Dit is een samenvatting van het vak sociale psychologie dat wordt gegeven in het eerste jaar toegepaste psychologie door Griet. De samenvatting is gebaseerd op de slides en het boek.
Hoofdstuk 1: kennismaking met de sociale psychologie
“We zijn allemaal obsessief sociaal” we hebben andere nodig
Sociale deprivatie
Een te kort hebben aan sociale contacten/prikkels. Kan negatief uitdraaien
EX: kindjes in weeshuis die na SD een neurologische achterstand hebben
Sociale paradox
Nood aan sociaal contact maar toch niet altijd ernaar opzoek gaan (tram)
Connectiekans
Onderzoek naar sociale paradox?
Invloed
We worden heel vaak door andere beinvloed (kan in kleine dinge zitten)
Wegstappen wanneer iemand in intieme ruimte komt (amigdala geeft signaal)
Verschillende ruimtes: intieme (45cm), persoonlijke (1,2m), sociale (3,6m), publieke (7,6m)
Safety by numbers
Wanneer meerder mensen iets doen denken we dat het veilig is
1.1.1 Gebiedsomschrijving
“Sociale psychologie is de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten,
gevoelens en handelingen van mensen beïnvloed worden door de feitelijke, voorgestelde
of geïmpliceerde aanwezigheid van anderen”
Gordon Allport
‘een wetenschappelijke studie’
- Intuïtieve kennis is subjectief soort zoekt soort of tegenpolen trekken elkaar
aan?
- Sociale psychologen empirische cyclus (niet meteen conclusie uit waarneming)
,Wetenschappelijke kennis = product van herhaaldelijk met elkaar confronteren van
empirische vastellingen en theoretische verklaringen (de
empirische cyclus)
= resultaat van zorgvuldig methodisch onderzoek (3manieren)
Begrijpende methode
- Kwalitatief van aard geen cijfermateriaal dat statistisch verwerkt wordt
- Gevalsstudies/ verklaring zoeken aan de hand van zorgvuldig onderzoek
- Subjectief
Correlationele methode
- Statistische bewerkingen doorvoeren op gegevens van een groep individuen
- Correlatie = drukt uit hoe variabelen samenhangen
- Positieve: meer – meer/ minder – minder
- Negatieve: meer – minder/ minder – meer
- Nulcorrelatie: geen verband
- OPGELET niet duidelijk in welke richting ze elkaar beinvloeden! experiment
Experimentele methode
- Onderzoeken of een bepaalde variabele invloed heeft op een andere
- Onafhankelijke variabele = degene die gemanipuleerd wordt (want wss invloed)
- Afhankelijke variabele = gedrag dat gemeten wordt (afh van OV)
- Belangrijk
- Alle storende variabelen zijn uitgeschakelt/geneutraliseerd
- Werken met 2 equivalente groepen 2 aselecte steekproeven uit zelfde pop
- Experimentele groep (waar OV op toegepast is)
- Controlegroep
- Tot slot: AV worden bij beide groepen gemeten
- Gevolg: causale relatie aangetoond tussen OV en AV
‘de gedachten, gevoelens en handelingen van de mens’
A-B-C model
A (affectief): in hoe we voelen Gevoelens
B (behavior): in hoe we ons gedragen Handelingen
C (cognitief): in hoe we (over onszelf) denken Gedachten
Manieren van objectieve observering:
- Iemand feitelijke keuze laten maken --> afleiden wat concrete voorkeur is
- indirecter: iemand cijfers van 1-5 laten geven op uitspraken(over de onderzochte
eigenschap) over hoeveel ze het ermee eens zijn. Optelling geeft dan weer hoe sterk
deze eigenschap aanwezig is.
,‘Beïnvloed worden door de feitelijke, voorgestelde of geïmpliceerde aanwezigheid van
anderen’
Feitelijk: fysieke aanwezigheid van anderen
Voorgestelde: nadenken over wat andere zouden vinden
Indirecte beïnvloeding
Impliciete: onbekende mensen beïnvloeden onrechtstreeks
“We worden niet vooral beïnvloed door wat anderen werkelijk denken. We worden
vooral beïnvloed door wat wíj denken dat anderen denken.”
Enkele aanvullingen:
o Niet enkel beïnvloed worden maar ook zel beïnvloeden
o Niet alle invloed is altijd bewust/ intentioneel
o Heel breed: ook beïnvloed door niet sociale factoren
1.1.2 De eigen invalshoek van de sociale psychologie
onderscheid met sociologie
Sociologie = maatschappelijke kenmerken/ groepskenmerken
Psychologie = kijkt naar individu
Sociale psychologie = kijkt naar individu en dichte omgeving (dichter bij psychologie)
Voorbeeld agressie:
Sociologen zien het als een maatschappelijk fenomeen, vragen zich af bep vormen
van geweld meer voorkomen bij specifieke groepen en waarom.
Sociaal psychologen kijken meer naar het individu en zijn onmiddelijke omgeving
eigen plaats binnen psychologie
Persoonlijkheidspsychologie | dispositionisten
Verklaringen zoeken in karakter van de mens
Disposities = eigenschappen die los van de situatie u altijd zullen
kenmerken
Sociale psychologie | situationisten
Verklaringen zoeken in externe factoren
Interactionisme = we leiden meer naar de interactie van de 2, zowel
persoonlijkheidseigenschappen als externe eigenschappen komen aan bod
Multidisciplinaire aanpak
Ontwikkelingspsychologen= kijken hoe gedrag in zijn verschillende aspecten evolueert in de
verschillende levensfasen
Algemene Psychologie= de basisprocessen van gedrag bestuderen zonder in te gaan op
specifieke sociale invloeden
, Hoofdstuk 2: Groepsnormen
2.1 Hoe normen ontstaan
Van bovenaf opgelegde normen
o Verticale, hiërarchische structuur
- Hogeschool/ gezin/ religieuze omstandigheden
o Externe omstandigheden
- Vaak tijdelijk
- Alarm bij brand of gaslek (norm = in rust naar buiten gaan)
Normen die spontaan ontstaan binnen de groep
o Overleg en rationele besluitvorming (leiding in chiro)
o Spontaan en vaak onbewust
Normen als product van sociale vergelijking
= sociale normering
> een norm die spontaan ontstaat binnen een groep door het kijken naar anderen (in
een ambigue situatie)
Experiment Scherif:
Wat gebeurt er wanneer je mensen samen in een ambigue situatie laat plaatsnemen?
Maakte gebruik van autokinetisch effect = proef in donkere kamer me stip die flikkert
Mensen moesten zeggen over welke afstand het puntje bewoog
ALLEENCONDITIE
-> na bepaalde tijd bleef oordeel rond bepaalde waarde (individuele norm)
GROEPSCONDITIE
-> mensen uit alleen conditie moesten paar dagen later per 3 de proef doen en telkens hun
antwoord luidop zeggen
-> na enkele keren gingen ze hun oordeel op elkaar afstemmen en kwamen tot een
groepsnorm
Conclusie Scherif: wanneer mensen zich in een ambigue situatie bevinden gaan ze gedrag op
elkaar afstemmen en bekomen tot een groepsnorm (ook te verklaren met
sociale vergelijkingstheorie van Festinger)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauriekerremans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.