Comfort en huid
- Vocht = een van de hoofdzaken van bouwschade
• Schade kan zichtbaar (blazen, schimmel …) of onzichtbaar (afname thermische
isolerende eigenschappen) zijn
- Waterdichte constructie => niet altijd dampdicht
- Dampdichte constructie => altijd waterdicht
- Poreuze materialen met open poriën, kunnen in de massa vochtig worden
- Oorzaken van vocht in een constructie: (vochttransport)
• Watertransport (capillaire werking)
• Damptransport
• Regenopname
• Regendoorslag
• Externe waterdruk
• Water in mineralen (beton, mortel, pleisterwerk …)
• Regen (tijdens bouwproces)
• Hygroscopiciteit (hoge relatieve luchtvochtigheid)
• Oppervlaktecondensatie
➢ Vorming van condensatie op zichtbare wandoppervlakken
➢ Schimmels (treden sneller op dan opp condensatie)
* Vermijden:
- ruimte meer te verwarmen (Ti verhogen)
- constructie beter te isoleren (U verlagen)
- oppervlaktetemperatuur verlagen
➢ Slechts alarmeren als het voorkomt op een binnenoppervlak
➢ Meestal door:
* Woonvocht (dampdruk binnen)
* temperatuurverschil binnen / buiten
* bouwfysische eigenschappen
➢ Ontstaat wanneer bij een gegeven dampdruk (pi), de Toi lager ligt dan Td van
de omgevende binnenlucht
➢ Beïnvloedende factoren:
* temperatuur aan het binnenoppervlak (Toi)
* dampdruk binnen (pi)
hoe hoger, hoe meer risico op oppervlaktecondensatie
afhankelijk van de levenswijze en/of klimaatklasse die minder te beïnvloeden is
• Inwendige condensatie
➢ Vorming van condensatie binnen in een constructie
➢ Alarmeren bij problemen (vaak lange tijd niet zichtbaar)
• Toevallige oorzaken (lekken, beschadigingen…)
- Waterdampdruk / dampdruk / dampspanning
• Enkel de druk van het gedeelte waterdamp in de lucht
- Waterdamp (gas) worden waterdampdruppels wanneer de lucht verzadigd is met
waterdamp
• Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht
- Verzadigingscurve
• Verband tussen verzadigingsspanning p’ en de temperatuur
- Relatieve vochtigheid
1
, • RV
• Verhouding tussen de aanwezige dampdruk (p) en de verzadigingsdampdruk (p’)
- Werkelijke dampdruk
• Afhankelijk van de temperatuur
• Wordt in 3 stappen bepaald:
➢ zoek in de tabel de verzadigingsspanning bij de temperatuur [Pa]
➢ RV = 100 x p/p’
➢ p = p’t x RV / 100
- Binnenklimaatklassen
• Klasse 1: 1100-1165 Pa (weinig vocht)
➢ Droge stapelplaatsen, sportzalen, garage, kerk …
• Klasse 2: 1165-1370 Pa
➢ Scholen, kantoren, winkels, woningen …
• Klasse 3: 1370-1500 Pa
➢ Ziekenhuizen, verbruikszalen, restaurants …
• Klasse 4: > 1500 Pa (heel veel vocht)
➢ Textielindustrie, zwembaden, welness, wasserijen …
- Dampdruk binnen verlagen?
• Vochtproductie binnen het gebouwen verminderen
• Meer ventileren
• Combinatie van beide
- Verzadiging van de damp in de lucht komen?
• Isobare manier:
➢ Luchtdruk = constant
➢ Enkel de temperatuur aanpassen
➢ Dauwpuntstemperatuur (Td)
= de temperatuur waarbij verzadiging bereikt wordt
➢ Bv. Mist bij koud weer
• Isotherme manier:
➢ Temperatuur = constant
➢ Steeds meer waterdamp toevoegen
➢ Bv. Douche nemen in een oude badkamer
! Meestal is de werkelijke toestandsverandering van lucht waarbij verzadiging optreedt een
combinatie van beide !
- Koudebruggen
• Plaatsen waar de isolerende mantel onderbroken is
• Bijkomend warmteverlies
➢ de impact van bijkomend warmteverlies wordt snel groter naarmate de
wanden beter geïsoleerd zijn
• Verhoogd risico op oppervlaktecondensatie
➢ Bepaald door de oppervlaktetemperatuur van dat moment
EN de hoeveelheid waterdamp in de binnenlucht op dat ogenblik
➢ Hoeveelheid waterdamp is afhankelijk van de vochtproductie en het
ventilatievoud op dat ogenblik
➢ Vochtproductie kan afhangen van de aard van het gebouw
2
,- Extra warmteverlies
• Wordt bepaald als toeslag die men moet rekenen op de rekenresultaten bekomen op
de eendimensionale berekening van het warmteverlies
• Lineaire psi- of chi-waarden
- Temperatuurfactor
• F
• Hoe lager f, hoe problematischer de koudebrug uit oogpunt oppervlaktecondensatie
- Isothermtekening
• Een tekening waarbij alle punten met een gelijke temperatuur in en op het
constructiedetail met elkaar verbonden worden doormiddel van een lijn
• Er ontstaan temperatuurzones
• Loodrecht op fluxlijnen binnen eenzelfde constructiedetail
- Fluxlijntekening
• Een tekening waarbij het constructiedetail doormiddel van fluwijnen verdeeld wordt
in zones. In elk van deze zones heerst eenzelfde doorgang aan warmte
• Smallere zones = sterker geconcentreerd warmteverlies
• Dicht op elkaar geplaatste fluwijnen = veel warmteverlies
• Geometrische richting = richting van het warmteverlies
• Loodrecht op isothermen binnen eenzelfde constructiedetail
- Koudebrug = slecht ontworpen bouwknoop
- Eendimensionaal warmtetransport
• Sterk vereenvoudigd fysisch model dat de werkelijkheid niet benadert
• Alle isothermen lopen evenwijdig met de constructielagen
• Alle fluxlijnen lopen loodrecht op de constructielagen
• Geen afwijkingen
- Equivalente U-waarde (Ueq)
• Er wordt rekening gehouden met de voegen en de spouwankers
• Spouwankers en voegen zijn noodzakelijke, dus worden ze niet als koudebrug
benoemt
• Hun impact wordt niet genegeerd, maar dit wordt bij de U-waarde gerekend
- Meerdimensionaal warmtetransport
• Realistischer
- Inrekenen van bouwknopen
• A) gedetailleerde methode
➢ Exact
➢ Uitkomst = psi, moet lager zijn de de psi-limietwaarde
• B) methode van de EPB-aanvaarde bouwknopen
➢ Koudebrug-arme bouwknopen
➢ EPB-aanvaarde bouwknopen
➢ Thermische isolatie moet continu doorlopen (3 basisregels)
* minimale contactlengte isolatielagen
- Direct contact
3
, * tussenvoeging isolerende delen
- ʎ moet ≤ 0,2 W/mK
- de warmteweerstand R van elk isolerend deel ≥ de helft van het kleinste van R1 en R2
- Elke aansluiting i tussen een isolerend deel en een isolatielaag of tussen 2 isolerende delen
* weg van de minste weerstand
- kortste traject tussen binnenomgeving en buitenomgeving of AOR dat nergens een
isolatielaag of een isolerend deel snijdt met een R ≥ min (R1, R2)
- De kortste afstand ≥ 1 meter
• C) forfait toeslag
➢ Mag niet gehanteerd worden!
- Scheidingsconstructie
• Het bouwdeel dat het beschermd volume afschermt van buiten, grond, kelder,
kruipruimte of een andere AOR
• 2 scheidingsconstructies van het warmteverliesoppervlak zijn verschillend indien
verschil in:
➢ Dikte bouwlagen
➢ Volgorde bouwlagen
➢ Gebruikte materialen
➢ Oriëntatie
➢ Helling
➢ Begrenzing en/of niet continu
- Lineaire bouwknopen
• Waar 2 scheidingsconstructies van het warmteverliesoppervlak samenkomen
• Waar een scheidingsconstructie van het warmteverliesoppervlak samenkomt met
een scheidingsconstructie op de grens met een aangrenzend perceel
• Waar de isolatielaag van eenzelfde scheidingsconstructie van het
warmteverliesoppervlak lijnvormig onderbroken is door een materiaal met een
hogere warmtegeleidbaarheid
- Puntkoudebrug
• Waar de isolatielaag van een zelfde scheidingsconstructie van het
warmteverliesoppervlak puntvormig onderbroken wordt door een materiaal met een
hoger warmtegeleiding
- Geen bouwknoop?
• Onderbrekingen eigen aan de scheidingsconstructie
➢ Hun invloed wordt ingerekend in de totale warmteweerstand R of de
wartmedoorgangscoëfficiënt U van de scheidingsconstructie
• Doorboringen door leidingdoorvoeren
• In direct contact met de grond
• Wanneer een isolatielaag continu doorloopt
• Wanneer de isolatie onderbroken wordt door een vochtwerende laag (bouwfolie)
• Montage van balustrades (enkel indien de isolatie niet doorboord wordt)
- Sarkingdak
• Isolatie zit langs de bovenzijde van de draagconstructie
• Voordelen
➢ Dakstructuur is beschermd door de isolatie en ondergaat nauwelijks
thermische spanningen
➢ Snel in plaatsing
➢ Binnenafwerking moet niet verwijderd worden (renovaties)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pauliendemuyter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.