In deze samenvattingen heb ik de colleges, e-learnings en soms filmpjes samengevat.
Met deze samenvatting heb ik met een 9 het tentamen behaald!
Bekijk ook gerust mijn andere samenvattingen.
- Afweer en immuniteit
- Zintuigen (oor, oog, neus en neusbijholten)
- Geslachtsorganen man en vrouw
...
gyr1. de algemene functies van het zenuwstelsel uitleggen
2. de bouw en werking uitleggen van de verschillende soorten zenuwcellen
3. de anatomische indeling van het zenuwstelsel uitleggen
4. de fysiologische indeling van het zenuwstelsel uitleggen
5. de bouw en structuren van het zenuwweefsel beschrijven
6. de bouw en werking van het centrale zenuwstelsel beschrijven
7. de bouw en werking van het vegetatieve zenuwstelsel beschrijven
8. het ontstaan en circuleren van het hersenvocht beschrijven – niet in e-learings vinden. Goed
opletten les
9. de bloedvoorziening van de hersenen uitleggen – niet in e-learings vinden. Goed opletten les
10. de prikkelvorming en de impulsoverdracht verklaren soorten transmissies weten? Zie elearing
zenuwsstelsel??
11. de verschillende reflexen verklaren
12. het verschil aangeven tussen witte en grijze stof
Alle hersenzenuwen ook leren?-> voor jezelf handig. Voor toets niet nodig.
Alle functies gelobaal weten hoe het in pp wordt verteld niet te diep op in.
Leerdoel 1
Het zenuwstelsel regelt en coördineert:
- De functie van weefsels
- De reactie van het lichaam op bepaalde prikkels uit de omgeving
- Diverse psychologische en fysiologische activiteiten van het lichaam.
De 3 belangrijke functies:
- Sensorische informatieverwerking
D.M.V. neuronen, gliacellen en synapen wordt er vanuit de omgeving en verschillende
lichaamsdelen informatie verzameld. Via deze zenuwcellen worden impulsen vanuit de
sensorische receptoren via het ruggenmerg naar de hersenen geleid.
- Integratie van informatie
Binnen gekomen informatie (vanuit de receptoren) wordt in de hersenen verwerkt en
geïntergreed.
- Motorische coördinatie
Na informatieverwerking in de hersenen worden impulsen naar de spieren en klieren geleid.
Daar worden ze omgezet in een respons (reactie/beweging)
Uit PP marloes
- Ervoor zorgen dat organen in hun werking goed op elkaar zijn afgestemd, zodra het lichaam
in actie komt. (voorbeeld: fietsen, je beweegt je benen, de ademt en je praat).
- Regulatie en coördinatie van de werking van de vegatieve stelsels: (voorbeeld-
bloedsomloop, spijsvertering, en voortplantingstelsel voor de energie huishouding).
- Het bewust kunnen reageren op wat er om je heen gebeurt, door verwerking van
waarneming
- coördinatie van psychische functies.
leerdoel 2
,Neuronen = zenuwcellen
Wanneer een stimulus (prikkel) een zintuigcel bereikt wordt er een impuls geproduceerd. Deze
impuls wordt vervolgens naar een neuron getransporteerd. En gaat via deze neuron naar CZS.
Andersom van het CZS naar de organen gaat op dezelfde manier.
Neuronen bestaan uit
- groot cel lichaam
- dendrieten: korte cel uitlopers die de impuls naaar het cellichaam geleiden
- axonen: lange uitloper dat zich uitstrekt naar een neuron, spier of klier. Hierom bevind zich
een myelinesched (isolatie, waardoor de impuls sneller gaat)
- knopen van ranvier: insnoeringen die de myelineschede onderbreken.
Neuronen worden onderverdeeld op basis van hun functie:
- sensorische neuronen
geleiden impulsen van de sensorische receptor naar het CZS. Hebben 1 lange dendriet en 1
lange axon. Impulsen vanuit de periferie wordten door de dendriet naar het cellichaam
geleid. De axon stuurt impulsen naar het CZS
- moterneuronen
geleiden impulsen van het CZS naar spieren en organen. Hebben een groot cellichaam,
verschillende korte dendrieten en lange axonen die eindigen in vertakkingen
- interneuronen
geleiden impulsen van de ene zenuwcel naar de andere. De dendrieten en axonen zijn
meestal kort. Bevinden zich het meest in het CZS
afferent (aanvoerend)
in het algemeen sensorische neuronen wordt informatie uit de weefsel naar CZS gestuurd
efferent (afvoerend)
van CZS naar effector organen, spieren of klieren. Vaak motorische neuronen.
Exciterende neuronen: hebben een prikkelend/stimulerend effect op postsynaptische doelcellen, wat
leidt tot actie
Inhiberende neuronen: hebben een remmend effect op hun doelcellen, waardoor minder/ geen actie
wordt gegenereerd.
Leerdoel 3 en 6
Het zenuwstelsel kan worden onderverdeeld in:
, - Centraal zenuwstelsel; bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg, wordt beschermd door
de schedel en wervelkolom. Functie: verwerking input zintuigen, aanzet tot output,
persoonlijkheid en emoties. (alles wat binnen bot ligt valt onder centraal zenuwstel).
- Perifeer zenuwstelsel; bestaat uit verbindingen tussen het centrale zenuwstelsel en het
lichaam. (craniale zenuwen, spinale zenuwen, ganglia (zenuwknopen) en neuronen.)
Besst uit zenuwen, ligt in het hoofdgebied, romp, armen en benen. En de functie is info naar
en van de spieren, klieren en organen te sturen.
Het centrale zenuwstelsel kan je onderverdelen in:
- Cerebrum: grote hersenen
- Cerebellum: kleine hersenen
- Diencephalon: tussenhersenen
- Hersenstam
- Verschillende holtes gevuld met cerebrospinale vloeistof die in verbinding staat met centrale
kanaal van ruggenmerg.
Ruggenmerg = medulla spinalis
Begint schedelholte in het verlengde van de medulla (onderdeel hersenstam) en loopt tot L1 of L2.
En vormt het laagste niveau van het CZS (centraal zenuwstelsel). Het wervelkolom is langer dan de
totale lengte van het ruggenmerg.
Conus medullaris: punt waar ruggenmerg eindigd.
Functie:
- Verbinden centraal en perifeer zenuwstelsel
- Verbinden tussen afferente (sensorische) en efferente (motorische) zenuwen (voorbeeld: je
loopt de trap af en je denkt dat je nog een trede moet. Je voelt dat de grond er al is en
motorisch reageer je hier op door meteen rechtop te komen staan.)
- Reflexfunctie ( een automatische MOTORISCHE reactie op een SENSORISCHE prikkel)
o Knie pees reflex
o Bicepsreflex
o Buikhuidreflex
o Braakreflex
o Analereflex
o Slik reflex
o Mororeflex (baby hand dicht knijpen)
o Babinsky reflex. (voeten)
o Cremaster reflex (mannen)
o Hoesten
o Niezen
o Pupilreflex
o Zorg dat je stuk of 10 reflexen weet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inge_terschure. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.