1. Wat is de definitie van gezondheid?
2. Wat is de definitie van ziekte?
3. Wat is het MDBB model?
4. Noem minimaal 3 soorten persoonsgebonden factoren.
5. Wat is Locus of control en welke vormen bestaan er?
6. Wanneer is er sprake van stress?
7. Er zijn twee soorten coping stijlen. Een actieve coping stijl en een passieve coping stijl. Van
welke is sprake in onderstaand voorbeeld?
Mevrouw Bosma komt bij de fysiotherapeut in de praktijk en heeft al 2 maanden last van
haar knie maar ze weet niet wat het is. Ze komt bij jou met de vraag wat dit is en wat ze hier
aan kan doen. Ze wil graag oefeningen hoe dit beter wordt. Ze vraagt de fysiotherapeut om
ernaar te kijken en een advies te geven
8. Leg uit wat E-coping en P- coping is.
9. Wat is de definitie van gezondheidsgedrag?
10. Wat zijn de 6 stappen van de stappenreeks van voorlichting? Zet ze ook in de goede
volgorde. (model van beredeneerd gedrag- gedragsveranderingsmodellen)
11. Wat wordt er bedoeld met ‘willen’ in dit model?
12. Wat is Nature en Nuture?
13. Op welke drie gebieden vindt ontwikkeling plaats?
14. Benoem de functies van taal.
15. Wat zijn de 6 verschillende stadia van taalontwikkeling van een baby tot en met kleuter?
16. Gegeven: Verstandelijke ontwikkeling (=cognitieve ontwikkeling in ‘engere’ zin): proces
waardoor de manier van denken in de loop der tijd verandert. Verstandelijke ontwikkeling
door proces van adaptatie.
Vraag: Wat is adaptie? En leg daarbij ook de twee vormen van adaptie uit
17. Wat zijn de 4 verschillende fases van Piaget’s theorie? Geef de bijbehorende leeftijdsfases
aan.
18. In welke leeftijdsfase vindt de adolescentie plaats?
19. Noem drie grote veranderingen die plaatsvinden in de adolescentie periode?
20. Noem minimaal 2 verschillen tussen een twintig jarige en een dertig jarige.
21. Wat is de volgorde van de ontwikkelingsstadia van Erikson?
22. Wat wordt bedoeld met het begrip ‘midlifecrisis’?
23. Veroudering bestaat uit drie centrale processen = bewust
- Biologisch proces (senescing): lichamelijke verandering
- Sociaal proces (eldering): senior worden = verandering maatschappelijke positie
- Subjectief psychologisch proces (gerontging): verandering van je zelfbeeld
Veroudering individuele factoren: tempo en samenhang veranderingen verschillen van
persoon tot persoon en van historische periode tot historische periode.
Wat zijn factoren die invloed hebben op de veroudering van mensen? Noem minimaal 4.
24. Twee centrale processen waar veroudering plaatsvindt is op biologisch niveau en op cognitief
niveau. Noem minimaal 4 verouderingsverschijnselen die lichamelijk plaatsvinden en noem
minimaal 4 verouderingsverschijnselen die cognitief plaatsvinden.
25. Welke situatie is het meest ingrijpend in een mensenleven?
a. Scheiden
b. Verlies van je partner
, c. Verlies van je kind
26. Wat is de goede volgorde van het verwerkingsproces in een rouwsituatie
a. Acceptatie – depressie – ongeloof – ontkenning – protest
b. Depressie – ontkenning – ongeloof – protest – acceptatie
c. Ongeloof – ontkenning – protest – depressie – acceptatie
27. Wat is communicatie?
a. de uitwisseling van symbolische informatie. Communicatie vindt plaats tussen
mensen die zich bewust zijn van elkaars aanwezigheid. Wordt deels bewust, deels
onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd.
b. Praten met andere mensen
c. De uitwisseling van symbolische informatie door mensen waarbij de informatie
wordt ontvangen en verwerkt.
28. Wat is verbale communicatie?
a. Informatie uitwisseling door middel van lichaamsgeuren en lichaamshouding.
b. informatie uitwisseling door middel van gesproken of geschreven woord.
c. Informatie uitwisseling door middel van lichaamsgebaren en dansen.
29. Wat is non- verbale communicatie?
a. Informatie uitwisseling door middel van lichaamshouding/ taal, gelaatsuitdrukkingen,
lichaamsgeuren en lichaamsgebaren.
b. Informatie uitwisseling door middel van gesproken of geschreven woord
c. Informatie uitwisseling door middel van Whatsapp of E-mail.
30. Stelling: Een mens kan niet zo heel goed kijken en luisteren daarom interpreteren we. JUIST
OF ONJUIST?
Antwoorden oefentoets
1. ‘het vermogen van mensen om zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’.
Het functioneren staat centraal, niet alleen de aandoening. Focus op ondersteunen van eigen
regie en zelfmanagement en meer aandacht voor preventie.
2. verstoring van fysiologische processen door blessures, biomedische disbalans, bacteriele/
virale infectie. Signaal van het lichaam, gescheiden van de psychologische en sociale
processen van de geest
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dinekehoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.