Samenvatting van de (werk)colleges van strafrecht 1 een vak gegeven aan de Rijksuniversiteit Groningen in semester 2. Deels ook een samenvatting van het boek: Het materiele strafrecht van Knigge, G Wolswijk, H.D.
Strafrecht 1
Week 1
Strafbaar feit is een:
1. Gedraging
2. Die voldoet aan alle bestanddelen van een delictsomschrijving
3. Wederrechtelijkheid
4. Aan schuld te wijten
Soorten strafuitsluitingsgronden:
Bijzondere wettelijke strafuitsluitingsgronden -> art. 273, lid 2 Sr.
Buitenwettelijke strafuitsluitingsgronden -> AVAS
Vervolging strafuitsluitingsgronden -> art. 486 Sv.
Soorten overmacht:
1. Absolute overmacht: valt niet onder overmacht als er geen sprake is van een
gedraging -> vrijspraak.
2. (schulduitsluitingsgrond) psychische overmacht: HR -> van buiten komende drang
waartegen de verdachte geen weestand kon en niet behoefde te bieden, waarbij
volgende belangrijk is:
2.1 Proportionaliteit en subsidiariteit maar minder streng dan bij noodtoestand
2.2 Garantstelling -> van professionals wordt meer verwacht dan van een normaal
persoon
3. (Rechtvaardigingsgrond) overmacht noodtoestand: HR: zwaar belang prevaleert,
waarbij belangrijk is:
3.1 Proportionaliteit
3.2 Subsidiariteit
Jurisprudentie
Stiefkind -> interpretatie van het bestanddeel stiefkind
Mensenroof -> interpretatie van het bestanddeel
Noodtoestand en Opiumwet -> overmacht noodtoestand wanneer er bijvoorbeeld
geen ander alternatief is
Week 2
Ontoerekeningsvatbaar: zuivere schulduitsluitingsgrond wanneer geen toerekening vanwege
stoornis die zorgt voor 1. Geen inzicht in goed en kwaad en/of 2. Wel inzicht maar geen
vrijheid te handelen conform inzicht. Of er sprake van is wordt getoetst door de volgende
vragen:
Psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap?
- Niet normale gemoedstoestand
Causaal verband tussen het feit en de toestand?
- Wel verband met ene delict
- Bezwaar term ‘ontoerekeningsvatbaarheid’
, Feit vanwege stoornis niet aan de dader toe te rekenen?
- Meest juridische, normatieve vraag
- Bij art. 39 Sr, dus 3e vraag wel toerekenbaar of niet toerekenbaar
- Indien wel toerekenbaar, 4e vraag verminderd toerekenbaar
Wanneer is er sprake van noodweer?
1. De aanval:
1.1 Aanranding tegen jezelf of een ander
1.2 Aanranding is ogenblikkelijk; dus net begonnen en nog niet afgelopen of er is sprake
van een onmiddellijk dreigend gevaar
1.3 Aanranding is wederrechtelijk
2. Verdediging:
2.1 Is noodzakelijk dus voldoet aan subsidiariteit, dus;
o Feitelijk onmogelijk om jezelf te onttrekken
o Onttrekking mogelijk maar wordt niet gevergd
o Noodzakelijkheid van verdediging er is dus sprake van een noodweersituatie
iemand mag zich verdedigen
3. Was begaan strafbaar feit geboden? (proportionaliteit):
3.1 Aangetaste belang mag niet veel zwaarder wegen gediende belang
3.2 Kiezen voor minst ernstige strafbare feit
3.3 Garantenstellung (Meta-Hofman)
Wanneer is er sprake van noodweerexces?
1. Eisen zelfde als noodweer behalve eis van geboden want verdediging niet
proportionaliteit
2. Intensief: op wijze die niet geboden is
3. Extensief: verdediging is niet meer noodzakelijk
3.1 1ste graad: verdedigt en gaat vervolgens door als aanranding voorbij is
3.2 2de graad: verdediging als aanranding is afgelopen
Soorten AVAS:
A. Verontschuldigbare feitelijk dwaling -> verdacht is onwetend en dwaalt omtrent de
feiten
B. Verontschuldigbare rechtsdwaling -> juiste feitelijke voorstelling maar verdacht denkt
dat hij zo wel mag handelen, dwaling omtrent het recht
C. Verontschuldigbare onmacht -> Verdachte is buiten zijn schuld in situatie terecht
gekomen waarin hij niet in staat is wet na te leven
D. Maximaal te vergen zorg betracht hebben -> Maximaal te vergen zorg in acht
genomen om wetsovertreding te voorkomen
Jurisprudentie
Meta Hofman -> Doodslag door politieagent in de uitoefening van zijn functie is hier
noodweer
Extensief exces: ruzie te Loon op Zand -> Voor noodweerexces is geen
noodweersituatie nodig op het moment van de tegenaanval als deze wordt
veroorzaakt door hevige gemoedstoestand.
Verzwegen vermogen -> bij rechtsdwaling bij een onjuist advies moet de verdachte
verontschuldigbare onbewust hebben gehandeld: 1. Onafhankelijkheid van adviseur
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieke88. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.