Uitgebreide samenvatting van het blok Arts en Context (5MPV2) voor de studie geneeskunde aan de RU. Tevens te gebruiken als samenvatting voor de onderdelen statistiek, ethiek etc. Deze samenvatting omvat alle onderdelen van het blok: werkgroepen, hoorcolleges, zelfstudie opdrachten en responsiecol...
Public Health
Public health houdt zich bezig met de volksgezondheid en collectieve
maatregelen om de volksgezondheid te bevorderen. Het is: The science and art
of preventing disease, prolonging life and promoting health through the
organized efforts of society. Het richt zich op de gezondheid van de bevolking.
Het wordt ook wel als ‘community medicine’ aangeduid. In Nederland vergelijken
we sociale geneeskunde en gezondheidswetenschappen met public health.
Demografische transitie: combinatie van toename van levensverwachting door
daling sterftecijfer en daling van geboortecijfer.
Epidemiologische transitie is de verschuiving in het doodsoorzakenpatroon. Deze wordt in
3 fasen onderscheiden:
- Tijdperk van epidemieën en hongersnood.
- Tijdperk van afnemende pandemieën. infectieziekten op retour en meer ziekten als
kanker etc.
- Tijdperk van degeneratieve en door de mens veroorzaakte aandoeningen dood door
volledig niet-infectieziekten gedomineerd, nu moderne ziekte die juist op middelbare
leeftijd aanslaan.
De snelle sterfte tussen de tweede en derde periode komt door (volgens McKeowns):
- Daling door daling van de infectieziektesterfte.
- Daling door verbetering in de omgeving als hygiënische maatregelen.
Public health kwam als eerste ten sprake in de achttiende eeuw tijdens de verlichting door
dat volksgezondheid een staatsbelang werd, waardoor er gegevens over gezondheid van
volk(bevolkingsadministratie) en inoculatie tegen pokken(eerste vaccinatie/inspuiten met
verzwakte ziekteverwekker). Ook begon men tijdens de verlichting te vermoeden dat ziekten
vermijdbaar waren.
Public health ontleent haar identiteit aan een specifiek gedachtegoed of paradigma deze
bestaat uit drie ideeën:
- De meeste gezondheidsproblemen zijn terug te voeren op blootstelling aan
ongunstige omgevingsinvloeden en dus vatbaar voor preventie.
- Problemen in volksgezondheid zijn het best op te lossen door collectieve
maatregelen.
- Kwantitatieve onderzoeksmethoden zijn het geschikts om
volksgezondheidsproblemen te bestuderen en oplossingen door die problemen te
maken.
Elk van deze ideeën heeft vorm gekregen door de sanitaire beweging.
Op moment dat een belangrijk deel van de omgevingsfactoren die voor slechte
gezondheidstoestand verantwoordelijk waren, verdrongen waren, werd het noodzakelijk om
nieuwe middelen te hebben voor verdere verbetering. Dit door speciaal ontwikkelde
preventieprogramma’s: groepen met geconcentreerde gezondheidsproblemen die met een
collectieve gezondheidsbescherming niet afdoende konden worden bestreden, hiervoor was
sociale hygiëne nodig: richten op sociale omstandigheden, als voedingsgewoonten,
huisvesting etc.
,Na 1950 kwam sterfte vooral door chronische ziekten en niet door infectieziekten. Public
health verschuift dan richting gezondheidszorg.
New public health: vormen van preventie voeren weer boventoon.
Epidemiologische transitie
1.) Tijdperk epidemieën en hongersnood.
2.) Tijdperk van afnemende pandemiën.
3.) Door mens veroorzaakte degeneratieve ziekte.
4.) Ouderdomsziekten (alzheimer, obesitas).
5.) Terugkeer infectieziekten.
Volksgezondheid
Herhaling:
- Incidentie is het aantal nieuwe gevallen van de ziekte tijdens een
bepaalde periode.(aantal nieuwe gevallen in 1000 patiënten jaren).
- Terecht-positief: test zegt ja en heeft ziekte ook. Fout-positief: test
zegt ja, maar heeft het niet. Terecht-negatief: test zeg nee en heeft zieke
ook niet. Fout-negatief: test zegt nee, maar heeft ziekte wel.
- Inductie: alle mogelijkheden van ziektes die het kunnen zijn (na zeggen
van de klacht).
- Deductie is inductie maar dan dingen wegstrepen op waarschijnlijkheid
zodat er zo weinig mogelijkheden overblijven.
- Prevalentie is nieuwe+bestaande ziektegevallen (niet het jaar begrip).
Prevalentiecijfer is met ijk punten en daarom niet per jaar: hoeveel mensen
er op een bepaald moment die ziekte hebben. Bij korte ziektes als
verkoudheid is incidentie cijfer hoger dan prevalentie. Bij langere (dan 1
jaar) ziektes is prevalentie cijfer hoger dan incidentie.
Herhaling: De ervaren ziekte is illness, de echte ziekte is disease en ziektegedrag
is sickness.
Een stoornis is uitvallen of beperkt functioneren van lichaamsstructuren of
functies. Deze kunnen tot beperkingen leiden, wat weer tot participatierestrictie
kan leiden. Dit wordt ook wel handicap genoemd.
Volksgezondheid wordt omschreven als de omvang en spreiding van
gezondheid en ziekte in de bevolking. Ook wordt het soms gedefinieerd als mate
waarin een hele bevolking in haar collectief welbevinden of functioneren wordt
belemmerd door het voorkomen van ziekte, letsel of gebrek.
Nadelige uitwisselingen met externe omgeving kunnen ziektemechanismen doen
veroorzaken. Deze uitwisselingen zijn niet voldoende oorzaak voor het optreden
,van een ziekte. Alle ziekte is zo beschouwd een gevolg van een complexe
interactie tussen het menselijk organisme en de omgeving bij Public Health zijn
ze daarom geïnteresseerd waarom de ene populatie een hogere frequentie heeft
van de ziekte dan de andere populatie.
Sick individuals and sick populations: de oorzaken van ziekte op niveau van
individu(causes of cases) niet noodzakelijkerwijs hetzelfde zijn als oorzaken van
een hoog ziektecijfer op het nieau van de populatie(causes of incidence).
Determinanten schema van Lalonde: De determinanten die gezondheid
beïnvloeden zijn leefstijl fysiek &sociale omgeving, biologische& genetische
factoren en gezondheidszorgsysteem.
De moderne variant is nu:
Preventie wordt gedefinieerd als het totaal van maatregelen, zowel binnen als
buiten de gezondheidszorg, die tot doel hebben de gezondheid te beschermen en
te bevorderen door ziekte en gezondheidsproblemen te voorkomen. Hierbij wordt
vaak verschil gemaakt tussen primaire preventie (=voorkomen van nieuwe
gevallen van een ziekte) en secundaire preventie(=opsporing van ziekte in
een niet-symptomatisch stadium zodat erger kan worden voorkomen).
Maatregelen ter preventie worden deels binnen en deels buiten de
gezondheidszorg genomen. Het totaal van deze maatregelen is het
gezondheidsbeleid.
Uit hoofdstuk 3 (paragraaf 2 en 3) van volksgezondheid en gezondheidszorg
Na 1970 was er een hernieuwde sterftedaling, de vierde fase ook wel het tijdperk
van de degenerative disease. Er is dus geen uitschakeling van degeneratieve
ziekten maar een uitstel naar hogere leeftijd. Ischemische hartziekte als
doodsoorzaak daalt dan heel erg door o.a. dat minder mensen roken, daardoor is
ischemische hartziekte geen welvaartsziekte meer.
Emerging and re-emerging infections: ‘oude’ infecties die zijn teruggekeerd
door o.a. resistentie en nieuwe infectie ziekten die zijn opgekomen. De resistente
vormen zijn multi-drug-resistant. Nieuwe infectieziekten komen doordat de mens
steeds meer microbiologische barrières overschrijdt.
Paragraaf 3
Bij Beschrijving van de volksgezondheid in Nederland worden 4 indicatoren
gebruikt:
1. Ziekte en aandoeningen;
2. Functioneren en kwaliteit van leven;
3. Sterfte en doodsoorzaken;
4. Levensverwachtingen en gezonde levensverwachting.
Ziekte en aandoeningen:
De belangrijkste ziekten in Nederland zijn gemiddeld niet zo ernstig en bovendien
van korte duur. Hierdoor valt de top-5 meest incidente aandoeningen niet samen
met de top-5 meest prevalente aandoeningen.
Functioneren en kwaliteit van leven:
, Aspecten als onvermogen te werken etc. zijn niet karakteristiek voor een
bepaalde ziekte maar zijn daar wel het gevolg van, deze aspecten zijn
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. De bijdrage van een specifieke
ziekte aan vermindering functioneren en kwaliteit van leven is niet alleen
afhankelijk van prevalentie maar ook van ernst van de ziekte. De mate waarin
ziekten gepaard gaan met lichamelijke en geestelijke klachten en met
lichamelijke en sociale beperkingen, varieert sterk. De top 5 aandoeningen met
her grootste verlies van kwaliteit van leven in bevolking is een ander rijtje dan de
top 5 van aandoeningen met de hoogste prevalentie.
Sterfte en doodsoorzaken:
Sterftegegevens zijn relatief betrouwbaar en zijn al heel lang beschikbaar.
Daarom is sterfte belangrijke indicator voor volksgezondheid. Sterfte toont sterke
samenhang met leeftijd: vanaf jonge leeftijd daalt de sterfte om vervolgens weer
toe te nemen.
Levensverwachtingen en gezonde levensverwachting
De levensverwachting wordt afgeleid met behul van een overlevingstafel waarin
we uitgaan van een groep ban bijvoorbeeld honderdduizend pasgeborenen,
zogeheten geboortecohort.
Maten voor het functioneren en de kwaliteit van leven en maten voor de sterfte
en overleving kunnen met elkaar gecombineerd worden tot samengestelde
maten voor de volksgezondheid. Het voordeel hiervan is dat ze een
samenvattend beeld geven van de gezondheid van een bevolking, maar ook
laten zien hoe ontwikkelingen in morbiditeit en mortaliteit samen doorwerken in
de volksgezondheid.
Maten voor gezonde levensverwachtingen geven een goed samenvattend beeld
van de volksgezondheid.
Zowel de levensverwachting in goede jaren als die zonder lichamelijke
beperkingen worden in volledige gezonde jaren meegeteld. Als we deze
berekening verfijnen door respectievelijk de jaren met een minder goede
gezondheid en de jaren met een beperking gedeeltelijk mee te tellen kunnen we
een health-adjusted ife expectansty berekenen.
De Global Burden of Disease Study levert informatie over de wereldwijde
ziektelast van verschillende aandoeningen. Hiervoor is een maat ontwikkeld: het
verlies aan Disabillity- Adjusted Life years (DALY’s). Het verlies aan DALY’s is de
som van het aantal jaren dat door sterfte verloren gaat en het aantal jaren dat
gedeeltelijk verloren gaat door beperkingen die de ziekte met zich mee brengt.
Determinanten en Gezondheidsverschillen
Determinanten
Kwantitatief overzicht
Je hebt endogene determinanten(= persoonskenmerken als biologische en
genetische factoren) en exogene determinanten(= fysieke omgeving, de
leefstijl en de sociale omgeving).
Het belang van een risicofactor voor een bepaalde aandoening wort in de
epidemiologie veelal uitgedrukt met het relatief risico= risico indexgroep/risico
controlegroep: Frequentie van groep waarbij aandoening wel voorkomt, maar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LWenting. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.