De aarde zag er miljoenen jaar geleden heel anders uit. Dit komt doordat de
oceaanbodem langzaam beweegt en continenten jaarlijks verschuiven. Dit zorgt
voor geologische processen zoals vorming van hooggebergte. De verschuiving
heeft ook invloed op klimaten van gebieden en de loop van zeestromen.
De activiteit van vulkanen laat zien dat in de aarde veel warmte is opgeslagen.
Een enorme hoeveelheid energie vormt de basis voor bewegingen in de aardkorst
en de opbouw van het reliëf op aarde.
Gesteentes in gebergten worden door de werking van de zon, vorst en water bij
verwering afgebroken. Het losse materiaal wordt door de zwaartekracht, wind en
water getransporteerd. Rivieren spelen een grote rol bij de afvoer van
afbraakmateriaal naar zee (sediment).
2. De Atlantische Oceaan wordt steeds groter
Het actualiteitsprincipe – de aanname dat alle geologische processen die
momenteel de aarde haar vorm geven, ook in het verleden op deze wijze
werkten.
Vele geologische processen moet je bekijken op een tijdsschaal van duizenden en
miljoenen jaren. De lange tijd compenseert de lage processnelheid. De
geologische tijdschaal begint vanaf het ontstaan van de aarde.
De geologische tijd vormt een opeenvolging van momenten waarbij steeds
bepaalde geologische processen plaatsvonden. De gesteentelagen zijn getuigen
van dit soort geologische processen. In elk geologisch tijdvak waren de
leefmogelijkheden anders. De ligging van continentenveranderde en er kwam
meer landoppervlak en minder zee. Gidsfossielen zijn de versteende afdrukken
van de kenmerkende organismen van ieder tijdvak in gesteentelagen. Ze zijn een
belangrijk hulpmiddel om aan te geven uit welk geologisch tijdvak een laag komt
de relatieve ouderdom aangeven (onderlinge ouderdom). De absolute
ouderdom geeft de tijd in jaren aan dat een gesteente of geologische proces
bestaat. Het bepalen ervan berust op het principe van het verval van
radioactiviteit van bepaalde radioactieve elementen die in de gesteentelagen
zitten.
3. Platentektoniek: continenten op de lopende band
De planeet aarde is ontstaan doordat door onderlinge aantrekkingskracht vele
rond de zon cirkelende stofdeeltjes en meteorieten geleidelijk samenklonterden
tot een enorme gesteentemassa. De gelaagde opbouw kan op twee manieren
worden weergegeven:
, 1. Dichtheid, samenstelling gesteente aardkern, aardmantel en aardkorst.
Het zwaarste materiaal in de kern (ijzer), naar boven toe steeds lichter. De
aardkorst van continenten (continentkorst) is het lichtst graniet. De
aardkorst van de oceaanbodem is relatief iets zwaarder. De oceanische
korst bestaat vooral uit basalt.
2. De mate van plasticiteit van het gesteente, warmtetransport en
temperatuur lithosfeer en asthenosfeer.
Lithosfeer: vaste en koele buitenkant van de aarde. Een aantal
afzonderlijke platen die ten opzichte van elkaar bewegen (0-150 km dik).
Asthenosfeer: direct onder de lithosfeer. Is plastische en zorgt door
convectiestromingen voor beweging van platen.
De aarde is een natuurlijk systeem waarin veel warmte zit opgeslagen. Deze
warmte is te danken aan een enorme hoeveelheid oerwarmte. Daarnaast zorgt
verval van radioactieve elementen in de gesteenten voor continue
warmteproductie. Omdat gesteente slecht geleidt, kan die warmte niet snel naar
het aardvlak wegstromen. In de asthenosfeer is het gesteente door verhitting tot
boven de 1100-1200°C taai vloeibaar. De warmteafgifte gebeurt hier door
convectiestromen. Op sommige plaatsen stijgt langzaam heet gesteente op.
Dit stroomt dan naar beide kanten weg, waarbij het langzaam afkoelt. Dit is de
aanleiding voor het in beweging brengen van platen van de lithosfeer.
Convectiestromen – circulatiecellen die ontstaan bij de verhitting van
vloeistoffen of van lucht. Ze zorgen door de opstijging van warm vloeistof of
lucht voor een snel zijdelings transport van warmte.
Platentektoniek – verplaatsing van grote stukken aardkorst. De randen van een
plaat bestaan uit meestal aan de ene kant een mid-oceanische rug en aan de
andere kant uit een subductiezone. Het soort plaatgrens hangt samen met de
aard van de beweging van platen.
1. Mid-oceanische rug
Uit elkaar gaan van platen (divergeren). Deze divergente plaatgrens
komt meestal midden in oceanen voor. Hier vind je een stijgende
convectiestroom die verhit materiaal van de asthenosfeer naar het
aardoppervlak brengt, waar het stolt. Hierdoor wordt er steeds nieuwe
oceanische korst gevormd (basalt).
Er is sprake van een uiteengaande beweging van de platen.
Convectiestroming en zwaartekracht spelen een rol bij de plaatbeweging.
De hoogte van de mid-oceanische rug zorgt voor een flinke helling,
waardoor de plaat onder invloed van zijn eigen gewicht naar beneden
glijdt.
2. Subductiezone
Op plaatsen waar platen naar elkaar toe bewegen (converteren).
Converterende platen herken je aan het voorkomen van langgerekte
laagte in de zeebodem: diepzeetrog. Troggen vinden we langs de randen
van continenten en eilandbogen. Je vindt hier een dalende
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariekedriessen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.