NU Zorg Niveau 3&4 - Communicatie in de zorg. Theorieboek
Dit theorieboek geeft antwoord op vragen van verzorgenden en verpleegkundigen over communicatie in de zorg. Aan de hand van praktische voorbeelden leert de student wat je als verzorgenden en verpleegkundige tegenkomt als het gaat over communicatie.
In de hoofstukken wordt het volgende behandeld:
...
Communiceren is met elkaar in contact treden. Het is informatie, die in een
bepaalde omgeving, tussen mensen wordt uitgewisseld
* Verbale communicatie: met woorden duidelijk maken wat je bedoeld
* Non-verbale communicatie: met andere middelen duidelijk maken wat je
bedoeld
- mimiek
- intonatie
- stemvolume
- spreektempo
- gebaren
- lichaamshouding
Verbale en non-verbale communicatie moeten met elkaar in overeenstemming
zijn om communicatiestoornissen te voorkomen. Als dit niet het geval is spreken
we van tegenstrijdige communicatie. Om communicatiestoornissen te
voorkomen, is het dan ook belangrijk om je te verdiepen in de culturele
achtergrond van zorgvragers.
Storingen die het communicatieproces beïnvloeden worden ruis genoemd.
* externe ruis: alle informatie die van buiten jezelf komt en de communicatie
verstoort
* interne ruis: verstoring van de communicatie door iets in jezelf en waardoor je
de
boodschap niet goed of onvolledig waarneemt
Alles wat je doet en zegt heeft een betekenis.
Vooroordelen zijn een belemmering voor een open communicatie.
Stereotyperingen geven daarom een verkeerd beeld.
Voor de informatie uitwisseling zijn zender, boodschap en ontvanger belangrijk
* Zender: geeft een ander bepaalde informatie vanuit een bepaalde achtergrond
* Boodschap: het onderwerp/inhoud van de communicatie
* Ontvanger: neemt de informatie op en verwerkt deze
De boodschap kan via 5 communicatiekanalen overgebracht worden naar de
ontvanger:
* spreken
* zien
* ruiken
*aanraken
* proeven
1.2
De afstand die er is tussen zender en ontvanger bepaalt het soort contact. Er zijn
4 verschillende zones binnen de communicatie:
* intieme zone: weinig afstand tussen zender en ontvanger, vertrouwelijke relatie
* persoonlijke zone: dicht bij de ander en binnen gespreksafstand
* sociale zone: afstand groter en geen lichamelijke contact, functionele relaties
, * publieke zone: grote groepsbijeenkomst, geen interactie tussen zender en
ontvanger
1.3
Gedrag is een vorm van communicatie. Het laat zien wat iemand zegt, doet of
laat.
Gedrag heeft twee kenmerken:
* bedoeling: ieder gedrag heeft een doel en dit bepaalt het beeld
* complex: gedrag kun je op meer dan een manier uitleggen
1.4
Observeren is doelgericht en bewust waarnemen om bepaalde gegevens te
verkrijgen.
* subjectief: verschillende manier van waarnemen
* objectief: geen twijfel over hetgeen dat je ziet
Zelfobservatie zorgt ervoor dat je je bewust wordt van bepaalde gevoelens die je
hebt als je kritiek krijgt, compliment krijgt, mensen ruzie ziet maken etc.
Bij zelfobservatie kom je erachter door welke situaties bij jou altijd conflicten
ontstaan en waarom je bepaalde beslissingen neemt. Om nauwkeurig te
observeren, heb je een redelijke mate van zelfkennis nodig.
Observeren vindt altijd in een bepaalde situatie plaats. De context waar waarin
observatie plaatsvind, speelt altijd een rol.
Er zijn twee hoofdfactoren die van invloed zijn op de observatie:
* factoren van de kant van degene die wordt geobserveerd
* factoren van de kant van degene die observeert
De interpretatie van iets is de betekenis die je geeft aan dat wat een ander tegen
je zegt, doet of laat. Het moet in overeenstemming zijn met wat iemand bedoelt,
denkt of voelt.
Het eerste probleem bij interpreteren is dat er soms geen overeenstemming is
tussen degene die interpreteert, en degene die geïnterpreteerd wordt. Iedereen
neemt selectief waar; dus alleen waar je je aandacht op richt. Zorgverleners
nemen doelgerichter waar dan leken. Een interpretatie is nooit alleen gebaseerd
op gevoel, maar op concreet waarneembaar gedrag.
De manier waarop je naar je omgeving kijkt, wordt bepaald door alles wat je in de
loop van je leven hebt ervaren en geleerd. Je grijpt hierop terug wat je
referentiekader genoemd wordt.
1.5
De manier waarop ik als zorgverlener contact maak en onderhoudt, bepaalt de
gevoelens die een zorgvrager voor je heeft. Kennismaken is het opbouwen van
een vertrouwensrelatie met een zorgvrager. Bij het contact met de zorgvrager
moet je op een aantal dingen letten:
* probeer niet alles zelf op te lossen
* dooddoeners belemmeren het contact
* trek niet te snel conclusies
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudje92. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.54. You're not tied to anything after your purchase.