Dit document bevat een oefententamen met 50 oefenvragen om te kijken wat voor een cijfer je kunt halen + 20 extra vragen om erbij te oefenen.
Alle stof voor het tentamen van inleiding in de psychologie 2022 op de universiteit Leiden
TEST BANK -- SUMMARY INTRODUCTION TO PSYCHOLOGY, 8TH EDITION BY PETER O. GRAY (AUTHOR), DAVID BJORKLUND (AUTHOR)PART 1 (PB0014) -- SAMENVATTING INLEIDING TOT DE PSYCHOLOGIE, 8E EDITIE DOOR PETER O. GR...
All for this textbook (1)
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Psychologie
Inleiding In De Psychologie
All documents for this subject (72)
4
reviews
By: kzoulali • 1 year ago
By: stormkruisland • 2 year ago
By: riverz101 • 2 year ago
By: charisdontis • 2 year ago
Seller
Follow
socialewetenschappen
Reviews received
Content preview
Oefentoets inleiding in de psychologie (50 MC vragen)
1. Welke opvatting/denkwijze was prominent aanwezig in de 18e eeuw?
a. Dualisme
b. Monisme
c. Functionalisme
d. Representationsime
2. Wat houdt de wet van contiguïteit in?
a. Dat als een persoon ervaring op wilt doen, deze moet worden verwerkt in het brein
9met de ratio)
b. Dat als een persoon twee gebeurtenissen tegelijkertijd of na elkaar ervaart, de
gebeurtenissen met elkaar in verband worden gebracht
c. Dat basiskenmerken van de menselijke geest aangeboren zijn en ingebouwd in het
menselijke brein
d. Dat er geen andere menselijke natuur is dan het vermogen om gedrag aan te passen
aan de eisen van de omgeving
3. Welke uitleg past het beste bij de term ‘inferentiële statistiek’?
a. Het helpt onderzoekers in te schatten hoe zeker het is dat de waargenomen
resultaten het resultaat zijn van toeval
b. Het omvat alle numerieke methoden om een dataset samen te vatten
c. Het kan worden samengevat door het gemiddelde, de mediaan en de variabiliteit
d. Een veelgebruikte maatstaf bij deze statistiek is de standaarddeviatie
4. Wat is een voorbeeld van een ethische kwestie bij psychologisch onderzoek?
a. Het recht van de persoon op privacy
b. De mogelijkheid van ongemak en pijn
c. Het gebruik van misleiding
d. Zowel A als B
e. Zowel B als C
f. Zowel A als C
g. Zowel A als B als C
5. Bekijk de volgende stellingen: stelling 1: genen produceren gedrag nooit rechtstreeks.
Stelling 2: tijdens de Meiose verdelen cellen zich in eicellen of zaadcellen. Welke
stelling(en) is/zijn juist?
a. Alleen stelling 1
b. Alleen stelling 2
c. Zowel 1 als 2 zijn juist
d. Zowel 1 als 2 zijn onjuist
, 6. Variatie in genen draagt bij aan variatie in ..(1).. eigenschappen die van meerdere
genen afhankelijk zijn noemen wij ..(2).. kenmerken. Wat moet er op de plaats van de
puntjes?
a. Gedrag – polygene
b. Uiterlijk (fenotype) – polygene
c. Gedrag – mendeliaanse
d. Uiterlijk (fenotype) – mendeliaanse
7. Wat is géén concept van natuurlijke selectie van Darwin?
a. In elke generatie is er een overproductie van nakomelingen
b. Er is een variatie in eigenschappen tussen leden van een generatie
c. Natuurlijke selectie heeft als doel het voortbrengen van de meest perfecte
individuen in een soort
d. Individuele verschillen worden van generatie op generatie overgeërfd
8. Biologen en psychologen vinden het nuttig om onderscheid te maken tussen twee
soorten verklaringen van gedrag. Welke?
a. Distale en nabije verklaringen
b. Distale en rudimentaire verklaringen
c. Nabije en rudimentaire verklaringen
d. Nabije en mechanistische verklaringen
9. Een vleermuis en een vogel hebben beide vleugels, vleermuizen hebben tussen hun
“vingers” flappen huid en vogels hebben veren die uitsteken vanaf hun armbotten.
Deze gelijkenis is een goed voorbeeld van..?
a. Een homoloog orgaan
b. Het afleiden van paden waarlangs een soort specifieke gedragingen ging
ontwikkelen
c. Een analoog orgaan
d. Soort typisch gedrag
10. Lisa heeft een relatie met ongeveer 5 jongens op haar universiteit. Dit is een goed
voorbeeld van..?
a. Polyandrie
b. Polygynie
c. Monogamie
d. Promiscuïteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialewetenschappen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.63. You're not tied to anything after your purchase.