Een overzichtelijke samenvatting van de colleges van persoonlijkheidspsychologie. Alle aspecten die van belang zijn in de colleges komen aan bod. Met deze samenvatting heb ik zelf een 8.7 gehaald.
Persoonlijkheidsontwikkeling
Sommige kernaspecten blijven hetzelfde over jaren, andere aspecten kunnen sterk veranderen.
Stabiliteit, verandering
Persoonlijkheidsverandering:
- intern
- blijvend: blijvend over tijd
Twee soorten verandering:
- Absolute verandering/verandering op gemiddeld niveau. Verandering in het gemiddelde van
de populatie
- differentiële/rangorde verandering. Rangorde van positie van individuen in een groep
Hoe verandert persoonlijkheid?
- Plaster(gips) hypothese: veranderen niet meer na jeugd. eerst gips zacht dan hard. In jeugd
nog wel verandering, in volwassenheid niet meer.
- Plasticiteit hypothese: blijft kneedbaar
Gips Hypothese: Five-factor theorie. Costa en Mccrae. Biologie drijvende factor. Weinig
omgevingsfactoren.
Plasticiteit: Sociale investering. Robert, Bleidorn. Verandering in omgeving, sociale rollen,
levensgebeurtenissen.
Bevindingen: Five factor theory: je ziet wel maturatie, agreeableness neemt bijv. toe. Maar er
verandert ook nog iets als je volwassen bent. Wel meeste verandering in jeugd.
McCrea, Costa: evolutie. Karaktertrekken zo vanwege functie. Om rollen te vervullen.
Roberts: andersom. Als je rollen krijgt veranderen je trekken daardoor.
Cross culturele studies: cultuur speelt ook een rol in pers. verandering. Waar mensen eerder
volwassen rollen hebben, veranderen trekken eerder. Ondersteunt Roberts theorie.
Rangorde/differentiële
16 en 66. Hoeveel correlatie.
Naarmate tijdsinterval toeneemt: neemt stabiliteit rangorde af(meer verandering).
Nooit helemaal verandering vanwege genetische basis.
Zelfde tijdsinterval: Stabiliteit rangorde neemt toe over leeftijd. Je persoonlijkheid en omgeving wordt
meer consistent.
Persoonlijkheid in vroege kindertijd: temperament.
individuele verschillen die zeer vroeg in leven ontstaan, grotendeels erfelijk zijn en te maken hebben
met emotionaliteit of prikkelbaarheid.
Activiteitsniveau, lachen, angst, stress bij beperkingen, troostbaarheid, duur van oriënteren.
- Stabiele individuele verschillen ontstaan vroeg in leven.
, - tijdens 1e levensjaar is er matige rangorde stabiliteit in de tijd.
- Stabiliteit van temperament neemt toe naarmate kinderen ouder worden
Van temperament naar persoonlijkheid
Temperament moet waarneembaar zijn. Geen consensus omtrent gemeenschappelijke temperament
taxonomie. Onduidelijk wat verband is tussen temperament(kind) en persoonlijkheid(volwassen).
Oorzaken verandering
Genetische studies, levensgebeurtenissen, zelfregulatie
Biologische factoren: genen, maturatie, set-points(komt altijd terug van schommelingen naar
set-point)
-> omgevingsfactoren
-> persoonlijke factoren
Nature vs nurture. Tweeling en adoptiestudies.
Erfelijkheid: mate waarin genetische verschillen tussen individuen(genotypische variantie) verschillen
veroorzaken in een waargenomen eigenschap(fenotypische variantie).
monozygote, dizygote tweelingen vergelijken. Hoeveel lijken dizygote tweelingen op elkaar en
hoeveel lijken monozygote tweelingen op elkaar?
Hogere correlatie monozygote tweelingen door erfelijkheid. Maar niet correlatie is 1, dat komt door
effect van omgeving.
Nature: gescheiden MZ tweelingen, hoge correlatie persoonlijkheid dus erfelijke component in
persoonlijkheid. Adoptie: zussen en broers heel lage correlatie.
Additieve genen: genen tellen op. Effecten van genen op fenotype.
Niet additieve genen: interacties genen
Gedeelde vs niet gedeelde omgeving
fenotype(persoonlijkheidstrekken)
Big five trekken ongeveer 50% erfelijk.
Als mensen ouder worden speelt omgeving grotere rol in persoonlijkheid. Vooral de niet-gedeelde
omgeving
Gedeelde omgeving heeft weinig invloed.
Problemen: alleen meten waarin we verschillen, terwijl mensen veel op elkaar lijken. Broers en
zussen maken contrast groter, lijken eigenlijk meer op elkaar. MZ tweelingen misschien meer gelijke
omgeving dan DZ. Adoptie ouders en kinderen niet representatief voor populatie.
Levensgebeurtenissen(niet gedeelde omgeving). Sociale investering.
Jackson studie soldaten en vrijwilligers.
Selectie: mensen met bep. persoonlijkheid kiezen bep. iets
Volwassen worden: conscientiousness en agreeableness nemen toe
College 4
Subjectief welzijn(levenstevredenheid)
Persoonlijkheid en sociale interacties.
Kwaliteit van leven:
Subjectief welzijn: weerspiegelt mate waarin mensen denken en voelen dat hun leven goed verloopt.
Objectief welzijn: gezondheid, inkomen
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabijncleophas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.