Samenvatting Elementaire kennis
bedrijfseconomie Hoofstuk 10
t/m 15
Hoofdstuk 10
Bedrijfsresultaat
Het bedrijfsresultaat is een plan die je van tevoren maakt om te kijken hoeveel winst je in
een komende periode kan verwachten.
Voorbeeld:
Voorcalculatie
Het vaststellen van het ‘te verwachten bedrijfsresultaat’ doe je met een voorcalculatie. Dit is
dus een begroting van de verwachte winst aan het begin van een periode.
Nacalculatie
Aan het eind van de periode kijkt je of het plan is uitgekomen. Je vergelijkt dan de werkelijke
winst met de verwachte winst.
Transactieresultaat
Het transactieresultaat is de opbrengst van de verkopen min de kostprijs van die verkopen.
Transactieresultaat vaststellen
Manier 1
afzet x verkoopprijs = opbrengst van de verkopen
afzet x commerciële kostprijs = kostprijs van de verkopen
Transactieresultaat = opbrengst van de verkopen – kostprijs van de verkopen
Manier 2
Wat is de winst van één product?
Als je dat weet, dan bereken je de het transactieresultaat als volgt:
De afzet × de winst per product = transactieresultaat
Fabricagekostprijs
De fabricagekostprijs bestaat uit de variabele en constante kosten.
De formule van de fabricage kostprijs is C/N + V/W
Commerciële kostprijs
1
,De commerciële kostprijs, is de fabricagekostprijs (variabele + constant) verhoogd met de
verkoopkosten.
Normale productie
Productie waarmee de onderneming de constante kosten wil terugverdienen.
Bezettingsresultaat
De bezettingsresultaat is een winst of verlies op de constante kosten doordat de werkelijke
productie of afzet afwijkt van de normale productie of afzet.
Bij het berekenen van het bezettingsresultaat vraag je je eigenlijk af:
‘Heb ik alle constante kosten wel terugverdiend?’
Voor het bezettingsresultaat van de fabricageafdeling moet je het volgende weten:
- normale productie -> N
- constante fabricagekosten -> C
- verwachte productie -> W
Let op! Variabele kosten doen hier niet mee
Bezettingsresultaat positief of negatief
Als W > N, is het bezettingsresultaat positief overbezettingswinst
Als W < N, is het bezettingsresultaat negatief onderbezettingsverlies
Bedrijfsresultaat van fabricage en verkoop
Als de productie en afzet niet gelijk zijn aan elkaar, ontstaan er verschillende
bezettingsresultaten. Je moet dan de constante kosten splitsen in constante kosten van de
fabricageafdeling en de constante kosten van de verkoopafdeling.
Incidentele order
Soms krijgt een onderneming de kans om producten te verkopen op een markt waar ze
eigenlijk nooit zaken doet. Je spreekt dan van een incidentele order.
De minimale prijs voor een incidentele order is de som van de variabele kosten plus de extra
kosten die je moet maken voor deze eenmalige order.
2
, Hoofdstuk 11
Opbrengsten en kostenkant
Aan de opbrengstenkant heb je te maken met de afzet en de verkoopprijs en aan de
kostenkant met de variabele en de constante kosten.
Standaardkostprijs
De verwachte winst bereken je op basis van een standaardkostprijs. Deze standaardkostprijs,
de toegestane kosten van een product of dienst, kan op veel manieren afwijken van de
werkelijkheid.
In de standaardkostprijs zijn de grondstoffen, hulpstoffen en arbeid opgenomen op basis van:
- standaardhoeveelheden
- standaardprijzen
Standaardhoeveelheid
Toegestane hoeveelheid die je gebruikt om de standaardkosten vast te stellen.
Standaardprijs
Prijs die je gebruikt om de standaardkosten vast te stellen.
Calculatieverschil
Het calculatieverschil is een verschil tussen de werkelijke kosten en de standaardkosten.
Dit calculatieverschil kan zijn ontstaan door twee factoren:
- verschillen in hoeveelheden;
- verschillen in prijzen.
Werkelijke productie × standaardhoeveelheid × standaardprijs
Hoeveelheidsverschil
Het hoeveelheidsverschil is het verschil tussen de standaardhoeveelheid en de werkelijke
hoeveelheid. Wij noemen dit het efficiencyverschil.
Prijsverschil
Het prijsverschil is het verschil tussen de standaardprijs en de werkelijke prijs, dit heet het
prijsverschil. Het kan gaan om grondstoffen, arbeid, machine-uren en energieverbruik.
Calculatieverschil -> SH × SP – WH × WP
Efficiencyverschil -> SH × SP – WH × SP of (SH – WH) × SP
Prijsverschil -> WH × SP – WH × WP of (SP – WP) × WH
Standaardkosten -> SH × SP
Werkelijke kosten -> WH × WP
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TokeTonnaer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.