100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biochemie deel MIB10306 Microbiology and Biochemistry $7.61
Add to cart

Summary

Samenvatting Biochemie deel MIB10306 Microbiology and Biochemistry

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting staat alle kennis die je nodig hebt voor het Biochemie tentamen. Alle formules en berekeningen staan erin, samen met uitleg en plaatjes over waarom iets op deze manier werkt. Het gaat onder andere over de wetten van thermodynamica, aminozuur properties, alpha-helixen en beta-sh...

[Show more]

Preview 4 out of 56  pages

  • November 13, 2022
  • 56
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Biochemie
College 1

Biochemici bestuderen de chemie van levensprocessen. Ontrafelen van levensprocessen op
moleculair niveau.

Biochemie van alle organismen qua opzet hetzelfde
 Alle organismen bestaan uit cellen
 DNA is de drager van genetische informatie in alle cellen
 De manier waarop genetische informatie wordt omgezet in eiwitten is hetzelfde.
 Dezelfde 20 aminozuren worden door alle organismen gebruikt om eiwitten te maken
 Alle cellen gebruiken dezelfde standaard metabole routes
 Moleculen zoals ATP, NADH en Coenzym A hebben dezelfde functie in alle cellen
Alle organismen op aarde stammen af van een gemeenschappelijke voorouder.

Diversiteit vs. uniformiteit
Alle cellen gebruiken dezelfde moleculaire systemen; de basisprocessen in alle cellen zijn uniform en
bewaard gebleven in evolutie.
In meeste gevallen wordt biologische diversiteit verklaard door aanpassingen (verschillen) van
bestaande moleculaire componenten (biomacromoleculen), en niet door ontwikkeling van compleet
nieuwe elementen.

Biologische diversiteit kan verkregen worden door aanpassingen van bestaande
biomacromoleculen.

De heemgroep
 Aan de heemgroep in een globuline wordt zuurstof reversibel gebonden.
 Via de heemgroep in een cytochroom worden elektronen doorgegeven.

Energieconversiesystemen
 Fotosynthese (bijvoorbeeld in chloroplasten) maakt gebruik van dezelfde componenten en
soorten reacties als geobserveerd bij ademhalingsketens (bijvoorbeeld in mitochondriën).

Er is een nauwe relatie tussen structuur en functie van een biomacromolecuul (bijv. DNA)
DNA is een lineair polymeer opgebouwd uit vier verschillende bouwstenen.
 Adenine (A)
 Cytosine (C)
 Guanine (G)
 Thymine (T)

,De structuur van DNA verklaart erfelijkheid en opslag van
informatie op moleculair niveau.
1. De structuur van ds-DNA past bij elke basenpaarsequentie.
- De vorm van ds-DNA hangt niet af van de
basenvolgorde.
2. De structuur van ds-DNA verklaart haar replicatie: semi-
conservatieve synthese.
- Basenpaarvorming vormt de basis voor het kopiëren
van de genetische informatie: elke streng doet dienst
als mal (matrijs) voor de synthese van de
complementaire streng.
De vorming van een DNA-dubbelhelix verloopt spontaan.


Covalente bidingen zijn belangrijk voor de structuur en stabiliteit
van biomoleculen.

Een molecuul met resonantiestructuren van ongeveer gelijke energieniveaus is stabieler dan een
molecuul dat geen resonantiestructuren heeft (het entropie-effect).

Cruciaal voor de vorming van 3D-structuren van biomoleculen en hun interacties zijn 4 niet-
covalente, reversibele ‘bindingen’:
1. Elektrostatische (ionogene) interactie
2. Waterstofbrug
3. Van der Waals interactie
De eigenschappen van water bepalen ook de structuur en mogelijkheden van biomoleculen
(DNA, eiwitten, membranen) en geeft aanleiding tot:
4. Hydrofobe interactie

Elektrostatische interactie
De energie-inhoud E va een elektrostatische interactie is:
( k∗q1∗q2 )
E=
( D∗r )
(Coulomb-energie)
q is de lading, r is de afstand, D is de di-elektrische constante,
k is evenredigheidsconstante
 In water: D=80, energie-inhoud: -5.8 kJ/mol
 In hexaan: D=2, energie-inhoud -232 kJ/mol (40x groter)
 Met r = 3A

Waterstofbrug (is een elektrostatische reactie)
 Sterkste waterstofbrug wanneer (donor--H-atoom ------- acceptor)
langs een rechte lijn liggen.
 Energie-inhoud van waterstofbruggen: -4 tot -20 kJ/mol

,Van der Waals interactie
 De van der Waals interactie is een zwakke kracht
tussen permanente en/of geïnduceerde dipolen in
elektrisch neutrale moleculen, die dicht bij elkaar
liggen.
 De energie-inhoud bedraagt: -2 tot -4 kJ/mol

De som van veel van der Waals interacties kan een
substantiële grootte hebben.
De gekko gebruikt uitsluitend van der Waals interacties om
zeer effectieve droge adhesie tussen miljoenen ‘setae’ op
zijn voeten en een oppervlak te bewerkstelligen.

De eigenschappen van water bepalen in belangrijke mate
de 3D-structuur en interacties van biomoleculen.
 Water is een polair molecuul
 De cohesie tussen watermoleculen is groot
(waterstofbruggen)
 Biomoleculen interacteren met watermoleculen door vorming van waterstofbruggen en
door elektrostatische interacties (water is een veelzijdig oplosmiddel)
 De polariteit van water en bijgevolg haar capaciteit tot waterstofbrugvorming veroorzaken
het hydrofobe effect (is een energieconcept).

Het polaire karakter van water




De cohesie tussen watermoleculen is groot door vorming van een netwerk van waterstofbruggen.
Water kan waterstofbruggen in eiwitten (of DNA) vervangen.




Hoe beïnvloeden de eigenschappen van water de interacties tussen biomoleculen?

,  Het polaire karakter van water en de mogelijkheid tot vorming van waterstofbruggen maken
dat water een goed oplosmiddel is voor polaire moleculen; interacties tussen polaire
moleculen (ionogene interacties en waterstofbruggen) worden door water verzwakt.
 Het polaire karakter van water geeft aanleiding tot een nieuwe interactie: clustering van
apolaire groepen tot een watervrije micro-omgeving; deze neiging tot associatie van niet-
polaire moleculen wordt het hydrofobe effect genoemd en is het gevolg van een toename
van de entropie van het systeem (het is een energie-effect).

Het hydrofobe effect
 Het clusteren van niet-polaire groepen in water heeft als gevolg dat watermoleculen die zich
aan een niet-polair oppervlak bevinden (en geordend zijn) vrijkomen voor interacties met
het oplosmiddel.
 Deze vrijgekomen watermoleculen hebben meer interactiemogelijkheden met andere
(water)moleculen dan water dat in contact met het oppervlak is
 Dit vrijkomen van watermoleculen geeft een sterke toename van entropie.

Wat is de bijdrage van de 4 niet-covalente interacties aan de spontane associatie van twee
complementaire DNA-strengen?
Alle vier niet-covalente interacties spelen een rol.
 Elektrostatische interactie  negatieve bijdrage
 Waterstofbruggen  nauwelijkse bijdrage
 Van der Waals interactie  grote bijdrage
 Het hydrofobe effect  grote bijdrage

College 2

De wetten van de thermodynamica bepalen het gedrag van biochemische systemen
 In de thermodynamica maakt men onderscheid tussen een systeem en zijn omgeving

Eerste hoofdwet: de totale energie van een systeem en zijn omgeving is constant.
Tweede hoofdwet: als er sprake is van een spontaan proces, dan neemt de totale entropie (de
wanorde, het aantal sub-toestanden met gelijke energie) van het systeem en zijn omgeving altijd
toe.

De totale energie van een systeem en zijn omgeving is constant.
 Kinetische energie
 Potentiële energie
 De observatie tot nu toe is: energie wordt niet gecreëerd en gaat ook niet verloren (de
energie-inhoud van het universum is constant), maar ze kan omgezet worden in andere
vormen van energie.
 Dit concept levert echter geen informatie over de richting waarin een proces verloopt.

Een spontaan proces verloopt in de richting waarbij de totale entropie toeneemt
 De entropie is een maat voor de wanorde van een systeem (een maat voor het aantal
manieren waarop een systeem is georganiseerd kan zijn in subtoestanden met dezelfde
energie).
 Experimenteel blijkt dat bij een spontaan verlopend proces, de entropie van het systeem en
zijn omgeving toeneemt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BirgitStudie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.61
  • (0)
Add to cart
Added