Boekhoudregels.
Een rekening van bezit wordt gedebiteerd bij toename en gecrediteerd bij afname.
Een rekening van schuld wordt gecrediteerd bij toename en gedebiteerd bij afname.
Een rekening van eigen vermogen wordt gecrediteerd bij toename en gedebiteerd bij
afname.
Berekening van het eigen vermogen.
Het saldo eigen vermogen
+ Het saldo winst
(of) - Het saldo verlies
- De privé onttrekkingen (debet op saldibalans)
(of) + De privé onttrekkingen (credit op saldibalans)
= Het eigen vermogen op de eindbalans.
Proef- saldi- en kolommenbalans.
Proefbalans: totaal telling debet en credit van grootboekrekeningen.
Saldibalans: het verschil tussen de totaal tellingen.
Kolommenbalans: aangevuld met W&V en balans.
Het rekeningenstelsel.
Decimale rekeningenstelsel
Voorbeeld op blz. 106 en 107.
Een eenvoudig winkelbedrijf: 6 rubrieken.
1
, Een eenvoudig rekeningstelsel.
Rubriek 0 Vaste activa, EV een VV-lang
Rubriek 1 Vlottende activa en schulden kort
Rubriek 4 Kostenrekening
Rubriek 7 Voorraad rekeningen
Rubriek 8 Verkoop resultaten
Rubriek 9 Overige resultaten
Groepen belastingen.
Zakelijke belastingen: kosten voor bedrijf.
Persoonlijke belastingen: geen kosten voor het bedrijf.
Onderneming als incasseerder voor belastingdienst.
Omzetbelasting.
21%, algemene of hoge tarief, geldt voor de meeste goederen en diensten.
6%, lage tarief, geldt voor goederen en diensten die tot de eerste
levensbehoeften behoren.
0%, het nultarief, dit tarief geldt voor de export.
Onderneming brengt bij verkoop OB (omzet belasting) in rekening en moet dit bedrag
later betalen aan de fiscus: grootboekrekening 181 te betalen OB.
Onderneming betaalt bij inkoop OB aan zijn leveranciers en kan dit bedrag later terug
vragen aan de fiscus: grootboekrekening 180 te vorderen OB.
Het verschil tussen beide bedragen moet daadwerkelijk aan de fiscus worden
betaald/afgedragen: grootboekrekening 182 te betalen OB.
Privé onttrekkingen en toevoegingen.
De eigenaar van een eenmanszaak neemt vaak geld en/of goederen uit zijn zaak
voor privé gebruik. Ook komt het voor dat hij geld of goederen inbrengt in de zaak.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nielsbuijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.