100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting 10 voor biologie hoofdstuk 2t/m4 $7.42   Add to cart

Summary

Complete samenvatting 10 voor biologie hoofdstuk 2t/m4

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Level

goeie complete samenvatting met begrippen en leervragen om te oefenen. Ik heb zelf een 8,3 gehaald door deze samenvatting als hulpmiddel te gebruiken.

Preview 3 out of 20  pages

  • November 13, 2022
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie
Periode 1 (A4)




Hoofdstuk 2:
Cellen: Bouw en Functie
1. Begrippen
1. Actief transport
 Transport van stoffen die de cel, energie kost
2. Amyloplasten (zetmeelkorrels)
 Andere benaming voor de leukoplasten waar zetmeel in is opgeslagen
3. Anthonie van Leeuwenhoek
 Een pionier in het gebruik van een lichtmicroscoop
 Keek onder andere naar mannelijke geslachtscellen van de mens
4. Antibiotica
 Hierdoor kunnen bacteriën bestreden worden
5. Apoptose
 Situatie waar cellen en weefsels worden afgebroken
 Geprogrammeerde celdood
6. Assemblage/assembleren
 Wanneer een virus een gastheercel infecteert, wordt de gastheercel gebruikt
om nieuwe onderdelen van het virus te vormen: de eitwitmantel, DNA of
RNA en enzymen. Als er voldoende onderdelen zijn, wordt het virus in elkaar
gezet.
 Analoog aan de auto-industrie
7. ATP (adenosinetrifosfaat)
 Bij de verbranding van glucose wordt energie gevormd die wordt vastgelegd
in speciale energiemoleculen.
 Hoe meer ATP in de mitochondriën gemaakt wordt, des te actiever een cel
kan zijn.
8. Bacteriën
 Eencellig, klein, geen organellen, geen celkern en er worden maar drie
verschillende vormen bacteriën onderscheiden: rond, staafvormig en
kommavormig
 Kunnen zich in vele milieus met sterk verschillende abiotische factoren
handhaven: zonder zuurstof, een erg zout milieu of zeer hoge tempraturen.
Er zijn bacteriën die erg tempratuurgevoelig zijn. Bij een paar graden te hoog
of te laag, kan de stofwisseling gestoord worden. Maar er zijn ook soorten
die veel variatie in tempratuur kunnen hebben.
 Sommige bacteriën kunnen met behulp van energie van buitenaf glucose
vormen. Ze worden – afhankelijk van die energiebron – foto-autotroof en
chemo-autotroof genoemd. Alle andere bacteriën zijn heterotroof. Bacteriën
zijn gevoelig voor antibiotica.
 Bacteriën leven in symbiose met andere organismen.

,  Klein deel van de bacteriesoorten is ziekteverwekkend bij de mens.


9. Cel
 Klein deeltje van een levend wezen, basisbestanddeel van een organisme. In
de cel bevinden zich alle organellen.
10. Celmembraan
 Bestaat uit twee lagen van vetmoleculen waaraan fosforgroepen zijn
verbonden.
11. Celtheorie
 In 1665 kwamen er 2 ideeën over een celtheorie:
 De celwanden van plantencellen zijn de afscheidingsproducten van
de eigenlijke levende cellen
 Planten en dieren bestaan uit levende cellen
12. Celwand
 ALLEEN BIJ PLANTENCEL
 Opgebouwd uit meerdere lagen
 De buitenste laag bestaat uit cellulose en geeft de cel enig mate van
elasticiteit
 De binnenste laag geeft de celwand extra stevigheid
13. Chemo-autotroof
 Wanneer de energie bron een reactie is tussen atomen, moleculen en/of
ionen
14. Chlorofly
 Benaming voor de gestapelde schijfjes in het binnenmembraan
 Dat is betrokken bij de lichtabsorptie van fotosynthese
15. Chloroplasten
 Bladgroenkorrels
16. Chromatine
 Combinatie met het DNA en speciale eiwitten.
17. Chromoplasten
 Gekleurde plastiden
18. Cytoplasmastoming
 De verplaatsing van organellen
19. Cytoskelet
 Worden voortdurend opgebouwd en afgebroken.
 Zijn star en flexibel
20. Diffusie
 Bewegen van moleculen van hoge concentratie naar lagen concentratie
21. DNA-virussen
 Zij hebben DNA als erfelijk materiaal. Enkelstrengs, dubbelstrengs en
ringvormig komen allemaal voor
22. Endocytose
 Het proces, waarbij transport van buiten naar binnen plaatsvindt
23. Endoplasmatisch reticulum (ER)
 Is een uitgebreid netwerk van membraan
24. Envelop
 Kan bestaan uit het plasma of het celmembraan van de gastheer

, 25. Eukaryoten
 Bezitten een ‘goede’, echte kern. Planten en dieren vallen onder deze groep



26. Fosfolipiden
 Vetmoleculen waaraan fosforgroepen zijn verbonden
27. Foto-autotroof
 Chemische energie op slaan doormiddel van licht
28. Genen
 Bevat erfelijke informatie
 Bestaat uit DNA
29. Glad ER
 Geen ribosomen
 Speelt een rol bij de aanmaak van koolhydraten en vetten of ontgiften van
cel
30. Golgi-Systeem
 Maakt moleculen van cellen gebruiksklaar
31. Heterotroof
 Een organisme die organische stoffen opneemt uit zijn omgeving en deze
gebruikt voor de opbouw van cel bestanddelen en energie voorziening
32. Hydrofiel
 Kan oplossen in water
33. Hydrofoob
 Waterafstotend (niet mengbaar met water)
34. Hypertonisch
 De plaats waar de osmotische waarde het hoogst is
35. Hypotonisch
 De plaats waar de osmotische waarde het laagst is
36. Ionenpomp
 Transporteren van deeltjes in en uit de cel
37. Isotonisch
 Wanneer de osmotische waarde gelijk is
38. Kernlichaampje
 Hierin liggen de genen voor de aanmaak van de ribosomen
39. Kernporiën
 Hierdoor kunnen stoffen de kern binnendringen en verlaten
40. Leukoplasten
 Kleurloze plastiden
41. Lysosoom
 Blaasjes die door membranen van de omgeving afscheid
 Bevatten enzymen die betroken zijn bij de afbraak van grote moleculen
42. Membraanporiën
 Eiwitcellen die dienen voor het stoffentransport in en uit de cel
43. Middenlamel
 Zorgt voor scheiding tussen de cellen
44. Mitochondriaal DNA
 Mitochondriën hebben hun eigen DNA
45. Mitochondriën

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ivarlol. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77983 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.42
  • (0)
  Add to cart