HOOFDSTUK 1 HET KARAKTER EN DE PLAATS VAN DE SYSTEEMTHEORIE
3 belangrijke psycholigische stromingen:
1. De psychoanalyse
2. Het behaviorisme
3. De humanistische psychologie
4. De systeemtheorie
De psychoanalyse (Freud)
Bestaat uit:
1. De pscyhoanalystische theorie: behandelt de dunamiek van de psyschische processen van de
mens, die voor een belangrijk deel onbewust zijn en bepaald worden door verdringing en
afweermechanisme. Deze afweer heeft te maken onaanvaardbare, pijnlijke of angst
verwekkende bewustzijnsinhouden die meestal verband houden met seksuele of agressieve
driften.
2. De psychoanalyistische therapie: de vorm van therapeutisch handelen waarbij uitsluiting
psychische beïnvloedingsmidddelen worden aangwend om stoornissen op het spoor te
komen en op te heffen met het doel om ziekten te genezen.
Aspect 1: Freud onderscheidt 3 ontwikkelingsfasen:
1. De orale fase
2. De anale fase
3. De fallische/ genitale fase.
Aspect 2: Het persoonlijkheidsmodel:
1. Über-Ich: Gedeelte van de persoonlijkheid warin het individu de waarde, normen, geboden
en veboden van de samenleving heeft verinnerlijkt.
2. Ich: sturende en coördinerende functie
3. Es: driften, impulsen en seksualiteit
Aspect 3: Aandacht voor het onbewuste
Naast ons kennende bewustzijn van de werkelijkheid, leeft er ook veel in ons waarvan we ons niet
bewust zijn.
De essentie is: de mens moet tijdens zijn leven in het reine zien te komen met twee principes: het
lustprincipe (dat stelt dat je in het leven zo veel moet zien te genieten) en het realiteitsprincipe (dat
ons duidelijk maakt dat het in het leven niet altijd feest kan zijn en dat de samenleving allerlei
grenzen stelt aan het de realisering van het lustprincipe).
Het behaviorisme
De psychologie van het uiterlijk waarneembare gedrag.
Alle menselijk gedrag is aangeleerd. De mens komt als een tabula rasa, een onbeschreven blad ter
wereld.
Klassieke conditionering = Honden een stuk vlees geven en tegelijkertijd een bel laten rinkelen.
Honden gingen later ook kwijlen als ze de bel hoorden, zonder dat ze een stuk vlees kregen.
Operante conditionering = als ratten op een hendel drukte kregen ze een beloning. Ook toen later de
beloning achterwege bleef gingen ze door met het aangeleerde gedrag.
,Therapievorm bij het behaviorisme is gedragstherapie.
Fobieën zijn bijvoorbeeld goed hiermee te behandelen. Deze therapievorm is vaak kortdurend en de
resultaten zijn waarneembaar en meetbaar.
Wensen, behoeften en gevoelens in het algemeen zijn geen hanteerbare grootheden voor deze
psychologische benaderingswijze, omdat ze niet waarneembaar zijn. Dit uitgangpunt deelt het
behaviorisme met de systeemtheorie.
De humanistische psychologie (Maslow)
Legt de nadruk op de menselijke mogelijkheden, de mogelijkheid van de mens om te kiezen en zich
te ontplooien.
De verwante filosofische stroming is het extentialisme, benadrukt de vrijheid van de mensn als
bestaansgrond en stelt dat voor de mensn het maken van keuzes in zijn leven zijn belangrijkste
mogelijkheid en tegelijkertijd zijn belangrijkste opdracht is. Hij mag niet kiezen, hij moet ook kiezen.
Maslow heeft zich bezig gehouden met de grenzen van de menselijke mogelijkheden.
5 mensenlijke behoeften (oplopende reeks, de lagere moet eerst bevredigd zijn voor de volgende
behoefte zich kan aandienen:
1. Fysieke behoeften (eten, drinken en seksualiteit)
2. Veiligheid (onderak, afwezigheid van oorlog, dat ouders voor je zorgen)
3. Liefde, affectie en om bij anderen mensen te horen (belongingness)
4. Erkenning en waardering (gewaardeerd, geprezen, bevestigd en gerespecteerd worden)
5. Zelfverwerkelijking (zelfkennis, actieve en passieve kunstbeoefening, openstellen voor
schoonheid en esthetiek. Belangrijkste: belangstelling voor spiritualiteit, religie, zingeving en
levensbeschouwelijkheid)
De eerste vier zijn deficiëntiebehoeften = behoeften die te maken hebben met ervaren tekorten.
Zelfverwerkelijking kan nooit ten volle bevredigdworden.
Verwante therapievorm is de cliëntgerichte therapie: de cliënt krijgt zo veel mogelijk greep op zijn
situatie door eigen inzicht en op eigen kracht.
Menselijke problemen worden opgevat als moeilijke en soms pijnlijke overgangsmomenten naar een
hogere, meer integrale vorm van bestaan.
Provleem en depressieve periodes zijn daarin bottlenecks, knelpunten, die een overgang markeren
op de weg naar een completere vorm van vbestaan. Die overgangsmomenten van de ene levensfase
naar de volgende horen bij het leven en moeten dus als normaal worden beschouwd.
De systeemtheorie
Heeft niet het individu, maar het individu in zijn omgeving tot onderwerp.
De kennistheorie is het gedeelte uit de filosofie dat zich bezig houdt met vragen als wat is ware
kennis, hoe kunnen we tot ware kennis komen en hoe verhouden werkelijkheid en de kennis van die
werkelijkheid zich tot elkaar.
Realisme = er vanuit gaan dat het waarnemen, meten, aanraken en onderzoeken van objecten ons
ware kennis van de werkelijkheid verschaft. = objectieve kennis.
,Constructivisme = tegenpool van het realisme. Beweert dat er een werkelijkheid bestaat die wij zelf
maken en construeren = subjectieve kennis.
Relabeling/ heretikettering = in plaats van negatieve denkwijzen, andere gevoelens en gedachten
aanreiken waardoor we gelukkiger worden.
De systeemtheorie is een theorie die haas basis heeft in het constructivisme.
De subjectieve werkelijkheid is een fundamenteel gegeven in de sociale wetenschappen in het
algemeen en in de systeemtheorie in het bijzonder.
De wetenschap wil verbanden tussen variabelen ontdekken.
Het fundament van de systeemtheorie is het artikel ui 1956 waarin Bateson (+3 anderen) het
disfunctioneren van mensen niet binnen het individu zelf ozekt, maar binnen hun omgeving of
binnen hun systeem.
Wanneer een bepaalde wetenschap objecten met behulp van de systeemtheorie bestudeert wil men
die objecten bestudere in een breder kader, geplaatst in hun context.
De 5 principes van de systeemtheorie:
1. Het geheel is meer dan de som van de delen
2. Binnen het systeem (geheel) zijn de delen van elkaar afhankelijk
3. Het systeem bepaalt in belangrijke make het gedrag van de individuen
4. Het systeem probeert zich op allerlei manieren aan te passen aan zijn omgeving, omdat het
wil overleven
5. Een systeem heeft de eigenschap zichzelf te hadnhaven en te blijven voortbestaan wanneer
het eigenlijk geen recht van bestaan meer heeft.
In de systeemtheorie worden de factoren die de gedragingen van mensen be±invloeden niet in de
eerste plaats in de persoon zelf gezocht, maar in de werking van het systeem en in de wisselwerking
tussen personen. Het gedrag van een bepaald persoon vormt altijd een reactie op het gedrag van
een ander of van meerdere anderen. = de-indivualiserend.
De benadering van de systeemtheorie is nuchte en zakelijk: zij wenst niet te speculeren over de
bedoelingen en motieven van mensen.
Bij de systeemtheorie staat niet het begrip energie centraal zoals dat wel is bij de
natuurwetenschappen en psychoanalyse, maar het begrip informatie staat centraal.
Informatie= de voortdurerende stroom van zowel verbale als non-verbale, onbewuste en
onbedoelde signalen die mensen uitzenten en ontvangen.
Man schopt bal = energie
Man schopt hond = informatie (en energie)
Feedback = zelfregulatie door middel van terugkoppeling.
In de systeemtheorie is het breder en duidt het op alle processen va informatieterukoppeling en
verwerking. De informatiestroom verloopt in cirkels.
Negatieve feedback = draagt bij aan de bestendiging van de situatie, aan het voortbestaan van de
bestaande toestand van het systeem. Is erop gericht veranderingen tegen te gaan.
, Positieve feedback = Gericht om het systeem te veranderen, dat een bepaalde systeemnorm die tot
dan toe gold, wordt losgelaten.
Herhaling is het kenmerk waarin men een systeem herkent.
Beperking = Als er in de loop van het kennismakings- en samenlevingsproces eenmaal een bepaald
traject is afgelegd en er verschillende wissels zijn genomen, zal 80 a 90% van het totaal aan
theoretische gedragsmogelijkhedne niet meer wordne gerealiseerd.
Redunantie = geeft aan dat veel informatie binnen het systeem overbodig is, geen nieuwe informatie
bevat, zichzelf herhaalt en volledig past in het patroon dat ons al bekend was. = patroon.
Binnen de systeemtheorie:
Communicatie = interactie = gedrag = beïnvloeding.
Communicatie is informatie die gevolgen heeft.
Traditionele psychologie Systeembenadering
Individugereicht Systeemgericht
Intrapsychishce benaderingswijze Interperoonlijke benaderingswijze
Geïntereseerd in waarneembaar en niet- Uitsluitend geïnteresseerd in waarneembaar
waarneembaar gedrag gedrag
Het verleden wordt van groot belang geacht Het verleden wordt van veel minder belang
geacht
De waaromvraag staat in het teken van de De waaromvraag staat in het teken van de
persoonsanalyse systeemanalyse
Men maakt onderscheid tussen normaal en Men maakt onderscheid tussen de
abnormaal gedrag van het individu verschillende gedragingen van het systeem
Men gaat uit van eenduidige oorzaken, van Men gaat niet uit van eenduidige oorzaken,
zogenoemde lineaire causaliteit : oorzaak --> maar van zogenoemde circulaire causaliteit:
gevolg oorzaak = gevolg = oorzaak = gevolg
Intrapsysche benadering = de aanname dat de sleutel tot het problematisch gedrag van zijn cliënt
zich binnen de persoon bevindt
Interpersoonlijke benadering = het netwerk van relaties binnen het systeem waartoe de persoon
behoort, het communicatiepatroon en de wijze waarop wordt gecommuniceerd.
De vertegenwoordigers van de systeemtheorie hebben met de aanhangers van het behaviorisme
gemeen dat ze er de nadruk op leggen dat uitsluitend de waarneembare aspecten van het menselijk
gedrg tot het object van de psychologie gerekend mag worden.
De psychoanalyse is geïnteresseerd in de angsten, gedachten, motieven en persoonlijke problemen
van patronen en inhet waarom van deze zaken. De systeemtheorie stelt eerder vragen die in het
teken staan van de analyse van het systeem en die gaan over het communicatiepatroon, over de
wijze waarop de relaties binnen het systeem zich manifesteren en de wijze waarop ze functioneren.
De scheiding tussen normaal en abnormaal gedrag en tussen gezond en zieke mensen wordt door de
systeemtheorie niet vruchtbaar geacht.
Lineaire causaliteit = a--> B
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Emmaderood. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.