Waarom apart sportpsychologie: sport heeft zoveel specifieke kenmerken dat het zonder meer
toepassen van kennis en theorieën van de psychologie tekortschiet.
Specifieke sportkenmerken:
- leveren van (zware) lichamelijke inspanning
- vrijwillig opwerpen van hindernissen en obstakels die het lastiger maken doelen te bereiken
- vrijwillig afzien, pijn lijden en risico's nemen
- veel inspanning leveren tegen weinig of geen materiële beloning
- optreden voor het oog van veel toeschouwers
- situaties opzoeken die makkelijk tot negatieve emoties leiden (teleurstelling, kwaadheid, verdriet,
angst/onzekerheid)
- sterke wedijver
Veel gedrag kan worden teruggevoerd op de competentiebehoefte: waarom mensen vaardigheden
willen leren en daarin steeds beter willen worden. Nog een andere reden voor sportpsychologie: veel
methoden en (meet)instrumenten moeten speciaal ontwikkeld worden om bruikbaar te zijn bij de
sport.
neiging tot handelen (motivatie)
Motief en de daaruit voortvloeiende motivatie is een van de factoren die invloed hebben op de neiging
tot handelen. Vaardigheden: mensen zijn eerder geneigd activiteiten uit te voeren die ze goed
beheersen.
Motieven om te sporten: kunnen ingedeeld worden in vier categorieën:
1. de activiteiten hebben voor de personen intrinsieke waarde (vreugde, plezier) en worden daarom
nagestreefd -> intrinsieke motivatie
2. de activiteiten worden gedaan omdat het goed is voor de gezondheid (of men denkt dat het daar
goed voor is) -> intrinsieke motivatie
3. de activiteiten bieden de mogelijkheid zichzelf competent te voelen -> extrinsieke motivatie, sport is
meer een middel om een doel te bereiken dat buiten het sporten zelf ligt
4. de activiteiten bieden de mogelijkheid sociale contacten te onderhouden -> extrinsieke motivatie,
sport is meer een middel om een doel te bereiken dat buiten het sporten zelf ligt
Model van Wann: welke factoren een rol spelen bij het besluit wel of niet te sporten.
Genetische opmaak ouders
Genetische opmaak kind socialisatie motivatie voor sport/stoppen sportdeelname
Socialisatie: proces waarmee iemand zich de waarden, opvattingen, attitudes en gedragsregels van zijn
(sub)cultuur eigen maakt. Het zich eigen maken van waarden en normen die met sport te maken
hebben, kan echter alleen als het beoefenen van sport een belangrijke plaats inneemt in de subcultuur
, waarin het kind opgroeit. De drie factoren beïnvloeden elkaar: afhankelijk van iemands aanleg zal er
meer of minder behoefte zijn om bepaalde waarden of gedragingen uit de subcultuur over te nemen.
Sportcommitmentmodel van Scanlan: het SCM is gebaseerd op een theorie van Rusbult over
commitment in relaties en werk. Volgens Rusbult is commitment een gevolg van tevredenheid,
investeringen en beperkende facotren (restraining forces). Deze determinanten zijn voor
sportcommitment uitgebreid naar 6:
1. plezier: hoe meer plezier je ervaart of verwacht te ervaren bij deelname aan een sportaciviteit, hoe
groter het commitment aan die activiteit.
2. andere prioriteiten: als de aantrekkelijkheid van andere activiteit(en) toeneemt, zal dit het
commitment aan de huidige sportactiviteit verminderen.
3. opbrengsten: waardevolle ervaringen en positieve opbrengsten die er alleen zijn bij continuering
van deelname. Het gaat bij opbrengsten niet zozeer om de verwezenlijking van een mogelijkheid, maar
vooral om de anticipatie van bepaalde gebeurtenissen of ervaringen die door deelname zouden kunnen
worden gerealiseerd.
4. investeringen: naarmate individuen meer investeren in hun deelname, zullen de verliezen groter
zijn als ze zouden stoppen.
5. sociale druk: sociale verwachtingen of normen die plichtgevoelens oproepen om te blijven
deelnemen. Sociale druk kan volgens het SCM zowel een reden zijn om te blijven sporten als een reden
om ermee te stoppen.
6. sociale steun: vooral een bepalende factor op mementen van tegenslag.
Alleen bij sociale druk is de relatie met sportcommitment minder duidelijk aanwezig. Plezier komt
bijna altijd als belangrijkste determinant naar voren.
Sportcommitment en topsporters: determinanten van sportcommitment zijn niet hetzelfde voor
topsporters: strakke trainingsprogramma's, niet alleen voor maar ook van de sport leven, directe
inkomsten en indirecte inkomsten verbonden. Topsport lijkt op werk. Daarom kan je gebruik maken
van het driecomponentenmodel van Meyer en Allen (1991), dat geeft een interessante aanvulling als
het over topsporters en hun commitment gaat. Het driecomponentenmodel voorspelt dat de motivatie
van personen om voor een bepaalde organisatie te blijven werken drie componenten kent:
1. affectief commitment: value-based commitment, reflecteert een wens of verlangen om deel te
blijven uitmaken van de organisatie -> positieve invloed op identificatie en emotionele hechting van
werknemers aan het bedrijf.
2. continueringscommitment: calculerend commitment, het afwegen van kosten en baten van het
betrokken zijn bij een organisatie. Mensen met dit soort commitment blijven omdat ze voelen dat het
noodzakelijk is.
3. normatief commitment: gevolg van plichtgevoelens jegens anderen om bij de organisatie te blijven.
Alle drie de componenten zijn veranderlijk in de tijd en dragen bij aan het totale
organisatiecommitment van een persoon. Neemt de ene vorm van commitment af, dan kan de andere
toenemen, waardoor het totale commitment gelijk blijft. Affectief commitment is ook bij topsporters
een belangrijke determinant (plezier). Juist bij topsporters wordt verwacht dat in gevallen waarin het
plezier er niet of in mindere mate is, er toch (calculerend) commitment zal zijn, al was het alleen maar
omdat als gestopt wordt met sporten, ook de daaraan verbonden inkomsten wegvallen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Gwen13. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.