Materieel privaatrecht: inhoudelijke regels van privaatrecht. Dit kun je in het
burgerlijkwetboek vinden.
Formeel privaatrecht: het procesrecht van het privaatrecht.
Rechtsfeiten: een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg verbindt. Een
rechtsgevolg is bijna altijd het ontstaan van een verbintenis.
Verbintenis: het recht van de een en de plicht van de ander.
Overeenkomst: een afspraak. Door een overeenkomst ontstaat een verbintenis.
Rechtsfeit
Menselijke handelingen: Blote rechtsfeit:
-Rechtshandelingen: het rechtsgevolg is de bedoeling. Je hoeft hier niks voor te doen.
Er ontstaan verbintenissen. Bijvoorbeeld, geboorte.
• Meerzijdige rechtshandeling: overeenkomst.
Minimaal twee personen nodig.
• Eenzijdige rechtshandeling: een persoon nodig.
De wil van één persoon. Bijvoorbeeld
opzegging van een arbeidsovereenkomst.
1. Eenzijdig tot een persoon gerichte
rechtshandeling. Bijvoorbeeld opzegging
van een arbeidsovereenkomst.
2. Eenzijdig niet tot een persoon gerichte
rechtshandeling. Bijvoorbeeld het doen van
aangifte van een geboorte.
-Feitelijke handelingen: het rechtsgevolg niet de
bedoeling. Er ontstaan verbintenissen.
• Onrechtmatig daad: je handelt in strijd met een
wettelijke plicht. Bijvoorbeeld art. 6:162 BW.
• Wanprestatie: je handelt in strijd met een plicht
die je jezelf hebt opgelegd. Doe je niet wat je
hebt afgesproken dan pleeg je een wanprestatie.
• Een rechtmatige daad: Bijvoorbeeld art. 6:203
BW.
Een overeenkomst, altijd een meerzijdige rechtshandeling:
- Meerzijdige overeenkomt: overeenkomst waaruit meerdere overeenkomsten ontstaan,
bijvoorbeeld koop van een auto.
- Eenzijdige overeenkomst: overeenkomst waaruit maar één overeenkomst ontstaat.
Bijvoorbeeld schenken van geld aan iemand.
Dwingend recht: bepalingen waarvan je niet mag afwijken. Art. 1:115 lid 1 BW
Aanvullen recht: hoef je alleen na te komen als je zelf niks geregeld hebt. Bijvoorbeeld art.
6:115 BW.
, Les 2 privaatrecht:
• Wat is er nodig voor een geldige overeenkomst:
1. Er moet sprake zijn van wilsovereenstemming: er moet sprake zijn van een
wilsverklaring. Bijvoorbeeld: “wil jij mijn auto kopen”. Zie art. 3:37 lid 1 BW.
Beide partijen moeten wil verklaren “ja ik wil die auto kopen”. Een overeenkomst
komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Je kan het aanbod en aanvaarding
intrekken, zie art. 3: 37 lid 5 BW. Er kan wat misgaan:
- Wilsontbreken: de wilsverklaring stemt niet overeen met de wil. Als
gevolg van 1. Een fout/misverstand (tot gevolg dat de overeenkomst nietig
is) of 2. Een geestenstoornis (zie art. 3:34 BW de overeenkomst is
vernietigbaar, tegenstander kan zich beroepen op vertrouwensleer art. 3:35
BW).
- Wilsgebreken: de wilsverklaring stemt wel overeen met de wil, maar de
wil is op een onjuiste manier tot stand gekomen. Er zijn vier gebrekkige
manieren (het gevolg van deze wilsgebreken is dat de overeenkomst
vernietigbaar is):
1. Dwaling: art. 6:228 BW moet een onjuiste voorstelling zijn die is
gemaakt met betrekking van essentiële eigenschappen. Kenbaarheidseis.
Er moet sprake zijn van een situatie uit lid 1 van art. 6:228 BW. Je mag
niet dwalen omtrent een toekomst gedachte. Dwaling mag niet voor eigen
rekening zijn.
2. Bedrog: art. 3:44 BW
3. Bedreiging: art. 3:44 BW
4. Misbruik van omstandigheden: art. 3:44 BW
2. Partijen moeten handelingsbekwaam zijn: zie art. 3: 32 BW voor
handelingsonbekwaamheid. Twee groepen personen zijn handelingsonbekwaam:
1. Minderjarigen: zie art. 7:233 BW. De wettelijk vertegenwoordiger kan de
overeenkomst vernietigen. Zie art. 1:234 BW dan kan de overeenkomst niet
vernietigen.
2. Onder curatele gestelde: art. 1:378 BW. Curator is dan wettelijk
vertegenwoordiger. Deze kan dan een overeenkomst vernietigen.
3. Geoorloofdheid: zie art. 3:40 BW. Als de overeenkomst ongeoorloofd is dan is de
overeenkomst nietig. Daar zijn twee redenen voor:
1. De overeenkomst is in strijd met de wet.
2. De overeenkomst is in strijd met de openbare orde of de goede zeden.
• Als een overeenkomst nietig is heeft hij nooit bestaan, er zijn dus geen
rechtsgevolgen. Als een overeenkomst vernietigbaar is dan is hij in beginsel
volkomen geldig en zijn er rechtsgevolgen. Dan moet je actie ondernemen om deze te
vernietigen. Dan vallen de rechtsgevolgen achteraf weg. Hoe dit moet kun je vinden
in art. 3:49 BW. Dit kan op twee manieren:
1. Door een buitenrechtelijke verklaring: door jezelf.
2. Door een rechtelijke uitspraak: dan moet je naar de rechter.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberrohaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.16. You're not tied to anything after your purchase.