Strafrecht is zowel regressief als progressief. Het moet duidelijk en flexibel zijn. De burger moet
weten waar hij aan toe is, maar de wet moet ook mee kunnen gaan met de tijd.
Strafrecht als publiekrecht
- Geeft recht tot straffen (in plaats van het slachtoffer)
- Afdwingbaar
- Is niet onbegrensd: er is altijd een inbreuk op mensenrechten.
o Legaliteitsbeginsel
Legaliteitsbeginsel
- Lex certa: er moet een duidelijke wet zijn, duidelijk wat in de wet staat.
- Lex scripta/geen gewoonterecht: de wet moet geschreven zijn, moet op papier staan.
- Verbod van terugwerkende kracht: pas strafbaar als de handeling toen al strafbaar was, als
de wet al bestond.
- Verbod van analogie: regel wordt in een vergelijkbaar geval gebruikt, dit mag dus niet.
- Wetboek van Strafrecht art. 1 Sr: materieelrechtelijk legaliteitsbeginsel. Mogen ook lagere
wetten zijn (bij of krachtens de wet).
o Wat is strafbaar en welke straffen?
- Wetboek van strafvordering art. 1 Sv: formeelrechtelijk legaliteitsbeginsel. Overheid mag
alleen iets doen als er een wettelijke basis voor is in een wet in formele zin (bij wet). Alleen
landelijke overheid mag bepalen over strafprocesrecht.
o Procedure, wat mag de overheid doen om iemand voor de rechter te brengen?
Om in iemands tas te kijken, te fouilleren heb je een bevoegdheid nodig van de overheid. Een
lager orgaan mag dit dus niet zomaar doen.
,Week 2 Inleiding Strafrecht
Het strafbare feit
Straf
Wanneer mag je een straf opleggen?
- Voorwaarden voor strafbaarheid (materieel rechterlijk perspectief)
- Rechterlijke beslissing (art. 348/350 Sr, formeel rechterlijk perspectief)
- Uitspraak
Materieel strafrecht: Wetboek van Strafrecht
- Eerste boek: algemene bepalingen
- Tweede boek: misdrijven
- Derde boek: overtredingen
- De wetgever geeft aan of iets een misdrijf of overtreding is.
- Leerstukken (Algemeen deel) en delicten (Bijzonder deel)
- De leerstukken worden vaak niet uitgewerkt in de wet belangrijke rol voor jurisprudentie
en dogmatiek (uitleg hoe iets ingevuld moet worden).
- Uitgangspunt: vrije wil (indeterminisme). Handelen uit vrije wil, een strafbaar feit begaan is
een keuze. Door neurologische problemen kunnen mensen ook strafbare feiten plegen, maar
dan kan het ook zijn dat ze niet handelen uit vrije wil. Keuze om zelf alcohol of drugs te
nemen, dus dan is het strafbare feit wel met vrije wil gepleegd.
- Van oudsher een sterke nadruk op de individuele gedraging (maar: steeds meer nadruk op
het collectief en de voorfase van de eigenlijke gedraging).
- We kijken steeds meer naar handelingen die nog niet verricht zijn. Dreiging kan al een reden
zijn om strafrechtelijk op te treden.
Structuur van strafbepalingen
Bijvoorbeeld art. 287 Sr
- Wettelijke delictsomschrijving, opbouw:
o Gedraging/handeling die de wet strafbaar stelt
‘Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt…’
Wordt opgelegd in de tenlastelegging en moet worden bewezen.
o Soms: wettelijke kwalificatie (naam van de daad)
‘… als schuldig aan doodslag…’
Soms ook kwalificatie zonder gedraging: bijvoorbeeld ‘mishandeling wordt
gestraft met…’
o Sanctienorm
‘… gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete
van de vijfde categorie.’
Iemand kan worden gestraft met maximaal de sanctienorm. De straffen
kunnen worden opgelegd. Andere straffen zouden ook opgelegd kunnen
worden, ook al staat het niet in de sanctienorm. De sanctienorm geeft het
maximum aan, maar de rechter mag zelf bepalen welke straf hij oplegt. De
rechter kan ook geen straf opleggen.
, Voorwaarden voor strafbaarheid
Vierlagenmodel
1. Menselijke gedraging:
het moet gaan om een mens, maar bijvoorbeeld multinationals, nv’s, bv’s, gemeentes
kunnen ook aansprakelijk worden gesteld. Er moet ook sprake zijn van een gedraging. Een
gedachte is geen gedraging, want er wordt geen handeling verricht. Een poging van een
handeling kan vaak ook worden gekwalificeerd als een gedraging.
2. Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving
3. Die wederrechtelijk is (geen rechtvaardiging, tegen het recht).
Iets is niet wederrechtelijk als er een rechtvaardigingsgrond voor is, bijvoorbeeld
zelfverdediging.
4. Die aan schuld te wijten is (geen schulduitsluiting).
Er moet verwijtbaarheid zijn. Er is geen schuld als deze kan worden uitgesloten, bijvoorbeeld
een strafbaar feit door een psychose.
Als aan alle eisen is voldaan mag een straf worden opgelegd.
Rechtvaardiging en schulduitsluiting
- Wederrechtelijkheid is niet aannemelijk geworden wanneer sprake is van een
rechtvaardigingsgrond.
- Schuld (verwijtbaarheid) is niet aannemelijk geworden wanneer sprake is van een
schulduitsluitingsgrond.
- Rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden vormen samen de
strafuitsluitingsgronden.
Materiële vragen (art. 350 Sv)
1. Kan het ten laste gelegde worden bewezen? menselijke gedraging
Niet bewezen vrijspraak (art. 352 lid 1 Sv)
2. Is het bewezenverklaarde feit kwalificeerbaar? gedraging die valt binnen de grenzen van
een wettelijke delictsomschrijving.
Niet bewezen OVAR (art. 352 lid 2 Sv)
a. Kwalificeerbaar: zijn alle onderdelen van de delictsomschrijving terug te vinden in
het gepleegde feit.
3. Is het feit strafbaar? wederrechtelijk
Niet bewezen OVAR (art. 352 lid 2 Sv)
4. Is de verdachte strafbaar? schuld
Niet bewezen OVAR (art. 352 lid 2 Sv)
Welke straf en/of maatregel mag je opleggen? Strafoplegging (art. 351 Sv)
Bestanddelen en elementen
- Bestanddelen: voorwaarden voor strafbaarheid die in de delictsomschrijving zijn
opgenomen. Een delictsomschrijving bestaat uit bestanddelen. De bestanddelen worden
opgenomen in de tenlastelegging. De tenlastelegging moet worden bewezen, zo niet:
vrijspraak.
- Elementen: voorwaarden voor strafbaarheid die niet in de wet/delictsomschrijving zijn
opgenomen wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid. Elementen worden verondersteld
aanwezig te zijn tenzij er aanwijzingen zijn voor het tegendeel (in de vorm van
strafuitsluitingsgronden), dan volgt OVAR.
o Soms staan elementen ook in de delictsomschrijving en dan zijn het dus
bestanddelen. Zo kan een situatie die eigenlijk strafbaar is toch geoorloofd.
Bijvoorbeeld vernieling is strafbaar, maar als het gewenst is moet wederrechtelijk in
de delictsomschrijving staan, zodat het toch geoorloofd is. Een gewenste situatie kan
zo niet meer strafbaar worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanhemertjulia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.