100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen cognitieve neurowetenschappen voor GW (TL2V14113) $13.30   Add to cart

Class notes

College aantekeningen cognitieve neurowetenschappen voor GW (TL2V14113)

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een uitgebreide samenvatting en overzicht van alle kennisclips van het vak Cognitieve neurowetenschappen voor geesteswetenschappers.Ook zitten hierbij alle toelichtingen en extra's die bij de cursus aan bod zijn gekomen.

Preview 4 out of 51  pages

  • November 11, 2022
  • 51
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Jos van berkum
  • All classes
avatar-seller
M1 – welkomst video
Cognitieve neurowetenschap komt voort uit twee disciplines
o Cognitieve psychologie: kijkt naar cognitie en gedrag: perceptie, geheugen, emotie,
redeneren, beslissen, taal à wat kan het brein?
o Neurowetenschap: (onderdeel van biologie) zenuwstelsels: neuroanatomie,
verschillende typen hersencellen, neurotransmitters, genetische mechanisme à
geïnteresseerd in het brein zelf.

Gaat mind verdwijnen (reductionisme)? Gaan we het op een gegeven moment alleen nog
over neuronen hebben? Natuurlijk niet! Je kan systemen op verschillende niveaus
beschrijven, soms in het ene niveau nuttig soms het andere (dual-aspect).
Mind/geest = de functies van het brein

Neuropsychologie en neurologie à bestuderen en behandelen stoornissen
Cognitiewetenschap (cognitive science) à bestudeert allerlei intelligente systemen
biologisch maar ook niet-biologisch

M1 – we zijn dieren!
Homo sapiens (mensen) is een diersoort, dit vergeten we
vaak omdat we praten over mensen én dieren. Onze
naaste familie zijn bijvoorbeeld chimpansees, gorillas, ect.
Als je de stamboom heel ver uitbreidt staan we ook in
contact met andere dieren, planten en schimmels.

Belangrijkste lessen evolutie-documentaire
1. We zijn dieren
2. We zijn wandelende gereedschapskisten met
biologisch geëvolueerde eigenschappen die ons helpen overleven en voortplanten
3. We delen veel van hetzelfde gereedschap met andere dieren
4. We hebben ook een aantal unieke tools (handige duimen bv.)

Dingen die je kan doen om te overleven:
o Get Bigger
o Get amor
o Get out of the way
o Get smarter
à Wordt beter in representeren (map-making) van je omgevening en jezelf!
à Executive control zodat je geen slaaf bent van evolutionaire reflexen
à Samenwerken, communiceren, vastleggen en lesgeven

Het brein = niks meer dan een verzameling lichaamscellen die zich is gaan specialiseren in
informatieverwerking

,M2 – Neuronen
Het brein als verzameling in informatieverwerking gespecialiseerde lichaamscellen
(neuronen). Zenuwcel = neuron (lekenterm)
Neuron is een cel met een cellichaam (soma) en een celkern (nucleus), een belangrijk type
neuron heeft een axon die eindigt in terminaal knooppunten waarin contact wordt gemaakt
met andere neuronen.

Neuronen krijgen informatie (input) van veel andere
neuronen
Excitatoire input: verhoogt de kans dat het neuron zelf gaat
vuren (prikkelend)
Inhibitoire input: verlaagt de kans dat het neuron zelf gaat
vuren (remmend)
Afhankelijk van de input gaan neuronen wel of niet vuren.
Standaardpotentiaal verschil van -70 mV tussen binnen- en
buitenkant van het neuron.
Gele neuron is in rusttoestand à
Roze deel is het axon van andere neuron, waar ze contact
maken vindt chemische overdracht plaats
Eerst geeft de bovenste axon wat exitatoire input (+) en
daarna ook de onderste neuron tot er een drempelwaarde
wordt overschreden (depolarisatie) van -50mV. Hierdoor
gaat het gele neuron ook zelf weer vuren.
-50mV is de drempelwaarde hierna krijg je depolarisatie
Discrete fase verandering bij het celmembraam
(actiepotentiaal of spike) loopt langs de axon naar de
terminal knooppunten
Dit is dan weer informatie waar de neuronen aan de andere
kant van dat axon naar zitten te luisteren

Neuronen kan je schakelen (net als in elektronica)
Een gemiddeld neuron in het brein krijgt input van ongeveer
1000 andere neuronen (via 10 synapsen per neuron) en stuurt output naar ongeveer 1000
andere neuronen (weer via 10 synapsen per neuron)
Dan heb je een complexe verzameling van geschakelde neuronen à hersenen

Dendrieten = informatie ontvangen
Axon = informatie versturen
Synapse = tussen dendrieten en axon in

M2 – Anatomie van het brein
Het brein bestaat uit een complexe verzameling geschakelde neuronen. Er bevinden zich ook
neuronen in andere delen van het lichaam. Vanuit het brein lopen ook axonen naar je
spieren (om ze aan te sturen).

,Anterior – voorkant hersenen
Posterior – achterkant hersenen
Superior/dorsal – bovenkant
Inferior/ventral – onderkant
Lateral – aan de buitenkant
Medial – meer in het midden
Verschillende manieren om de hersenen
door te snijden à

De grove structuur van het brein
o Neuronen zitten niet homogeen
verdeeld in het brein. Het brein
heeft een interessante grove
structuur (anatomie).
o Belangrijk onderscheid: grijze stof (gray matter) en witte stof (white matter)
Gray matter: grote concentratie neuronen (cellichamen, dendrieten, axonen) als je
heel veel neuronen bij elkaar hebt kleurt dat stukje
brein grijs
White matter: alléén de axonen van neuronen (wit
door myeline ‘isolatie’) als je heel veel axonen bij
elkaar hebt kleurt dat stukje brein wit
o In gray matter wordt hard gerekend terwijl de witte
stof zorgt voor langeafstandsverbindingen tussen
verschillende stukken gray matter (de bekabeling).
Een belangrijk stuk grijze stof is de cerebrale cortex
(neocortex of cortex), Dit is eigenlijk gewoon een hele grote
opgevouwen plaat. Buitenste schil van de hersenen.

Sulci – groeven, fissuren, enkelvoud sulcus (dips of plooien)
Gyri – windingen, enkelvoud gyrus (verhoogde oppervlakken)

Grote hersenen (=cerebrum)
Vier kleuren bij elkaar vormen samen de grote
hersenen zitten links en rechts (tweezijdig,
bilateraal). Met elk vier hersenkwabben:
o Frontaal kwab = frontal lobe
o Parietaal kwab = parietal lobe
o Occipitaal kwab = occipital lobe
o Temporaal kwab = temporal lobe

Kleine hersenen (=cerebellum)
Eveneens tweezijdig (bilateraal)
Stammetje aan de onderkant is de onderkant van de hersenstam, daar waar het overgaat in
het ruggenmerg, daar zit je brein vast aan de rest van je lichaam.

, Sylvian fissure – de grote groeve die de temporale kwab
van de frontaalkwab en de parietaal kwab scheidt.
Central Sulcus – de grote groeve die de frontale kwab van
de parietale kwab scheidt
Pariete-occipitak sulcus – grote groeve die de parietal
kwab van de occipital kwab scheidt

Anatomie van de cortex: de verschillende Gyri
(windingen)
Dit is bij iedereen ongeveer hetzelfde, dit zijn de stukken die tussen de groeven liggen
(de stukken vlees en dus niet de groeven).

Anatomie van de cortex: Brodmann’s areas
In elk Brodmann gebeid heeft de neocorticale ‘printplaat’ een andere
cytoacrchitectonische structuur (d.w.z. de neuronen zitten ‘anders geschakeld’)
Alle nieuwe cijfers zijn weer anders bedraad met neuronen. Ze kunnen wel op elkaar
lijken (zoals 17 en 18) maar het laat toch zien dat het een ander deeltje is op de
printplaat. x

Even opletten met de term ‘cortex’
Cortex = schors, bast (buitenkant dus)
Allerlei structuren kunnen een cortex hebben, de kleine hersenen hebben bijvoorbeeld hun
eigen cortex (cerebellar cortex)
Toch wordt cortex vooral gebruikt om naar de cortex van de grote hersenen (cerebral
cortex) te verwijzen. Ook wordt neocortex hiervoor vaak gebruikt (omdat het grootste deel
van de cerebrale cortex relatief nieuw is).
De term subcorticaal betekent dus doorgaans onder de cortex van
de grote hersenen.

Subcorticale structuren onder de cortex verscholen zitten ook
belangrijke stukjes grijze stof à

M2 – Lesies
Onderzoeksartikel: lesies (illustratie van de eerste CNW-tool)

Leesvragen voor een empirisch onderzoeksartikel
1. Welke onderzoeksvraag stellen de onderzoekers, en waarom vinden ze het een
belangrijke vraag?
2. Wat hebben ze precies in het onderzoek gedaan, en hoe relateert dat aan de
onderzoeksvraag?
3. Wat zijn de belangrijkste resultaten? Welke centrale figuren, tabellen, en
beschrijvingen horen daarbij?
4. Hoe interpreteren de auteurs hun bevindingen? Vind ik dat redelijk, en zo nee,
waarom niet? Zijn er alternatieve interpretaties mogelijk?
5. Welke nieuwe vragen werpt dit onderzoek op? En zijn die interessant?
6. Welke zaken begreep ik niet, en hoe erg is dat? Hoe zou ik die lacunes in mijn begrip
eventueel kunnen opvullen?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PuckLAS. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.30
  • (0)
  Add to cart