Privaatrecht is juridische gelijkheid en gelijkwaardigheid van partijen.
Bij publiekrecht kan de overheid eenzijdig rechtsgevolgen vaststellen.
Beginselen van de democratische rechtstaat:
1. Legaliteitsbeginsel
2. Machtsverdeling
3. Grondrechten
4. Rechterlijke controle
5. Democratiebeginsel
De overheid handelen door middel van eenzijdig bindende besluiten.
Theocratische staatsopvatting is dat de vorst/soeverein regeert in naam van God. De vorst staat
boven de wet.
Natuurrecht is dat burgers rechten hadden die niemand kon afnemen. Dit beperkte de
bevoegdheden van de vorst. De vorst dient op te treden van het algemeen belang.
Feodale staat is een standen maatschappij. De vorst heeft militaire macht en financiële middelen
nodig. Vorst geeft in ruil domeingoederen aan leenmannen, er ontstaat wederzijde rechten en
plichten.
Model van de absolute staat is een reactie op godsdienstenoorlogen. Bodin heeft absolute
soevereiniteit bedacht, ze zijn niet van andere machten afhankelijk. Bevoegdheid tot scheppen nieuw
recht.
Klassieke liberale rechtsstaat is de basis van de huidige rechtstaat.
- Locke: mensen als individuen met burgerlijke vrijheden. Geven deel van natuurlijk vrijheid
aan de staat in maatschappelijk contract.
- Montesquieu
- Rousseau: Contrat social
Beginselen van de democratische rechtsstaat
1. Legaliteitsbeginsel: alle overheidsoptreden (dat de vrijheid van burgers beperkt) moet
berusten op een wettelijke grondslag. Dit is een wet in formele zin of grondwet (positief
aspect). En worden uitgeoefend binnen de grenzen van het recht (negatief aspect).
2. Machtenscheiding: waarborgt vrijheid burgers via verdeling overheidsmacht over meerdere
overheidsambten. Wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende functie. Dit mag nooit bij
dezelfde persoon of ambt.
3. Grondrechten: Bescherming tegen overheidsinmenging.
4. Rechterlijke controle: op overheidsoptreden tegen burgers. Locke zei dat niemand rechter
zou mogen zijn in zijn eigen zaak.
5. Democratiebeginsel: gelijkheid voor de wet. Inspraak van burgers bij belangrijke
overheidsbeslissingen.
Procedurele vereisten democratie:
- Passief kiesrecht en gelijke benoembaarheid voor ambten
- Actief kiesrecht: gelijke en effectieve toegang tot vrije en geheime verkiezingen
- Meerderheidsbesluitvorming
- Burgerrechten/politieke grondrechten
Materiele vereisten democratie:
- Effectieve participatie: alle burgers hebben daadwerkelijk en gelijke mogelijkheden om hun
opvattingen kenbaar te maken.
- Effectieve toegang tot informatie, vrije pers, transparantie en openbaarheid, effectieve
deliberatie en debat.
, - Educatie: elke burger moet op gelijke voet inzicht kunnen verkrijgen omtrent de
verschillende beleidskeuzes en hun gevolgen
- Effectief respect voor minderheidsopvattingen
Representatieve democratie
Nederland heeft een parlementair stelsel: regering onder controle van verkozen parlement.
Sinds 1848 is er een rechtstreekse verkiezing voor de Tweede kamer, daarvoor werd dit verkozen
door de adelen.
Sinds 1917 algemeen mannenkiesrecht en lijstenstelsel met enkelvoudige voorkeurstem en
evenredige vertegenwoordiging.
Sinds 1919 algemeen vrouwenkiesrecht.
Horizontale machtenscheiding waarborgt vrijheid burgers via verdeling overheidsmacht over
meerdere overheidsambten. Wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende functie nooit bij zelfde
persoon. Verschillende uitwerkingen mogelijk, zoals checks en balances.
Parlementair regeringsstelsel betekend dat de macht verdeeld wordt, maar er is een samenwerking
en controle tussen de regering en parlement. De regering moet vertrouwen hebben van de verkozen
volksvertegenwoordiging. De staatshoofd heeft beperkte macht.
Het parlement (Staten Generaal) is de Tweede kamer en Eerste Kamer.
De regering is de staatshoofd (koning) en ministers.
Ministeriele verantwoordelijkheid: de regering is verantwoording schuldig aan Tweede Kamer.
Vertrouwensregel als sanctie moet ministers aftreden, als er geen vertrouwen meer is. Als de Eerste
Kamer/Tweede Kamer bij meerderheid geen vertrouwen meer heeft in de
minister/staatssecretaris/kabinet, dient de minister/staatssecretaris/kabinet op te stappen.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Wat is een staat?
- Er moet een bevolking zijn
- Er moet een grondgebied zijn
- Er moet diplomatieke betrekkingen zijn
- Er moet effectief gezag zijn
Bondsstaat is 1 soevereine staat met deelstaten en federaal gezag. Constitutionele
bevoegdheidsverdeling federaal/deelstaatniveau met onafhankelijke bevoegdheidsuitoefening.
Bijvoorbeeld, Amerika.
Eenheidsstaat is 1 soevereine staat met sterk centraal gezag. Bevoegdheidsuitoefening op centraal
en decentraal niveau, centrale wetgever bepaalt rolverdeling/verhoudingen. Er is zelfstandigheid en
onafhankelijkheid, maar toezichtsrelatie centraal. Bijvoorbeeld, Nederland.
Decentralisatie is het overlaten, dan wel op- of overdragen van bevoegdheden aan organen van
andere openbare lichamen, waarbij de bevoegdheden zelfstandig uitgeoefend en bij de
bevoegdheidsuitoefening geen sprake is van ondergeschiktheid (geen verantwoordingsplicht aan
hoger orgaan).
Typen decentralisatie:
- Territoriaal: algemene taken voor specifiek grondgebied (gemeente en provincie)
- Functioneel: specifieke taak (SER en NOvA)
- Gemengd: specifieke taak op een specifiek grondgebied (waterschappen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sharonrechten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.