Mensbeelden en biologisch perspectief (adaptatie, erfelijkheid en omgeving)
verschillende gedragingen hebben verschillende verklaringen:
- voorgeprogrammeerd
- aangeleerd gedrag (cultuur)
- cognitieve vermogens
- stelling 1: mens/individu = oorzaak en samenleving = gevolg
- stelling 2: samenleving = oorzaak en mens/individu = gevolg
→ wederzijdse beïnvloeding
uitgangspunt: ‘inzicht in het menselijk handelen vereist inzicht in menselijke aard, de basale
kenmerken en processen van het menselijk organisme.
basale mensvisies:
- maatschappijvisies en politieke ideologieën
- sociaalwetenschappelijke theorieën
basale mensvisies worden gevormd door én vormen observaties
samenspel perceptie en ervaring
schemata → organiserende en sturende cognitieve structuren
→ al deze mensvisies hebben een kern van waarheid, maar leggen allemaal de
nadruk op één bepaald kenmerk en zijn dus eenzijdig (en vaak tegenstrijdig)
, - kenmerken/eigenschappen komen uit geërfde genen, wel variatie, variatie wordt
behouden bok grotere overlevingskans
- menssoort deelt veel met andere diersoorten, maar heeft eigen, relatief unieke
eigenschappen en adaptatieprincipes
- drievoudig brein (McLean)
-
- evolutionaire psychologie: psychologische eigenschappen als biologische
aanpassingen aan uitdagingen in de omgeving (komen in alle culturen voor)
- seksuele partnerselectie (investeren in ouderschap, reproductieve strategieën,
seksuele jaloezie (Trivers, Buss))
- kritiek evolutionaire psychologie: rechtvaardiging van bestaande verhoudingen,
reductionistisch en deterministisch perspectief, continuering van natuur-cultuur
tegenstelling, posthoc verklaringen en theoretische inconsistenties)
- adaptieve vermogens
- samenspel cultuur-natuur
Erfelijkheid en omgeving
- nature-nurture debat → gaat om validiteit van uiteenlopende basale
mensvisies en belangrijk voor aanpak van individuele en sociale
problematiek
- benaderingen op nature-nurture schaal
-
- erfelijkheid gaat over overdracht van informatie tussen generaties via genen
- omgeving bestaat uit 2 delen:
● prenataal: hormonen, chemische stoffen (tijdens zwangerschap,
bijv. alcohol/stress → wel aangeboren, niet erfelijk)
● postnataal: opvoeding, omstandigheden, sociaal-structureel, cultureel
Samenspel erfelijkheid en omgeving:
- erfelijkheid is predispositie (aanleg) en niet onvermijdelijkheid
- genetische aanleg komt wel/niet tot uiting op basis van omgeving
- omgevingsinvloed hangt ook af van genetische aanleg (bijv taal leren)
, ● veranderingen in erfelijk materiaal door omgeving: genetische straling (UV-
straling, radioactiviteit etc)
● verandering in aansturing genen (invloed van dieet, levensstijl etc)
● epigenetica: verandering in fenotype (expressie), niet genotype →
veranderingen in genetische aansturing kunnen erfelijk zijn*
Hoorcollege 2: behavioristisch perspectief
rol van omgeving in leren
, behaviorisme:
- ook wel leertheorie genoemd
- veel onderzoek met dieren
- verzameling van theorieën
- alle gedrag gebaseerd op ervaring → uiting van leeromstandigheden
- alleen observeerbare processen kunnen bestudeerd worden (dus niet hersenen etc)
- → gaat om nurture ipv nature
- gaat uit van radicaal idee van de maakbaarheid vd mens (Watson, 1925)
Grenzen aan rol van omgeving
- equipotentialiteit → elke respons, elke soort (leren in universeel fenomeen)
- biologische beperkingen:
● ethologie (Lorenz) → kijken naar soortspecifiek gedrag (aangeboren
gedrag)
● soms ‘kritische periode’ voor leren bepaald gedrag (bijv. tweede
taal) → biologische invloed
Is genderidentiteit aangeleerd of aangeboren?
- John Money → genderidentiteit aangeleerd door omgeving
● Brenda/David Reimer → geslachtsverandering wegens verlies penis
gepresenteerd als succesvol → bewijs voor theorie, maar keuze voor
leven als jongen/man voor puberteit
verschillende leerprincipes
behaviorisme houdt zich bezig met leren door associaties → stimulus-respons,
gedrag-consequenties
- klassiek (respondent) conditioneren → nieuwe stimulus aan bestaande
reflexen
● Pavlov, experiment hond/eten/bel
● stimulus generalisatie → zelfde reactie bij vergelijkbare stimuli
● stimulus discriminatie → vereist oefening
● persistentie hangt af van type response (angst persistenter), vaak extinctie
als stimuli niet meer gekoppeld, soms spontaan herstel
● hogere orde conditioneren*: geconditioneerde stimulus wordt gebruikt als
UCS (unconditioned stimulus) (bijv met verbaal belonen/straffen)
- operant conditioneren (instrumenteel leren) → belonen/bestraffen van
spontaan (niet-reflexmatig) gedrag
● meeste gedrag is geen reflex → hoe werkt het leren van spontaan
gedrag
● law of effect (Thorndike, 1905), gedrag met positieve consequentie neemt in
frequentie toe en andersom
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophie154. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.