100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting doelgroep volwassenen $3.22
Add to cart

Summary

Samenvatting doelgroep volwassenen

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een samenvatting (17pg) van het vak 'doelgroep volwassenen' uit het tweede jaar toegepaste psychologie. Het is aangeraden om hierbij ook de artikels op leho te lezen.

Preview 3 out of 18  pages

  • November 12, 2022
  • 18
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Doelgroep volwassenen

1. Volwassenheid als levensfase
 Langste fase, niet statisch, ingedeeld 4 perioden
o Jongvolwassenheid (20 à 25 tot 30 à 35 jaar)
o Middenvolwassenheid (30 à 35 tot 50 à 55 jaar)
o Laatvolwassenheid (50 à 55 tot 60 à 65 jaar)
o Oudere volwassenheid
 Lichamelijke veranderingen
o Zintuigen en motoriek
 Zicht, gehoor
 Motoriek afh onderhoud
o Vitale organen: hart & longen optimale capaciteit verliezen
o Uitzicht: grijze haren, rimpels, pigmentvlekken, meer vet, minder spiermassa
o Overgang & menopauze --> minder vrouwelijke hormonen (bijnieren)
 Premenopauze: periode vooraf; onregelmatig worden vr. Hormoonproductie
 Menopauze: moment laatste menstruatie
 Vapeurs, hartkloppingen, hoofdpijn, duizeligheid, slapeloosheid, concentratieprobl.
 Toenemend botverlies/osteoperose
 Cognitieve veranderingen --> postformele denken
o Realiteitsbetrokken --> denken andere finaliteit + pragmatischeru
o Relativerend --> van dualistisch naar relativistisch denken + genuanceerd denken
o Persoonlijk geïntegreerd --> eigen inzichten & technieken verwerven door ervaring + persoonlijke stijl
ontw.
o Creatief --> vanzelfsprekendheid in vraag stellen, werkelijkheid originele manier benaderen
▫ onderscheid vloeibare/gekristallisteeerde intelligentie
 Vl: algemene vaardigheid nieuwe info opnemen en bewerkingen pp doorvoeren --> vrij jong verlies
(‘hardware’)
 Gekristalliseerd: verworven kennis & vaardigheden --> blijft doorgroeien (‘software’)
 Psychische veranderingen
o Psychologisch welzijn:
 Moeite lichaamsveranderingen en nieuwe rolverwachtingen
 toename autonomie
o Zelfbeeld stabieler, realistischer
o Kernconflicten: intimiteit/isolement & generativiteit (scheppen)/stagnatie
 Sociale veranderingen
o Partnerrelatie:
 relatiepatronen afh hechtinsgpatronen: Veilig, vermijdend, angstig, angstig-vermijdend
 Evolutie doorheen de tijd: driehoekstheorie van de liefde (Sternberg)
 Passie, intimiteit, toewijding
o Ouderschap --> vaker eigen keuze
 Betekenis: financieel, minder vrijheid, nieuw ritme, risico’s, intens geluk
 Opgroeiende kinderen: aanpassingen aan kinderen
 Lege-nest-syndroom: gevoel functieloos zijn in lege huis --> periode ongekende vrijheid &
kansen
o Andere rolveranderingen: schoonouder, grootouders, verzorger ouders
 Mentaal welzijn volwassene
o Subjectief: 1/5 erg tevreden, 2/3 positief – afgelopen decennium verminderd
o Ca 10% erg ontevreden, 30% psychisch probleem ongemak, 15% optimale levensenergie
o 1) gemoedsrust, 2) financieel 3) zdt, 4)zinvol, 5) werk, 6) subj gezond, 7)veiligheid, 8)
slaapkwaliteit
o Hoe ouder hoe vaker eenzaam voelen, van (20-24j) 45% tot 71% (70+)
o Maken gelukkig: sociale, zorgen, cultuur, religieus, natuur
o Geluksdriehoek (jezelf kunnen zijn + goed omringd zijn + je goed voelen)

2. Partnerrelaties I
 Evolutie
o Evoluties afgelopen eeuw:
 veel verwachten partner, ook seksuele tevredenheid
 Hogere levensverwachting --> relaties 2x lang 100 jaar geleden
 Gezinsvormen sterk veranderd
 Geen duidelijke voorschriften meer --> verantwoordelijk slagen/falen relatie

, o Eerder: strategisch partnerschap economische toekomst --> duidelijke genderrollen en
taakverdeling, scheiden grote schande
o Sinds 19e eeuw: overeenkomst vrije wil, gebaseerd liefde, partnerkeuze romantische idealen
o Scheiden: nu taboe ongelukkig blijven, voortplanten en seks gescheiden, vooral ongetrouwd
samenwonen. Gemiddelde leeftijd huwelijk stijgt. Vaker ongetrouwd samen. Minder vaak scheiden.
 Wat zijn intieme relaties?
o 4 criteria
 Interafhankelijkheid
 wederzijds & tegelijk invloed elkaars gedrag
 Bidirectioneel
 Niet beperkt 1 interactie --> groeit met de tijd
 Interne representatie partner (bidirectioneel)
 Interafhankelijkheid is noodzakelijk, niet voldoende (zie relatie
patiënt-verpleeg,…)
 Uniciteit
 Elkaar behandelen als unieke individuen (niet verwisselbaar) in leven --> unieke
dynamieken
 Impersonal --> personal: informeel, emotionele
verbondheid
 Closeness
 Zelfs al zien unieke mensen (vb. grootouders) toch
variatie closeness tss. relaties
 Hoge mate interafhankelijkheid; frequente, diverse,
significante invloed op elkaar (vb. Slecht gemoed)
 Potentie tot seks
 Potentieel seksueel intiem zijn
 Contacten zonder closeness (one night stand) niet
relatie
 Waarom zijn intieme relaties belangrijk?
 Relaties: overleving van de soort
o Biologie: overleving mens --> ‘holding-hand-studies': activerende hersenregios dreiging
(hypothalamus) nemen af
o Liefde: biologisch verankered (MRI-zoekend belonend effect)
o Fysiek contact -> oxytocine komt vrij -> reduceert angst --> gevoel rust
 Basiselementen int. Rel. (seks, eliefde, binding) ondersteund door biologische processen, om
mens aan te passen over generaties. Iedereen biologisch systeem gevoelig
aanwezigheid/aanraking partner --> biologie ‘ander nodig’ --> garantie voortplanting
 Relaties: universele menselijke ervaring
o Elke maatschappij relaties --> soms enkel voortplanting, maar grootste deel mensen vorm
huwelijk --> praktisch/emotionele investering in elkaar = pairbonding
o Pairbonding gedreven door wederzijdse aantrekking en liefde + hoofdreden seks= liefde &
aantrekking + mensen overal motivatie ‘bij iemand horen’, stabiele partner frequent contact
o Universele basiscapacitieit intimiteit maar alle intieme relaties anders, ervaringen niet uniform
o Historische + cculturele factoren invloed op beleving intimiteit, gevoelens, gedragingen,… in
intieme relaties
o Cultureel verschil ervaring liefde
 Liefde=huwelijk is recent, lang huwelijk inspraak familie
 Romantische liefde: persoon verliefd en kiest partner vervullen persoonlijke nood -->
individualisme
 Gearrangeerde liefde: familie helpt partner vinden, matchen op eigenschappen +
familiale achtergrond
 Relaties: emotionele verrijking
o Liefde geen synoniem intieme relatie (niet in elke intieme relatie
liefde, liefde ook andere relaties)
o Liefde vaak wel centraal in intieme relaties
o Intieme relaties emotioneel geladen (interafhankelijkheid, seksueel,
…)
o Liefde: naar op zoek bij begin relatie, mee kampen in relatie, op
terugdenken na relatie
o Liefde definiëren moeilijk, essentiële kenmerken: liefdesdriehoek R. Sternberg
 Drie basiscomponenten: intimieit, passie, toewijding
 Verschillende soorten liefde
 In tijd: alles stijgt eerste 6 mnd, daarna daalt passie, stijgen toewijding en intimiteit

, o Heel wat pos en neg emoties gevoeld en uitgewisseld  inensiteit & diversiteit heel groot
(jaloezie, rust,…)
 Relaties: beïnvloeden fysiek & psychisch welzijn
o Mensen tevreden intieme partnerrelatie leven langer + sterker immuunsysteem + beschermt
tegen alcohol/drugsmisbruik
o Hebben verhoogt kans op seksfrequentie + beschermend voor welzijn kinderen
o Partnerrelatie draagt meer bij tot algeheel wezijn dan geluk op elk ander levensdomein

3. Partnerrelaties II
 Onderzoek naar partnerrelaties
o Geschiedenis: close relationschip science
 Behavioral tradition  manier omgang koppels conflict bepalend relatiekwaliteit
 Mediational traditon  invloed affectieve en cognitieve processen (vb. attributiestijl)
 Vb. tevreden: fout is voorbijgaand en situationeel, ontevreden: fout is stabiel en
eigenschap partner
 Contextual tradition  externe factoren invloed relatie  hogere relatietevredenheid bij
minder chornische (werk)stress + minder invloed acute stressor
o Alle perspectieven samenleggen:
 Meeste theorieën belang dyadische interactie = manier koppels gedrag & reactie tav
elkaar
 Meeste theorieën elke partner voegt unieke set verschillen toe aan relatie
 Meeste theorieën invloedrijke rol externe omstandigheden die mee ervaringen binnnen
relatie vormgeven

 Dyadische interacties + individuele verschillen + externe omstandigheden  integratief
model relationeel functioneren




 Relatiesucces voorspellen vanuit integratieve model van
relatiefunctioneren
 Individuele sterkes en kwetsbarheden mythes
sekseverschillen overspel en rationeel/emotioneel  klopt
niet; individuele verschillen
 Gender
 Hechting: veilig gehecht: meer pos opvatting
relaties, meer intimiteit, veilige haven, positieve
communicatie, conflicthantering, vergevingsgezind,…
 Persoonijkheid: weinig rechtstreekse invloed. Negativiteit  meer conflict  relatiekwaliteit
Relatie onder druk: ph partner ‘is probleem’ maar relatieproblemen  rigiditeit
 Voorgeschiedenis: kwetsuren verleden belangrijk, succes afh hoe omgaan, niet doen
verdwijnen. Relatie middel kwetsuren helen
 Psychopathologie: niet psypath op zich maar manier omgang. Rigiditeit gevolg druk
veranderen en geen acceptatie. Acceptatie > druk om te veranderen.
 Externe omstandigheden
 Context= alles wat relatie beïnvloedt
 Fysieke omgeving, sociale context, cultuur, historische condities  continuüm
proximal naar distal
 Life stressors (oorlog, natuurramp, ziekte), economische stress (work-life), familiale context
en netwerk (schoonfamilie is extra druk), sociale media
 Transities/belangrijke levensmomenten:
 transitie ouderschap  paradoxaal: relatiestabiliteit hoger, relatiekwaliteit lager
 Ontrouw (1/4-5, vooral dertigers en 50-64j)  1/4 therapie na affaire, 80%
scheiding want “uit elkaar gegroeid”, 25% “ontrouw” scheiding
 Dyadische interacties (onderzoek John & Julie Gottman)
 Disasters: interactieve behavior, perception, physiology
 Sound of relationship house
 Vastgelopen conflicten: onvermijdelijk, 70% conflicten onoplosbaar, ca 16% conflicten
disfunctionerende koppels conflict destructuef leiden impasse.
 Escalatie negativeit: ontevreden koppeld: escalatie mild negatief efffect (bv wenen) 
extremere vormen
 Absorberende staat negativiteit, escalatie negativiteit
 Komen niet uit verzoeningsfase
 Beantwoorden negatief gedrag met negatief gedrag
 Disfunctionerende koppels: vijandigheid & kritiek uiten, ontwijken
verantwoordelijkheid, klagen ph andere  evolueert vier ruiters

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lori3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.22
  • (0)
Add to cart
Added