Hoofdstuk 1 Vermogensrechten
Eigendom en vorderingsrecht zijn grondvormen van het vermogensrecht. Een vorderingsrecht is
relatief, alleen tussen twee bepaalde personen. Eigendom is een absoluut recht en kan worden
gehandhaafd tegen iedereen exclusiviteit en gevolg.
Eigendom is een exclusief recht, niet dulden dat een ander iets van jou gebruikt. Het heeft ook
gevolg, blijft van een bepaald persoon.
Zakelijk recht (eigendom) is recht op een zaak. Persoonlijk recht (vorderingsrecht) is een aanspraak
tegen een bepaald persoon.
Zakelijke rechten hebben twee beginselen: individualisering (voor jezelf krijgen) en eenheidsbeginsel.
Beperkte rechten kan je opdelen in gebruiksrechten, die toestaat tot gebruik (erfdienstbaarheid,
erfpacht, opstal en vruchtgebruik), en zekerheidsrechten, die meer zekerheid verlenen (pandrecht en
recht van hypotheek). Een beperkt recht is altijd een absoluut recht en meestal een zakelijk recht,
behalve als het een vermogensrecht is. Bij beperkte rechten blijven de oudste in stand.
Vorderingsrechten zijn gelijkwaardig ongeacht ontstane volgorde.
Schenking is niet een eenzijdige rechtshandeling, maar wel een eenzijdige overeenkomst.
Herroeping van een aanbod kan alleen worden gedaan als nog geen aanvaarding van het bod of een
mededeling houdende aanvaarding is gedaan.
Hoofdstuk 2 De totstandkoming van obligatoire overeenkomsten
De obligatoire (verbintenisscheppende) overeenkomst vormt het middel waardoor partijen
zelfstandig onderlinge rechtsbetrekkingen kunnen aanknopen. Een verbintenis is een
vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee personen waarbij de een een prestatie verplicht
is aan de ander.
Familierechtelijke overeenkomst, bijvoorbeeld huwelijksvolstrekking, en bewijsovereenkomst, hoe
feiten tussen partijen worden bewezen.
Een aanbod is een wilsverklaring waarin een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst vervat.
Het moet duidelijkheid verschaffen over de belangrijkste verplichtingen die zullen voortvloeien.
Aanvaarding van een aanbod doet de overeenkomst tot stand komen.
Onherroepelijkheid:
1. Partijen scheppen langs contractuele weg een onherroepelijk aanbod
2. Uit het aanbod vloeit voort dat het gedurende een bepaalde tijd niet kan worden herroepen
Om een intrekking van een verklaring te doen moet de intrekking eerder of gelijktijdig komen met de
verklaring.
Handelingsbekwaamheid is de mogelijkheid zelfstandig rechtshandelingen te verrichten waaraan
men zelf onaantastbaar wordt gebonden. Gebondenheid uit een onrechtmatige daad en de
mogelijkheid een rechtshandeling te verrichten in naam van een ander kan niet worden gezien als
vereiste van handelingsbekwaamheid.
Minderjarigen mogen alleen onder toestemming een overeenkomst doen en zijn dan
handelingsbekwaam. Meerderjarigen kunnen onder curatele worden gesteld. Ze moeten dan
toestemming krijgen van de curator om iets te doen.
Een obligatoire overeenkomst is een rechtshandeling. Een rechtshandeling is opgebouwd uit wil en
verklaring.
, Ongeoorloofd overeenkomst
Sluiten van overeenkomst is verboden
Inhoud van overeenkomst is ongeoorloofd
Strekking van overeenkomst is ongeoorloofd: de voor beide partijen te voorziene gevolgen
en kenbare motieven van de overeenkomst.
Oneigenlijke dwaling: discrepantie tussen wil en verklaring (art. 3:33 en art. 3:35) geen
overeenkomst. (Echte) dwaling: kan sprake zijn van een misverstand, bijv. denken dat iets een eerste
druk is. De overeenkomst is vernietigbaar als voldaan is aan vereisten vermeld in art. 6:228. Een
beroep op dwaling zal alleen slagen als aan een aantal voorwaarden is voldaan:
1. Causaal verband tussen dwaling en totstandkoming van de overeenkomst: de overeenkomst
zou zonder de onjuiste voorstelling van zaken niet zijn gesloten.
2. De dwaling moet vallen onder een (of meer) van de rubrieken a, b of c:
a. Inlichting van de wederpartij: de wederpartij licht iemand onjuist in.
b. Ongeoorloofd zwijgen door de wederpartij
c. Wederzijdse dwaling: beroep op dwaling kan alleen slagen als beide partijen van
dezelfde onjuiste veronderstelling zijn uitgegaan.
3. Kenbaarheid: het is belangrijk dat de wederpartij op de hoogte is van de
plannen/beweegredenen. Een beroep op dwaling heeft alleen kans van slagen, als de
wederpartij begreep of moest begrijpen dat de omstandigheden waaromtrent werd
gedwaald voor de dwalende van doorslaggevende betekenis waren (causaal verband tussen
dwaling en contractsluiting).
4. Geen uitsluitend toekomstige omstandigheid: als iets vaststaat voor de toekomst, maar
wordt aangepast als de overeenkomst is gedaan, kan geen beroep op dwaling worden
gedaan (teleurgestelde verwachting ten aanzien van een toekomstige omstandigheid).
5. De dwaling komt niet voor rekening van de dwalende
a. De aard van de overeenkomst: als er woorden als ‘voetstoots’ en ‘op eigen bate en
schade’ staan, is de kans op het vernietigen van de overeenkomst wegens dwaling
ontnomen.
b. De in het verkeer geldende opvattingen: de waarde van de zaak valt binnen diens
risicosfeer en vormt afwijking van hetgeen men zich ten aanzien van de waarde
voorstelt geen grond voor een geslaagd beroep op dwaling.
c. De omstandigheden van het geval: in het algemeen mag worden afgegaan op
mededelingen van de wederpartij. Soms geldt het niet als de partij zelf had kunnen
bedenken of iets echt zo is.
Bedrog is een gekwalificeerde vorm van dwaling. Bedrog: wanneer de onjuiste voorstelling van zaken
(dwaling) is teweeggebracht door opzettelijke misleiding van de wederpartij. De overeenkomst is
vernietigbaar als aannemelijk is dat de overeenkomst niet gesloten zou zijn als de opzettelijke
misleiding achterwege was gebleven. Misleiding:
a) Een opzettelijk gedane onjuiste mededeling.
b) Het opzettelijk verzwijgen van enig feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen.
c) Een andere kunstgreep
Bij bedreiging ligt het gebrek in wilsvorming niet in een onjuiste voorstelling van zaken, maar in de
vrees voor mogelijk nadeel. Als een vordering tot vernietiging van de overeenkomst wegens
bedreiging wil slagen, moet vaststaan dat de vrees voor nadeel teweeg is gebracht door een
onrechtmatige bedreiging die geschikt was op een redelijk mens indruk te maken. Onrechtmatige
dreiging:
1. Datgene waarmee wordt gedreigd, is op zichzelf al onrechtmatig: doodslag, mishandeling,
valse aangifte, etc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanhemertjulia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.