1. Een stelsel van regels.
2. Die zijn uitgevaardigd door de wetgever.
3. Die onpartijdig worden toegepast door de rechter.
4. Die door de burgers worden gehoorzaamd.
5. Zodat het in de samenleving ordelijk toegaat.
Functies van recht?
- Waarom hebben we recht nodig?
- Wat doen we zonder recht of regels
- Wat zou er gebeuren zonder regels?
Doel regels en regels:
- Normatieve functie, normen stellen. Wat de Staat wil dat er gebeurd en niet
gebeurd in de samenleving. Gedragingen zijn in de wet opgenomen, zodat er het in
de samenleving ordelijk aan toegaat.
- Geschil oplossende functie, een systeem om een geschil op te lossen. Om het op een
beschaafde manier op te lossen.
- Additionele functie, het recht voegt iets toe in bepaalde situaties .
- Instrumentele functie, het recht regelt praktische zaken.
Algemene inleiding Recht (privaatrecht)
Eigenrichting: in een geschil je gelijk halen door zelf geweld te gebruiken. Het recht van de sterkste
geldt dan.
Eigenrichting, door eigenrichting gaat het er niet ordelijk toe in de samenleving. Een verbod op
eigenrichting is een belangrijke wet in de Nederlandse samenleving.
1. Zelf het geschil op oplossen
2. Met gebruik van geweld.
3. Recht van de sterkste
Monopolie rechtshandhaving ligt bij de overheid. Met behulp van dwangmiddelen zoals het opleggen
van geldboetes of gevangenisstraffen. Om onrechtmatige eigenrichting te voorkomen kunnen
partijen die een probleem hebben waar zij niet (meer) uit komen, dit veelal voorleggen aan de
rechter.
1.2 Organisatie rechterlijke macht
,In Nederland zijn er lagere rechters en hogere rechters. Deze rechters hebben een eigen terrein
waarop zij rechtspreken. De rechters zijn lid van zittende magistratuur. We spreken van zittende
magistratuur, omdat de rechters in de rechtszaal blijven zitten als zij aan het woord zijn.
- Hoe de rechterlijke macht is georganiseerd is te lezen in de Grondwet en de Wet op
de rechterlijke organisatie.
Rechterlijke macht
Hoge raad Gerechtshoven Rechtbanken
Rechtbank: de rechtbank is het eerste gerecht. Als een van de partijen het niet eens is met de
uitspraak (vonnis) van de rechter in een rechtbank, kan hij de zaak aan een hogere rechter
voorleggen. Hij gaat dan in hoger beroep.
Gerechtshof: De rechters bij een gerechtshof noemen we raadsheren. In de regel spreekt het
gerechtshof recht in een meervoudige kamer, dus door 3 raadsheren. Eenvoudige zaken worden
door 1 raadsheer behandeld.
Hoge Raad: (hoogste rechtscollege) dit heet in cassatie gaan. De hoge Raad spreekt recht met 5
raadsheren.
In hoger beroep gaan bekijkt de rechter nog een keer of alle feiten in de rechtbank goed heeft
beoordeeld. De uitspraak van het gerechtshof komt in plaats van het vonnis van de rechtbank. In
cassatie gaan wordt alleen gekeken of de lagere rechter het recht juist heeft toegepast.
1.3 sancties op het niet naleven van rechtsregels
Sanctie: het recht stelt sancties op het niet naleven van een rechtsregel. Een sanctie is een middel
om naleving van een voorschrift af te dwingen. Het college van burgemeesters en wethouders kan
een last onder dwangsom opleggen. Dat wil zeggen dat de overtreder elke dag dat hij de overtreding
niet ongedaan maakt, bijvoorbeeld een geldbedrag moet betalen. Art 5:31d e.v. Awb
Een partij kan zijn grieven uiteindelijk voorleggen bij een rechter, als hij niet eens is met het besluit
van het college van burgemeesters en wethouders.
1.2 Indeling van het objectieve recht
Objectieve recht: als hulpmiddel om inzicht te krijgen in de rechtsregels die op dit moment in
Nederland gelden. Het objectieve recht omvat de rechtsregels die door de overheid zijn vastgesteld
of erkend met het doel de samenleving te ordenen. En door middel van sancties gehandhaafd
kunnen worden. (positief of geldend recht)
1.2.1
Publiekrecht: het publiekrecht regelt de verhouding tussen de overheid en de burgers. In dit deel van
het recht staat het algemeen belang centraal.
Privaatrecht: het privaatrecht regelt de verhouding tussen burgers onderling. Onder een persoon
moet niet alleen de natuurlijke persoon worden verstaan, maar ook de rechtspersoon.
, - Natuurlijk persoon, de mens
- Rechtspersoon, een rechtspersoon is een organisatievorm die voor veel van de
handelingen net als natuurlijke personen aan het rechtsverkeer mag deelnemen.
Voorbeeld: het verkopen van grondstoffen. Een rechtspersoon kan ook veroordeeld
worden.
Als mensen of rechtspersonen onderling juridische problemen hebben, gelden de regels van het
privaatrecht.
Publiekrecht: het publiekrecht heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen overheid en burgers.
Bij het nemen van bestuursrechtelijke besluiten moeten bepaalde regels in acht worden genomen.
Neemt het bestuursorgaan deze regels niet in acht, dan kan een belanghebbende een juridische
procedure aanspannen tegen dit bestuursorgaan.
In het strafrecht is het een zaak tussen de verdachte en de samenleving. Namens de samenleving
treedt het openbaar ministerie op. Die wordt vertegenwoordigd door een officier van justitie.
Nuancering publiek/privaatrecht
Het publiekrecht is van toepassing als de overheid een specifieke overheidshandeling verricht.
(uitsluitend door de overheid)
Voor het onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht is de wijze van rechtshandhaving
belangrijk. De handhaving van regels die tot het privaatrecht behoren wordt aan de partijen zelf
overgelaten. De handhaving van regels die tot het publiekrecht behoren, is aan de overheid.
1.2.2
Materieel recht: het materiele recht bevat de regels die rechten verlenen en verplichtingen opleggen
tussen burgers onderling en tussen burger en overheid, maar ook tussen overheden onderling.
Als er conflicten ontstaan, dan zal een beroep moeten worden gedaan op het formele recht
(procesrecht). Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geeft regels voor de manier waarop de
regels voor de manier waarop de regels van het materiële privaatrecht gehandhaafd kan worden.
Het Wetboek van Strafvordering geeft regels voor de wijze waarop de regels van het materiele recht
gehandhaafd kunnen worden. Het betreft regels hoe de overheid de verplichtingen uit het Wetboek
van Strafrecht kan afdwingen.
1.3.1 Objectief en subjectief recht
Objectief recht: bestaat uit geschreven en ongeschreven regels. Wat er mag, en wat moet, en wat
verboden is. Het geheel van rechtsregels dat in Nederland op dit moment van kracht is.
Het recht kan ook gekoppeld zijn aan een persoon, een subject. Het recht slaat dan op een
bevoegdheid die een persoon heeft tegenover een persoon of meerdere personen. Deze
bevoegdheid is subjectief recht.
- Het objectieve recht verleent subjectieve rechten.
- Tussen objectieve en subjectieve recht bestaat een duidelijk verband.
In Nederlands recht komen subjectieve rechten toe aan personen. Deze personen zijn
rechtssubjecten.
, Rechtssubjecten zijn onderverdeeld 2 groepen:
1. Natuurlijk persoon, dit zijn mensen.
2. Rechtspersoon, is een organisatievorm die voor veel handelingen net als natuurlijke
personen aan het rechtsverkeer mag deelnemen.
Rechtssubjecten kunnen dus rechten uitoefenen. Deze betreffen meestal: stoffelijke voorwerpen die
voor menselijke beheersing vatbaar zijn. (art. 3:2 BW)
- Dieren zijn ook rechtsobjecten, Een dier is juridisch gezien geen drager van
subjectieve rechten.
1.3.2 (semi) Dwingend en aanvullend recht
Dwingend recht: De wetgever legt de burgers soms voorschriften op waarvan ze niet mogen
afwijken. Dwingend recht dwingt onvoorwaardelijk, ook als betrokkenen dit niet willen.
- Nietigheid: bij nietigheid heeft een rechtshandeling het beoogde rechtsgevolg niet:
dit rechtsgevolg wordt geacht nooit te hebben ontstaan. Een nakoming kan juridisch
niet afgedwongen worden, omdat het nooit had mogen ontstaan.
Aanvullend: De wetgever heeft regels gemaakt voor het geval partijen niet zelf een regeling treffen,
maar laat de burgers vrij om naar goeddunken in afwijking daarvan een regeling overeen te komen.
Treffen de burgers geen regeling, geldt de wet.
Semidwingend: In een beperkt aantal bepalingen geldt het semidwingend recht. Daarin is het
partijen toegestaan om van wettelijke regel af te wijken, binnen bepaalde grenzen. Grenzen die door
de wet gesteld zijn.
1.4 Rechtsbronnen
1.4.1 Wet
Wet heeft 2 betekenissen:
1. Wet in formele zin
2. Wet in materiele zin
Wet in formele zin: Hieronder verstaan we een gezamenlijk besluit van de regering en Staten-
Generaal. Als bij de benaming van een wet wordt gesproken van ‘wet’ of ‘wetboek’ weten we dat er
wordt gesproken over een wet in formele zin. Het zegt allen iets over de vraag wie de wet heeft
vastgesteld, maar niet de inhoud van de wet. Ook andere overheidsorganen hebben de bevoegdheid
om rechtsregels vast te stellen.
- De regering maakt algemene maatregelen van bestuur
- Provinciale staten maken provinciale verordeningen.
- De gemeenteraad maakt gemeentelijke verordeningen.
Wet in materiele zin: een wet in materiele zin bevat de algemene regels van een tot regelgeving
bevoegd overheidsorgaan, die de burgers binden. Een wet in materiele zin is algemeen verbindend.
Dit betekent dat de regels van toepassing zijn in een onbepaald aantal gevallen en voor een
onbepaald aantal personen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliabloem1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.11. You're not tied to anything after your purchase.