Dit is een Nederlandse samenvatting van het boek 'Biological Psychology', voor het eerste jaar van Psychologie.
In het groen staan er toevoegingen bij uit het college.
Enkel de hoofdstukken en paragrafen die gekend moeten worden voor het tentamen
March 3, 2016
103
2014/2015
Summary
Subjects
biological psychology
biologische psychologie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Test Bank For Biological Psychology, 14th Edition, James W. Kalat || Complete Guide A+||Latest Update 2024
Test Bank For Biological Psychology, 14th Edition, James W. Kalat || Complete Guide A+||Latest Update 2024
BIOLOGICAL PSYCHOLOGY 14TH EDITION BY JAMES W. KALAT TEST BANK ( ANSWERS AT THE END OF EACH CHAPTER) 2024-2025
All for this textbook (6)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Psychologie
Biologische Psychologie
All documents for this subject (3)
4
reviews
By: sennabarake • 6 year ago
By: snielvanthoff • 7 year ago
By: vivianwoolderink91 • 7 year ago
By: rosannesnoek • 8 year ago
Seller
Follow
RoosDoorn
Reviews received
Content preview
Samenvatting Biologische
Psychologie
Paragraaf 2.1 – College 2 – Cellen van het zenuwstelsel
Een mens bestaat uit ongelofelijk veel cellen, die allemaal met elkaar
samenwerken. Hoe dat werkt is nog een groot raadsel, maar wetenschappers zijn
nu bezig om de werking van cellen op zich te onderzoeken.
De anatomie van neuronen en glia
Het zenuwstelsel bestaat uit twee typen cellen: neuronen en glia. Neuronen
ontvangen informatie en sturen het naar andere cellen. Glia hebben een hele
hoop andere functies die moeilijk samen te vatten zijn. Dit zijn ondersteunende
en regulerende functies. In de hersenen liggen gemiddeld 100 miljard neuronen.
In de hersenen werden lange tijd meer netwerken waargenomen dan individuele
cellen, totdat Santiago Ramón Cajal een nieuwe techniek vond om de individuele
cellen te laten zien.
Hij hield van tekenen, moest medicijnen studeren en combineerde dit, door
gedetailleerde tekeningen van het zenuwstelsel te maken. Hij toonde aan dat
cellen individueel zijn in de hersenen, door een techniek van Golgi te gebruiken.
Daarbij dood je één cel, en kun je dus zien hoe groot een cel is.
De structuur van dierlijke cellen
Het membraan scheidt binnen en buitenkant van de cel. Het membraan bestaat
uit twee laagjes van vet moleculen: fosfolipiden. Dit membraan zorgt ervoor dat
maar een paar chemische stoffen de cel in kunnen. Speciale eiwitkanalen laten
alleen de gewenste stoffen binnen en controleren ook hoeveel van de stoffen
gewenst is. Water, zuurstof, calcium, kalium, natrium en chloride zijn heel
gebruikelijke stoffen die de cel binnenlaat.
Met uitzondering van rode bloedcellen, hebben alle cellen een celkern. Hierin
liggen de chromosomen met het DNA opgeslagen.
In de cel zitten altijd mitochondriën, deze zorgen voor de energie van de cel,
daarvoor zijn brandstoffen en zuurstof nodig.
Ribosomen zorgen voor de aanmaak van nieuwe eiwitten. Deze eiwitten kunnen
als bouwstenen dienen of gebruikt worden voor chemische reacties. Een deel van
de ribosomen ligt tegen het endoplasmatisch reticulum aan, die het
transporteren van de aangemaakte eiwitten mogelijk maakt.
De structuur van een neuron
Een neuron wijk vooral af van andere cellen, vanwege haar vorm. Deze vorm kan
per neuron heel sterk verschillen in grootte en lengte. Een neuron heeft lange
uitstekende verlengingen die in een normale cel niet zitten. Grote neuronen
bevatten dendrieten, soma (met daarin de neuron’s celkern), axonen en
presynaptische terminals. Kleine neuronen hebben geen axonen en dendrieten.
Er is een onderscheid tussen motorische neuronen en sensorische neuronen.
Motorische neuronen hebben hun soma in het ruggenmerg liggen. Deze ontvangt
, excitatie van andere neuronen door zijn dendrieten en stuurt vervolgens zelf
pulsen naar de spieren via zijn axon. Sensorische neuronen zijn gespecialiseerd in
hun gevoeligheid voor bepaalde stimulatie. Dit kan bijvoorbeeld licht, geluid of
aanraking zijn. Het sensorische neuron stuurt vanuit de receptoren gelijk signaal
in het axon. In het midden van het axon ligt een kleine soma met een kleine
celkern. (plaatje blz 31 !)
Dendrieten zijn uitgestrekte ‘vingers’ van het neuron die er uit zien als
boomwortels. Deze bevatten op hun oppervlakte speciale synaptische
receptoren, waarin informatie van andere neuronen opgevangen kan worden. Om
de oppervlakte van de dendrieten te vergroten (voor meer informatie) groeien er
soms dendritische ‘spines’, zijtakjes op de dendrieten.
Het cellichaam of soma, bevat de celkern, ribosomen en mitochondria. Het
neuron wordt door het cellichaam in leven gehouden. Ook op het cellichaam
zitten synapsen die net als dendrieten informatie ontvangen.
Het axon is een lang draad welke informatie van het neuron verstuurd. Om het
axon zit vaak myeline schede heen, met korte onderbrekingen: de knopen van
Ranvier. Aan het einde van het axon vertakt deze, ze lopen allemaal uit tot een
kleine verdikking: de presynaptische terminals. Op deze plek loost het axon
chemicaliën naar volgende neuronen. Een neuron heeft maar één axon, maar die
is ongelofelijk lang in vergelijking met haar dikte. Axonen zijn afferent, efferent of
intrinsiek. Afferente axonen brengen info naar een structuur toe. Efferente
axonen halen juist info van de structuur op. Elk neuron is voor de ene structuur
(bijv. spier) afferent en voor de andere structuur (bijv. ruggenmerg) efferent.
(onthoud Efferent:Exit en Afferent:Admit)
Wanneer een neuron met zijn axonen, dendrieten én cellichaam in één structuur
ligt (bijvoorbeeld de thalamus of de ruggenmerg) dan is het een
interneuron/intrinsiek neuron.
Witte stof zijn de axonen met myeline er omheen. Grijze stof zijn de dendrieten
en cellichamen.
Neuronen kunnen multipolair zijn, dan hebben ze meer dan 1 axon en dendrieten
(soms bij motorische neuronen). Unipolair is wanneer ze er maar 1 hebben, dat is
meestal het geval bij sensorische neuronen.
Variaties tussen neuronen
Neuronen zijn allemaal verschillend. De vorm, de grootte en de functie zijn
kenmerken die niet voor elk neuron hetzelfde is. De functie en de vorm van een
neuron hebben met elkaar te maken. Het hangt onder andere af van hoeveel
informatie een neuron binnen wil halen, hoe ver de informatie verstuurd moet
worden en de interactie daartussen.
Glia
Glia versturen geen informatie, zoals neuronen. Zij hebben een hele hoop andere
functies. Er zijn verschillende types gliacellen:
- Astrocytes (stervormig) pakken de presynaptische terminals van
soortgelijke axonen vast. Ze zorgen ervoor dat de signalen van de axonen
in golf-vorm (oscillaties) verzonden worden. (dit is een belangrijk
regulerende functie!) Ook verwijderen astrocytes afval van gestorven
neuronen en geven ze helende stoffen af bij beschadiging. Een andere
belangrijke functies is dat de astrocytes de hoeveelheid bloedstroom naar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RoosDoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.
