100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Pathologie 1 $6.76
Add to cart

Summary

Samenvatting Pathologie 1

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document is een samenvatting van het vak Pathologie 1 gegeven door mevrouw Danneels. Het document is opgebouwd via de structuur van de handboeken die worden gebruikt tijdens de lessen.

Preview 4 out of 103  pages

  • November 14, 2022
  • 103
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Pathologie I
1. Inleiding
 HOMEOSTASE = het evenwicht/ constant houden van het intern milieu

Wanneer de homeostatistische regeling tekortschiet functioneren orgaanstelsels niet langer
goed en veroorzaken ze een toestand die ziekte wordt genoemd.

 PATHOLOGIE = is de leer van ziekten in het algemeen; het is de wetenschap die
zich bezighoudt met de studie van de oorzaak van de ziekte; hoe een ziekte ontstaat,
wat de gevolgen zijn en het beloop van de ziekte.
 SOMATISCHE PATHOLOGIE = ziekteleer van het lichaam (behandeld door een
huisarts en/of andere artsen)
 INTERNE PATHOLOGIE
 HEELKUNDIGE PATHOLOGIE
 PSYCHIATRISCHE PATHOLOGIE = ziekten van de geest (behandeld door een
psychiater en/of de huisarts)

1.1. Manifestatie van een ziekte
 SYMPTOMEN = klachten, tekenen voor een ziekte
 OBJECTIEVE = bv. tachycardie, koorts  meetbaar
 SUBJECTIEVE = bv. pijn, jeuk  persoonlijke ervaring
 SYNDROMEN = symptomen komen voor in combinatie
 AIDS
 Syndroom van Down
 IBS

1.2. Diagnostiek
Diagnostiek is de toepassing van wetenschappelijke en klinische methoden om de diagnose
(de aard van een ziekte) te bepalen.

 DIFFERENTIËLE DIAGNOSE = het stellen van meerdere, eveneens mogelijke,
diagnoses bij een patiënt, omdat de symptomen kenmerkend zijn voor verschillende
ziekten

1.3. Beschrijving van een ziekte
 PROGNOSE = een arts doet dan een uitspraak over het verwachte verloop en de
uitkomst van de ziekte. De prognose kan volledig herstel inhouden, maar soms ook
blijvend functieverlies of een beperkte overleving.
 ACUTE ZIEKTE = een ziekte die plots ontstaat en kort duurt wordt een acute ziekte
genoemd
 CHRONISCHE ZIEKTE = een ziekte die langzaam en minder heftig begint, en
maanden of jaren duurt wordt chronisch genoemd.
 TERMINALE ZIEKTE = een ongeneeslijke ziekte waaraan de patiënt binnen enkele
maanden zal overlijden wordt terminaal genoemd.
 REMISSIE = een periode waarin de symptomen van een ziekte (tijdelijk) verminderen
 EXACERBATIE OF RELAPSE = als de symptomen in alle hevigheid terugkeren
 RECIDIEF = wanneer een ziekte weken of maanden na herstel weer de kop opsteekt
en ziekteverschijnselen geeft.

1

,COMPLICATIES kunnen ervoor zorgen dat bepaalde behandelingen niet het gewenste effect
heeft en kan voor een slechte prognose zorgen.

 SEQUELLEN = bij sommige ziekten is er geen compleet herstel en blijft de patiënt
last hebben van restverschijnselen.

1.3.1. MS
 In de eerste fase is het de fijne motoriek die beschadigd is.
 In de tweede fase is het de grove motoriek die beschadigd is.
 De derde fase is volledig bedlegerig worden.

1.3.2. CVA
= cerebrovasculair accident
 Hemorragische CVA : hersenbloeding
 Niet-hemorragische CVA : hersentumor, hersentrombose

1.4. Oorzaken van ziekte
 ETHIOLOGIE = de leer van de ziekteoorzaken
 PATHOGENESE = de mechanisme van het ontstaan van een ziekte

1.5. Risicofactoren
RISICOFACTOREN maken een individu ontvankelijk voor de ontwikkeling van een bepaalde
ziekte. Risicofactoren en oorzaken van een ziekte zijn 2 verschillende begrippen.
 Roken is een bekende risicofactor van longkanker
 ENDOGENE RISICOFACTOREN = o.a. leeftijd, geslacht, aanleg en hormonale
factoren
 OMGEVINGSGEBONDEN OF EXOGENE RISICOFACTOREN
 Chemische factoren
 Fysische factoren
 Biologische factoren
 Voeding
 Stress

1.6. Behandeling
Behandeling omvat het geheel aan maatregelen dat gericht is op herstel van de ziekte if op
verlichting van de symptomen.
De behandeling kan:
 CURATIEF = dat wil zeggen gericht op genezing
 PALLIATIEF = alle zorg die erop gericht is iemand met een levensbedreigende ziekte
(en zijn naasten) een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te geven
 CAUSALE BEHANDELING = de oorzaak van de ziekte wordt aangepakt
 SYMPTOMATISCHE BEHANDELING = het gaat om de bestrijding van de
symptomen
 MEDICAMENTEUZE BEHANDELING = er worden geneesmiddelen gebruikt
 NIET-MEDICAMENTEUZE BEHANDELING = chirurgische ingrepen, psychotherapie,
fysiotherapie, dieetadviezen, …

2. Kanker
2.1. Definitie en pathogenese
Tumor = zwelling, gezwel

2

,Soorten tumoren (in de brede zin van het woord):
 EXTRAVASATIETUMOREN
 Hierbij gaat lichaamsvloeistof buiten de ruimten waar het vocht zich normaal
bevindt
 De extravasatie van vocht bij een abces of een pseudocyste veroorzaakt
zwelling
 ABCES = zwelling met etter
 FLEGMOON = een ontsteking van de diepere huidlagen, die vooral het
bindweefsel van de onderhuid aantast.
 PSEUDOCYSTE = een onnatuurlijke holte in een biologisch lichaam die
ontstaat door verwerking van weefsel, er is geen epitheliale inkapseling. Komt
vooral voor in de pancreas.
 DILATATIETUMOREN
 Bij deze tumoren wordt vocht of secretie opgestapeld in vooraf bestaand
weefsel
 Een cyste is een met vocht gevuld abnormale holte, en heeft een epitheliale
inkapseling
 SEBUMCYSTE
 OVARIUMCYSTE
 BORSTCYSTE
 PROLIFERATIETUMOREN
 Bij deze tumoren is er een vermenigvuldiging van cellen.
 BENIGNE TUMOREN = goedaardige tumoren
 MALIGNE TUMOREN = kwaadaardige tumoren = kanker
Definitie kanker
= ongecontroleerde proliferatie van atypische cellen
 Gebrek aan controle
 Celdeling (= mitose)
 Geen typische kenmerken die de cellen in dat weefsel normaal hebben
Bij het regulatieproces van de celdeling zijn 3 soorten genen betrokken:
 PROTO-ONCOGENEN = normale genen die aanwezig zijn in de cellen
 (TUMOR)SUPPRESSORORGENEN of ANTI-ONCOGENEN = ze gaan de vorming
van kanker gaan onderdrukken maar als ze gewijzigd zijn door een mutatie gaat die
suppressie teniet gedaan worden. Als de afwijking van het DNA te groot is gaat de
cel automatisch dood = APOPTOSE. Is er een mutatie in de suppressorgen zelf dan
is er geen rem meer.
 DNA-REPARATIEGENEN = die zorgen ervoor dat wanneer er een beschadiging is
geweest dat die schade wordt hersteld. Kan het niet meer gerepareerd worden gaat
de cel ontregeld geraken.
MUTATIE = een chemische verandering in de genstructuur


Hoe ontstaat kanker?
de mechanismen die zorgen voor de transformatie van een normale cel tot een kankercel,
vormen samen de zogenaamde CARCINOGENESE (blootstelling aan kankerverwekkende
stoffen).

3

,  Fase 1: de blootstelling aan carcinogeen
 Contact met een exogene (van buiten het lichaam) of endogene
(voortvloeiend uit de transformatie van een lichaamseigen stof)
kankerverwekkende stof.
 Talloze stoffen zijn kankerverwekkend en vormen factoren die het
kankerproces in gang kunnen zetten:
 Chemische stoffen: tabak, alcohol, chemische stoffen thuis of in de
werkomgeving, stoffen aanwezig in voeding zoals dierlijke vetten of
verbrandingsproducenten
 Stralingen: intensieve en herhaalde blootstelling aan Uv-stralen maar
ook ioniserende stralen (radioactiviteit)
 Virussen: Epstein-Barr virus kan verantwoordelijk zijn voor lymfomen,
hepatitis B en C kunnen het ontstaan van leverkanker bevorderen en
de familie van de papillomavirussen zijn gelinkt aan
baarmoederhalskanker.
 Fase 2: de initiatie
 Kanker ontstaat doordat er mutaties optreden in het DNA die doorgegeven
worden aan de dochtercellen.
 PROTO-ONCOGENEN: ondergaan zij een verandering, dan worden ze
ONCOGENEN: het lichaam produceert dan excessieve hoeveelheden van het
normale genproteïne of een afwijkend genproduct.
 SUPPRESSORORGENEN (ANTI-ONCOGENEN): schade aan het DNA kan
dan niet meer worden hersteld voor de cel zich deelt, en de dochtercellen
zullen dezelfde DNA-schade hebben.
 REPARATIEGENEN: de celdeling raakt ontregeld.
 Fase 3: de promotiefase: het bevorderen van nieuwe mutaties in het DNA
 Om van de geïnitieerde cel een kankercel te maken, moeten verschillende
genen tegelijk en definitief muteren. Die nieuwe mutaties gebeuren met
behulp van stoffen, ‘PROMOTORS’ genoemd; het kunnen stoffen uit de
omgeving zijn maar ook bepaalde geneesmiddelen.
 Promotors zelf veroorzaken geen kanker, ze hebben geen invloed op niet-
geïnitieerde cellen.
 Onder invloed van de mutatie en de bevorderende stoffen, begint de
geïnitieerde cel zich te vermenigvuldigen om uiteindelijk een letsel ‘IN SITU’ te
worden, met andere woorden gelokaliseerd.
 Fase 4: de progressie: vorming van een gezwel en uitzaaiingen
 De schade neemt toe en de kankercellen evolueren tot een kwaadaardig
gezwel.
 Zolang kankercellen nog binnen het weefsel liggen waarin hun groei
begonnen is spreekt men van een CARCINOMA IN SITU.
 Vroeg of laat kunnen de cellen toch migreren (via het bloed of de lymfe) om er
nieuwe gezwellen te vormen = UITZAAIINGEN OF METASTASEN.
 ANGIOGENESE = de kankercellen zijn ook in staat om de aanmaak van
nieuwe bloedvaten te veroorzaken die het gezwel gaan irrigeren en het
gezwel voeden met zuurstof en andere noodzakelijke stoffen.

2.2. Benigne en maligne tumoren
2.2.1. Onderscheid tussen benigne en maligne tumoren
De meeste benigne tumoren kunnen ongemoeid gelaten worden, zonder kwalijke gevolgen.
Een benigne tumor zal zelden een bedreiging zijn voor de gezondheid.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurdemeester. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49160 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.76
  • (0)
Add to cart
Added