteau. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81989 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.49
  • (0)
  Add to cart