Alle hoofdstukken buiten leerstoornissen en hoogbegaafdheid.
November 14, 2022
36
2020/2021
Summary
Subjects
diagnostiek
begeleiding
ontwikkelingsstoornissen
communicatiestoornis
autismespectrumstoornis
adhdh
coördinatiestoornis
ticstoornis
verstandelijke ontwikkelingsstoornis
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Karel de Grote-Hogeschool (KdG)
Pedagogiek
Inclusie
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
sienproosten
Reviews received
Content preview
Handboek
Wat zijn ontwikkelingsstoornissen?
Terminologie en afbakening
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders = meest gebruikte psychiatrische
classificatiesysteem DSM-5 (5e editie)
DEF. Ontwikkelingsstoornis = neurobiologische stoornis die in de (vroege) ontwikkelingsperiode tot
uiting komt, die gekenmerkt wordt door ontwikkelingsachterstanden op één of meerdere
functiedomeinen en die levenslang beperkingen veroorzaakt in het persoonlijke, sociale, schoolse of
beroepsmatige functioneren.
Neurobiologisch
= aangeboren stoornis met oorsprong in hersenontwikkeling
Komt in de vroege ontwikkelingsperiode tot uiting
= al op kinderleeftijd zichtbaar, symptomen beïnvloed door omgevings- en kind actoren
Ontwikkelingsachterstanden
= op 1 of meerdere functiedomeinen (cognitie, senso-motoriek, taal- en communicatie en/of
sociaal- emotioneel functioneren)
Levenslang/significante beperkingen
= belemmeringen in participatie aan het dagelijks leven
Soorten
1. Verstandelijke beperkingen
= tekorten in algemene cognitieve functies
o onderscheid tussen verstandelijke ontwikkelingsstoornis en globale
ontwikkelingsachterstand
2. Communicatiestoornissen
= taal, spraak en/of sociale ontwikkeling is verstoord
o onderscheid tussen taalstoornis, spraakklankstoornis, stotteren, sociale
communicatiestoornis
3. Autismespectrumstoornis (ASS)
= tekorten in sociale omgang (interactie en communicatie) en beperkte repetitieve interesses
en gedragingen
4. Aandacht deficiëntie-/hyperactiviteit stoornis (ADHD)
= stoornis waarbij aandacht, hyperactiviteit, impulsiviteit centraal staan
o komt vaak samen voor met CD & ODD
5. Specifieke leerstoornissen
= tekorten in het leren van schoolse vaardigheden (lezen, spellen, rekenen)
6. Motorische ontwikkelingsstoornissen
= coördinatie ontwikkelingsstoornis (DCD), stereotype-bewegingsstoornis, tic stoornissen
Binnen sommige ontwikkelingsstoornissen wordt er nog een opdeling gemaakt in een aantal
subgroepen o.b.v. verschillen in de verschijningsvorm = FENOTYPES
Criteria
Zie HC&WS.
1
, Handboek
Kenmerken
Primaire kenmerken = kernsymptomen van de stoornis, diagnostische kenmerken (moeten aanwezig
zijn voor diagnose).
Secundaire kenmerken = niet specifiek voor de stoornis het gevolg zijn van de primaire.
Ontstaan door niet tijdig herkennen van ontwikkelingsstoornis of niet adequaat mee om
gaan.
Gemeenschappelijk gevolgen op psychosociaal vlak:
Faalervaringen: leidt tot frustratie, schaamte en demotivatie + laag zelfbeeld
Inadequate attributie stijl
Faalangst
Internaliserende gevoelens: problemen die naar binnen gericht zijn angst, depressie
Externaliserende problemen: op omgeving gericht
Leerproblemen
Risico op afwijzing door leeftijdsgenoten
Negatieve interacties
Participatieproblemen
Risico- en beschermde factoren
Risicofactoren = negatieve invloed op de ontwikkeling
1. Factoren die de kans op het ontstaan van ontwikkelingsstoornis vergroten
Prenataal (tijdens de zwangerschap): biologisch (DNA) of omgeving (roken)
Perinataal (tijdens geboorte): bv. complicaties
2. Factoren die een rol spelen in het functioneren met een ontwikkelingsstoornis
= postnataal: kind factoren (temperament) of omgevingsfactoren (opvoedingsstijl)
Beschermende factoren = doen de invloed van risicofactoren deels/volledig teniet
2. Rol bij functioneren met een stoornis die aanwezige aanleg verzwakken of prognose gunstig
beïnvloeden
= postnataal: kind en omgevingsfactoren
Diagnostiek en begeleiding bij ontwikkelingsstoornissen
2
, Handboek
Diagnostiek = hele proces van aanmelding tot conclusie
Begeleiding = alle methodieken doe kunnen worden ingezet ter ondersteuning
+++ ---
Opluchting Hokje worden gestopt
Begrip en erkenning Gereduceerd tot hun stoornis
Schuldgevoelens weg bij ouders Enkel aandacht voor de beperkingen
Vergemakkelijkt communicatie tussen Stigmatisering
hulpverleners Naar hun label gedragen
Essentieel voor juiste aanpak Het label als excuus gebruiken
Enige toegangspoort tot bepaalde
MAAR labelen is niet slecht zolang focus op
begeleiding instanties
Financiële tegemoetkomingen het kind in al zijn facetten blijft
!!! LETOP: stellen van een diagnose mag geen doel op zich zijn MAAR aanknopingspunt voor
begeleiding, behandeling en aanpak. + ook aandacht geven aan wat goed gaat
Soorten diagnostiek
Vaak gebruikte indelingen: oorzaak op cognitief vlak
verklarende giagnose assessment
1. Onderscheid tussen
onderkennende, verklarende en
handelsgerichte diagnostiek ontwikkelingsstoornis
onderkennende( beschrijvende) diagnose screening & diagnostisch onderzoek
2. screening, diagnostisch onderzoek
en assessment
in de praktijk worden ze vaak door elkaar begeleding
handelinggerichte diagnose assessment
gebruikt.
Onderkennende diagnostiek
= wat is er met dit kind aan de hand?
Door screening en diagnostisch onderzoek
Beschrijvend: betrekking op observeer baar gedrag
Verklarende diagnostiek
= wat is de oorzaak van dit probleem? Wat zijn beïnvloedende factoren?
Door assessment
Verklarend: verschillende analyseniveaus
Genetisch = genotype bv. syndroom van Down
Neurobiologisch = “ endofenotype bv. EEG-afwijkingen
Neuropsychologisch /cognitief = “ endofenotype bv. problemen met ToM
Gedragsniveau = fenotype bv. ASS ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN
Handelingsgerichte diagnostiek
= hoe kunnen we dit kind het best begeleiden?
3
, Handboek
Door assessment
Resultaat: lijst met aanbevelingen voor interventies
Doel: in kaart brengen van ondersteuningsnoden en aanpak op maat
Screening
= 1e stap bij onderkennende diagnostiek. Kan worden nagegaan of er een laag/hoog risico is voor
bepaalde stoornissen.
Vroegdiagnostiek!!!
Instrument: vragenlijsten (breed of specifiek) ≠ DIAGNOSE
Diagnostisch onderzoek
= hypothese toetsen door verder onderzoek. Leidt tot diagnose.
M.b.v. classificatiesystemen = hulpmiddelen om gedragingen te beschreven, van elkaar te
onderscheiden en in te delen in verschillende categorieën.
o DSM: overzicht van de psychiatrische aandoeningen
o ICD: overzicht van alle aandoeningen en ziekten (psychiatrisch en medisch)
o ICF: functioneren van een persoon en zijn omgeving
Instrument: specifiek ontwikkeld voor onderzoeken van bepaalde stoornis, slechts ingezet bij
ernstig vermoeden
o klinisch interview = uitgebreid symptomen van een bepaalde ontwikkelingsstoornis
bevragen
o observaties = zelf functioneren kind in kaart brengen
o tests = bepaald functioneringsdomein van een kind onder de loep nemen
Assessment
= zicht op wat sterktes/zwaktes zijn relevant voor opstellen van plan: waaraan moet worden
gewerkt en waarop kan men steunen.
Kind en omgeving!
Instrument: kan alle vorige zijn. VERSCHIL aanvullende info voor opstellen van
behandelingsplan. Bv. intelligentie- of ontwikkelingsonderzoek, neuropsychologische test
(enkel als assessment, niet specifiek/sensitief genoeg voor diagnose)
Aandachtspunten bij diagnostiek
Comorbiditeiten en dubbeldiagnose
Comorbiditeiten = het samen voorkomen van minstens 2 onafhankelijke ziekten/stoornissen bij
dezelfde persoon (wellicht niet toevallig)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sienproosten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.